Den Haag – Nationale ombudsman Reinier van Zutphen heeft met bijna 40 vertegenwoordigers van onderwijs- en overheidsinstellingen, studenten en begeleiders gesproken over de voortgang van het rapport ‘Kopzorgen van Caribische studenten’. De opbrengst van deze gesprekken wordt meegenomen in de tussenrapportage die voor de zomer verschijnt. Hierin komen de dan genomen acties te staan en de punten waaraan nog gewerkt moet worden.
De Nationale ombudsman constateert dat de betrokken partijen constructief aan de slag zijn gegaan en dat eerste stappen in de goede richting zijn gezet. Ook de bereidheid om verder samen op te trekken is positief. Maar tegelijkertijd werd duidelijk dat Caribische studenten nog steeds tegen veel (praktische) knelpunten aanlopen. Er mist vooral een organisatie of orgaan die overzicht heeft van alles wat er speelt. En vooral de mbo-studenten moeten niet vergeten worden. Zij komen vaker zonder begeleiding naar Nederland, zijn niet georganiseerd en zijn jonger dan de hbo- en wo studenten.
Er werd een beroep op de ombudsman gedaan vooral vinger aan de pols te blijven houden. Daarop gaf Van Zutphen, aan dat het inderdaad nog te vroeg is om los te laten. Hij zal volgend jaar opnieuw een aantal ronde tafelgesprekken organiseren en de betrokken partijen hiervoor uitnodigen.
Op 16 december 2020 rondde de Nationale ombudsman zijn onderzoek af naar de knelpunten die studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk ervaren als zij naar Nederland komen om te studeren of in Nederland gestudeerd hebben. In het rapport constateerde de ombudsman dat Caribische studenten door verschillende oorzaken vast kunnen lopen tijdens hun studie in Nederland. Hierdoor lopen zij studievertraging op, of haken zij zelfs voortijdig af. De ombudsman riep in het rapport de overheid en in het bijzonder de minister van OCW, de staatssecretaris van BZK in Nederland en hun collega’s op de eilanden op om er alles aan te doen om studeren in Nederland voor deze studenten zo eenvoudig mogelijk te maken.