Willemstad – Prinses Beatrix is aan haar vierdaagse werkbezoek aan Curaçao begonnen. Zijn werd op het vliegveld verwelkomd door gouverneur Lucille George-Wout en minister-president Gilmar ‘Pik’ Pisas.
Aanleiding voor het werkbezoek is het feit dat vijfentwintig jaar geleden natuurorganisaties op de zes eilanden van het Caribisch deel van het Koninkrijk een samenwerking zijn aangegaan voor natuurbeheer, duurzame fondsenwerving, natuureducatie en kennisuitwisseling. Dit heeft later vorm gekregen in de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) waarvan de prinses beschermvrouwe is.
Vandaag is Beatrix bij de conventie van DCNA over de toekomst van het samenwerkingsverband waarin ook de visie van jongeren op natuurbeheer wordt gepresenteerd. ’s Avonds is zij aanwezig bij een receptie die gouverneur George-Wout ter gelegenheid van de conventie aanbiedt aan vertegenwoordigers van DCNA en enkele regeringsvertegenwoordigers van Curaçao. De prinses ontmoet daar eveneens de gouverneurs Boekhoudt van Aruba en Holiday van Sint Maarten en gezaghebber Rijna van Bonaire.
Het programma van bestaat verder uit werkbezoeken over natuurbeheer en natuureducatie. De stichting Carmabi (Caribbean Research and Management of Biodiversity) is namens Curaçao partner van DCNA. Prinses Beatrix volgt een natuurles aan schoolkinderen en is aanwezig bij het uitzetten van een flamingo die hersteld is na opname in een dierenkliniek. In de laboratoria van Carmabi krijgt zij uitleg over het kweken van koraallarven om de groei van nieuw koraal te stimuleren. Aansluitend heropent de prinses het onderwaterpark van Carmabi en bezoekt zij in Willemstad een mangrovepark in oprichting.
In het kader van de stichting Samenwerkende Fondsen Cariben (SFC) bezoekt Beatrix twee organisaties. SFC financiert jaarlijks circa vijftig eenmalige sociale projecten in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De coronacrisis heeft een aantal bestaande problemen vergroot wat zijn weerslag heeft op de activiteiten van de organisaties. Daarna volgt een bezoek aan Casa Manita, een opvanghuis voor meisjes van vier tot en met veertien jaar die daar door de week wonen vanwege een problematische thuissituatie. Met hulp van SFC is de speelplaats van de opvang ingericht. Er is een gesprek met zorgprofessionals, ouders, een pleeggezin en de kinderen zelf over het belang van deze opvangmogelijkheid.
Bij een bezoek aan een wijkvoedselbos van de stichting Hulp aan Curaçao, ontmoet de prinses de initiatiefnemers en buurtbewoners. Na een rondleiding spreekt zij met hen over de aanleiding voor de opzet van een eigen voedselvoorziening en de plannen om dit met hulp van onder meer SFC en de overheid op te schalen naar andere wijken. Door corona is de armoede op Curaçao toegenomen. In het voedselbos staan bomen en planten die de buurtbewoners zelf verzorgen en gebruiken als aanvulling op hun voeding.
Prinses Beatrix bezoekt verder de stichting Aliansa die zich door samenwerking met andere organisaties inzet voor de opvang van vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Zij spreekt met gedupeerden en hulpverleners over hun ervaringen, begeleidingstrajecten en toekomstperspectief. Beatrix ontmoet ook vertegenwoordigers uit de medische sector die direct betrokken zijn bij de coronacrisis. Met hen praat zij onder meer over de impact van corona op de zorgvoorzieningen op het eiland.
Prinses Beatrix eindigt haar bezoek met een ontmoeting met enkele jongeren uit de jeugdwerkgroep nationaal jeugddebat Curaçao, onderdeel van het UNICEF-jongerenadvies. UNICEF heeft in zowel Nederland als het Caribisch deel van het Koninkrijk samen met lokale overheden jongeren gestimuleerd om tegen de achtergrond van de coronacrisis mee te denken over hun toekomst. Gedurende een jaar debatteerden de jongeren met elkaar en de overheid over diverse onderwerpen. Het resultaat staat in het UNICEF Jongerenadvies Curaçao #MijnNieuweWereld. Hierin geven de jongeren adviezen over onder meer mentaal welzijn, online onderwijs en vrijetijdsbesteding
Tot slot bezoekt Prinses Beatrix een kunstproject op resort Blauwbaai waar werken van lokale kunstenaars op diverse plekken in de zogenaamde beeldentuin permanent tentoongesteld worden. Ook is een kort bezoek aan de ‘Kathedraal van doornen’ voorzien. Dit is een kunstwerk van tien meter hoog met een omvang van vierhonderd vierkante meter. Het is opgebouwd uit een metalen skelet, bekleed met takken van doornenstruiken. In de nissen is ruimte voor kleinere kunstwerken.