Leiden – “De toekomst van het koloniale verleden”, zo luidde de titel die professor Gert Oostindie zijn afscheidsrede als directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde/Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies (KITLV-KNAW) had gegeven.
In zijn rede over het koloniale en slavernijverleden van Nederland en de hedendaagse resonantie ervan benadrukte Oostindie dat het spreken over de koloniale geschiedenis en het slavernijverleden een belangrijk maatschappelijk, verbindend doel kan dienen. Hij riep op om bij het vertellen van deze geschiedenis te zoeken naar de nuances, de verschillen in perspectief, de stemmen die elkaar tegenspreken en ook ruimte te geven aan andere dimensies zoals emotie en verbeelding. Maar om dit wel te doen vanuit een goed begrip van de historische context.
Oostindie (1955) werd in 1983 hoofd van de afdeling Caraïbische Studies van het KITLV-KNAW en in 2000 werd hij benoemd tot directeur van het instituut. Sinds 2006 is hij tevens hoogleraar Koloniale en Postkoloniale Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Van 1993 tot 2006, was Oostindie hoogleraar Antropologie en Comparatieve Sociologie van het Caribisch gebied aan de Universiteit Utrecht.
Na het uitspreken van zijn afscheidsrede werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Lees hier de gehele afscheidsrede