Den Haag – Het regeringsbeleid ten aanzien van de onderstand in Caribisch Nederland is “absurd”, aldus Tweede Kamerlid Sylvana Simons (BIJ1) bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
“De onderstand op Bonaire, Statia en Saba wordt niet, zoals bijvoorbeeld in Nederland het geval is, verhoogd tot 70% van het wettelijk minimumloon, omdat zo’n verhoging anders de prikkel tot werken zou wegnemen. Ik moet het echt even zeggen: dat is absurd. Sociale zekerheid afwegen tegen de vermeende noodzaak van een arbeidsprikkel is in de context van ons koloniale verleden — there I say it; daar gaat ze weer — neokoloniaal. Een dergelijke afweging is namelijk gebaseerd op de aanname dat mensen collectief zouden stoppen met werken op het moment dat de onderstand wordt verhoogd tot 70% van het minimumloon. Dat is onzin. Ook de Ombudsman zegt dat. Iedereen wil werken.”
Simons ging ook in op het bestaansminimum: “Onder deze regering is het aantal burgers dat in armoede leeft op Bonaire, Statia en Saba toegenomen in plaats van afgenomen. Van de demissionair staatssecretaris BZK hebben we inmiddels meermalen gehoord dat het kabinet stappen heeft gezet in de bestrijding van armoede op deze eilanden. Daarbij verwijst hij steevast naar het ijkpunt sociaal minimum. Ik wil hierbij nogmaals vragen naar zijn verklaring voor het feit dat dit ijkpunt zo’n 20% tot 30% lager is bepaald dan de werkelijke hoogte van de kosten die noodzakelijk zijn voor levensonderhoud, en hoe en wanneer dit ondervangen wordt. In dezelfde lijn zou ik ook graag een update horen over de initiatieven die het kabinet genomen zou hebben om die kosten op de eilanden te verlagen.”
Simons was het enige Kamerlid dat in haar inbreng aandacht besteedde aan Caribisch Nederland.