In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Aruba.
We verdienen beter
Door Mireille Laclé
De schuldenproblematiek van Land Aruba is één van de oorzaken waardoor het ‘huishoudboekje’ van de overheid al decenia lang niet op orde is. Het land zit tot over zijn oren in de schulden en de rek is er uit.
Het huishoudboekje van de meeste inwoners vertoont hetzelfde patroon: meer uitgeven dan je verdient, meer lenen dan verantwoord is, boven je stand leven, keeping up appearances, kortom: opgeslokt door de leen- en schuldenspiraal. Ruimte om extra af te lossen of om te sparen is er niet; een uitzichtloze situatie tenzij er gesaneerd wordt. Maar wie doet dat? In 2009 is de stichting Balansa Nobo opgericht om mensen met problematische schulden te helpen met schuldsannering. Sinds 2015 verkeert deze stichting in liquidatie, niet omdat ze overbodig is geworden, maar simpelweg omdat het onbegonnen werk was en niemand een saneringstraject wilde doorlopen. Liever verder in het moeras of de illegaliteit wegzakken en in constante geldnood leven, dan door de zure appel heen bijten om binnen een paar jaar het huishoudboekje weer op orde te hebben.
We zitten gevangen in een cultuur van het ophouden van de schone schijn. Net zoals Terrance Rey vorige week in zijn column aangaf: schijn bedriegt. Het is hier vaak niet zoals het lijkt. We lijken het goed te hebben, maar achter deze schijn schuilt vaak armoede. Armoede als gevolg van pech in het leven, maar heel vaak ook door verkeerde of ondoordachte keuzes, gebrekkige financiële geletterdheid, verslavingen, wreckless spending of eenvoudigweg door een te laag inkomen.
Allemaal zaken waar wij zelf verantwoordelijk zijn of die binnen onze eigen risicosfeer vallen. Behalve de laatste factor: het inkomen, daar valt wat meer over te zeggen. De inkomensfactor is een serieus probleem dat maar al te vaak wordt weggewuifd of gebagatelliseerd. Een groot gedeelte van de bevolking verdient gewoon te weinig. Te weinig om van te leven, teveel om van te sterven.
Afgelopen week zijn de resultaten van de in 2020 gehouden Census aan de regering gepresenteerd. Binnenkort zullen de bevindingen gepubliceerd worden. Ik ben beniewd wat de stand van zaken is voor wat betreft de inkomensverdeling op Aruba. Vast staat dat er iets mis is met de inkomensverdeling op het eiland en dat de massa onvoldoende heeft geprofiteerd van de economische groei die we de afgelopen decennia hebben doorgemaakt.
In het SER-rapport ‘Koopkrachtverbetering van de minima’ van 2018 staat dat, weliswaar op basis van de censusgegevens uit 2010, 48% van de bevolking (ouder dan 14 jaar) in de categorie ‘minima’ valt en dus een inkomen heeft dat gelijk of lager is dan het minimumloon. Exclusief de zogeheten ‘onderwijsdeelnemers’ komt dit percentage neer op 38%. Alleen naar de werkende bevolking gekeken, valt 29% daarvan in de minimacategorie. Ook blijkt dat het minimumloon structureel onder het bestaansminimum ligt. Zo lag in 2017 het bestaansminimum van een eenpersoonshuishouden 21% hoger dan het minimumloon. Volgens het SER-rapport, verzwijgt circa 20% van de minima (extra) inkomsten. De cijfers van de SER zijn nog niet geactualiseerd, maar grote verbeteringen zijn niet te verwachten. De coronapandemie heeft de situatie eerder verslechterd.
Naast het doen van een reeks concrete aanbevelingen om de koopkracht van de minima te verbeteren, riep de SER in 2018 ook op beleid te ontwikkelen om de omvang van deze groep te verminderen. In het verlengde hiervan zou ik willen stellen dat er uitdrukkelijk iets aan de aanbodkant zou moet worden gedaan. Low income jobs creëren een ‘working poor’ klasse met weinig perspectief, ze drijven mensen de armoede in en leggen – wellicht onbedoeld – een voedingsbodem voor criminaliteit en een scala van sociale problemen waar we al meer dan genoeg van hebben en waarvan de rekening uiteindelijk toch bij de staat wordt neergelegd. Deze situatie kan niet worden opgelost met het oude recept van nog meer hotels bouwen.
Het is tijd dat Aruba en zijn inwoners nu echt zelf gaan profiteren van de toeristische industrie die hier is opgebouwd. Na ons eiland decennialang letterlijk en figuurlijk opgeofferd te hebben ten behoeve van de economische ontwikkeling, verdienen we beter dan low income jobs.