Nederland wil dat de Curaçaose regering de uitdijende gokmaffia die vanaf het eiland internationale criminele organisaties faciliteert aan banden legt. Prompt neemt het kabinet Pisas zelf een gok met als inzet honderden miljoenen liquiditeitssteun uit Den Haag. Willemstad, zo werd vrijdag na afloop van de Rijksministerraad duidelijk, weigert net als Aruba en Sint Maarten, zijn handtekening te zetten onder de laatste versie van het consensusrijkswetsvoorstel Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling. Daardoor kan het inmiddels anderhalf jaar oude wetsontwerp niet aan de vier parlementen worden voorgelegd.
De vraag is wat de landen denken te bereiken door op het laatste moment de hakken in het zand te zetten? Gokken ze erop dat de COHO-wet hetzelfde lot beschoren is als de geschillenregeling die ze, met de haven in zicht, schipbreuk lieten lijden?
Dat werd merkwaardigerwijs in de Cariben gevierd als een overwinning: Knops was tot een knieval gedwongen, heette het. Vergeten werd dat het juist Nederland is dat niet zit te wachten op een geschillenregeling. Was die er wel geweest, dan hadden de CAS-landen wellicht langs die weg hun gelijk in de COHO-ruzie kunnen krijgen…
Het kan natuurlijk ook zijn dat de landen – althans hun regeringen – erop gokken dat Knops binnenkort van het koninkrijkstoneel verdwijnt en door een D66’er wordt opgevolgd. Die partij wordt gezien als ‘Antillen-vriendelijk’. In toon misschien, maar in de praktijk hebben de democraten de afgelopen vier jaar als het op stemming aankwam op vrijwel alle koninkrijksdossiers heel onderhorig met coalitiebaas VVD meegestemd.
Als de landen erop gokken dat een D66’er toegeeflijker zal zijn dan Knops, kunnen ze wel eens van een ijskoude kermis thuiskomen. Anders dan in de Cariben omringen nieuwe bewindspersonen in Nederland zich niet met familie en vrienden. De ambtenaren blijven hetzelfde: ze zijn aangesteld om wat ze kunnen, niet omdat zij broer of tante zijn of tijdens de verkiezingscampagne hebben geholpen met flyeren. De ambtenaren die Knops hebben geadviseerd bij de totstandkoming van de COHO-wet en de voorwaarden hebben bedacht die verbonden zijn aan de coronaleningen, zullen ook diens opvolger adviseren.
Misschien gokken de landen erop dat Covid-19 onder controle is en dankzij record aantallen toeristen de florijnen de overheidskas binnenstromen waardoor de afhankelijkheid van liquiditeitssteun snel afneemt. Dan zien ze over het hoofd dat ze voor dik 2 miljard gulden in het krijt staan bij Nederland en dat de leningen over 3 maanden moeten worden terugbetaald. Tenzij er tijdig met Den Haag een akkoord wordt bereikt over verlenging van de looptijd en de voorwaarden, zoals de hoogte van de rente en een aflossingsschema.
Dat gokken duur kan uitpakken, hebben de landen meteen al ondervonden. Aruba heeft dringend 80 miljoen van Nederland nodig om de komende maanden de rekeningen te kunnen voldoen, maar krijgt die pas als de medewerking aan de COHO-wet wordt hervat. Voor Curaçao en Sint Maarten is de druk al even groot: hun verzoek aan de RMR (lees: Nederland) om ontheffing te krijgen van de wettelijke verplichting inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden, vervalt per 1 januari zolang zij zich blijven verzetten tegen de COHO-wet.
Kort geleden beloofden de premiers Pisas, Wever-Croes en Jacobs elkaar plechtig een gesloten front te vormen in de onderhandelingen met Nederland. De gezamenlijke weigering nog langer mee te werken aan COHO lijkt een eerste uitkomst van hun afspraak. Nu duidelijk is welke prijs voor stoerheid moet worden betaald, zal blijken hoe lang die solidariteit standhoudt.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.