OPINIE – Ter bescherming van de laatste roetzwarte Zwarte Pieten

Door Aart G. Broek

De etnische diversiteit in Nederland zou een roetzwarte Zwarte Piet niet verdragen. Deze speler wordt een stereotypische afbeelding van donker gekleurde mensen toegedacht: zwart en ondergeschikt aan een blanke. Hoe vernederend. Hoe schaamtevol. Jaar in, jaar uit. Weg met die knecht. Mij lijkt die zwarte Zwarte Piet juist te moeten blijven om de bejubelde diversiteit in onze samenleving te behouden.

TABLEAU

‘Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan,’ zo luidt de openingsregel van het bekende sinterklaaslied. Spanje mag ooit vele jaren onze gewelddadige bezetter zijn geweest, wij piekeren er niet over de stoomboot uit een ander land te laten vertrekken. Evenzo exclusief is het vervoermiddel: hij komt niet per vliegtuig, trein of auto. Nog uitzonderlijker is de man zelf. Wij verwachten geen dominee, imam of rabbi, maar een bisschop als Sinterklaas. Ook al weten wij hoe tiranniek de rooms-katholieke inquisitie is geweest en lieten wij ons informeren over kindermisbruik, wij zwaaien naar de bisschop. Ondanks de decennialange emancipatiestrijd is het uitgesloten dat de goedheiligman een goedheiligvrouw is. Vrouwen zijn sowieso hopeloos ondervertegenwoordigd in het sinterklaasgebeuren en zo hoort het blijkbaar ook.

Evenmin zal de bisschop op een ander paard dan een schimmel gezeten zijn, en zeker niet op een ezel, kameel of olifant. Ook al hebben we nog nooit een paard op het dak gezien, wij vertellen onze kinderen dat de schimmel dat kan, zelfs met de Sint op zijn rug. Zijn knecht is Zwarte Piet, geen Chinese lijfeigene, Hindoestaanse landarbeider, islamitische eunuch, Limburgse mijnwerker of Drentse veensteker. Die knecht draagt het kostuum van een lakei, is ongehuwd, strooit met snoepgoed, en heeft een zak met cadeaus.

Waar die Zwarte Piet oorspronkelijk mogelijk vandaan komt, interesseert ons eigenlijk maar matig. Het zou ooit een slaaf kunnen zijn geweest, die door een islamitische slavenopkoper van een Afrikaanse slavenhandelaar werd gekocht en na een erbarmelijke tocht door wouden en woestijnen bij de bisschop van het Turkse Myra terechtkwam (al dan niet als cadeau van parochianen). Hoe het ook zij, het sinterklaasfeest is in de eerste plaats grotesk en interactief (straat)toneel.

ONHOUDBAAR

We maken ons bij het sinterklaasfeest nauwelijks druk over zaken als vrouwenemancipatie, duurzaamheid, tandzorg en gezondheid, geschiedenis, waarheid en verdichting, dierenleed, seksuele moraal, religieuze kinnesinne en wat dies meer zij. Over discriminatie op grond van huidskleur zouden wij ons – zo begrijp ik van een gezelschap aan activisten, politici en wetenschappers – echter wél en heel nadrukkelijk druk moeten maken. Wij zouden Zwarte Piet moeten uitzwaaien: weg met die man uit het Sinterklaasfeest. Niet te handhaven. Dat begrijp ik niet. Hij lijkt mij een aanstelling voor het leven waard. Juist om onze diversiteit te bewaren.

Raadselachtig genoeg gaat het debat over Zwarte Piet uit van een onhoudbaar doel: maak Sinterklaas weer speciaal voor iedereen! Het sinterklaasfeest is helemaal geen feest speciaal voor iedereen en zal dat ook nooit kunnen zijn. Onze multiculturele samenleving staat bol van festiviteiten, manifestaties en uitingen van zeer uiteenlopende aard.  Het is ondoenlijk van iedereen in Nederland te verlangen dat hij zich zonder meer kan vinden in elk ervan. Op iedere aangelegenheid – al dan niet religieus gestut –  is wel meer of minder gegronde kritiek te leveren. Vrijwel altijd blijkt er sprake van een vorm van discriminatie vanwege levensovertuiging, politieke gezindheid, godsdienst, ras, geslacht, mensenrechten of wat al niet meer.

Er is ongetwijfeld door iedereen een lange lijst samen te stellen van aanstootgevende symbolen, gedragingen en uitingen van de ander. Naast roetzwarte Zwarte Piet valt te denken aan: carnaval, ramadan en het Suikerfeest, vossenjacht, jongensbesnijdenis, spaarvarkens, Amsterdam Gay Pride, het Koningshuis, borstvoeding in het openbaar, spotprenten, bikini’s, Kerstmis, Poerim (Lotenfeest), Moederdag, lesbisch moederschap, (Stalinistisch/Maoïstisch) rood, abortus, Manneke Pis, het nationale volkslied, monogamie, hoofddoekjes, prostitutie, schotelantennes, winti, Chinees Nieuwjaar, euthanasie, (halal)vlees,  paaseitjes, dierentuinen, Bevrijdingsdag, Koerden, divali, bijzonder onderwijs, tambú, kermis, naaktstranden, wellnesscentra, homohuwelijk, enzovoorts.

DREADLOCKS

De strijd tegen racisme lijkt het ontslag van Zwarte Piet te rechtvaardigen. Zwarte Piet zou hét symbool van racisme zijn. Symbolen roepen de praktijk van vernederen op en wrijven de schaamtegevoelens als zout in de wond. Weg ermee. Gaan we met het opruimen van dergelijke symbolen allemaal meedoen?

Een willekeurig voorbeeld: wordt het geen hoog tijd een gevecht aan te gaan tegen het dragen van dreadlocks? Het laten groeien van het kroezige haar tot woeste manen vormt namelijk hét symbool van dictatoriale macht, uitbuiting en racisme.

Voor de religieuze beweging van het rastafarianisme, ontstaan in Jamaica, is het dragen van dreadlocks een symbolische toenadering tot hun god, die – onder verwijzing naar het Bijbelboek Jeremia  – een zwarte huidkleur zou moeten hebben. Die god wordt algemeen Jah genoemd,  zou ten tijde van het ontstaan van de rastafaribeweging een ‘levende’ god zijn. Het bleek Haile Selassie te zijn, ofwel Ras Tafari, de Overwinnende Leeuw van de stam van Juda (en nog een reeks van eretitels). In de haardracht van dreadlocks imiteert de rastafariër de manen van de leeuw en verbindt zich zodoende met de geest van de leeuw van Juda. Daarenboven onderstrepen de ‘manen’ de dominante rol die de man in deze beweging speelt: vrouwen zijn er om kinderen bij te verwekken en die te baren, om te koken en om te (be)dienen.

Het rastafarianisme heeft naast deze zwarte god nog als basisprincipes dat blanken inferieur zijn aan zwarten en dat het zwarte ras voorbestemd is over de wereld te heersen. Bob Marley heeft die ondergang op luchtige reggaeritmes en onder het genot van ganja (hasj) bezongen. Dat genot van wat ook ‘the herb’ wordt genoemd, zou overigens rechtvaardiging vinden in de Bijbel; sla er Psalm 104 maar eens op na (in de Engelse King James Bible).

De aanblik van dreadlocks is een gruwel voor mij en eenieder die zich ook maar enigszins realiseert welk een potentaat Haile Selassie (1892-1975) is geweest en wat het rastafarianisme voorstaat. Racisme, witte privileges en getroebleerd blank bewustzijn worden gekritiseerd door mensen waarvan meerdere de dreadlocks op hun eigen hoofd cultiveren. Valt de kritiek op Zwarte Piet nog serieus te nemen? Zijn dreadlocks te tolereren, terwijl die het symbool zijn van dictatuur, uitbuiting en racisme?

VERDRAAGZAAMHEID

Het lijkt gerechtvaardigd om te zeggen: haal eerst de balk eens uit je eigen oog, voor je je bemoeit met de splinter in de mijne (zie voor deze uitdrukking opnieuw de Bijbel). Nee, daartoe roep ik de dreadlocks niet in beeld. Het gaat mij om de reikwijdte van verdraagzaamheid in een samenleving met een hoge graad van diversiteit.

Wanneer tolerantie iets betekent, dan is het het verdragen van uitingen die je om enigerlei reden tegen de borst stuiten. Dit is geen pleidooi voor grenzeloos je ‘eigen ding’ doen. De Nederlandse (grond)wetten zijn en blijven leidend. Desalniettemin moeten we ons realiseren dat alle sociale, etnische en religieuze groepen in onze samenleving zich inlaten met aangelegenheden die ‘de ander’ nauwelijks door de strot krijgt  – in figuurlijke en soms zelfs letterlijke zin. Daarenboven lijkt het bestrijden van de veronderstelde symboliek van uitbuiting – zoals Zwarte Piet of dreadlocks – toch bovenal symptoombestrijding. Dat leidt doorgaans tot behoud van het ongenoegen of zelfs het verergeren van de kwaal.

Respect lijkt mij equivalent te worden aan snoeien, beknotten, afsnijden. Onder druk van meer of minder donker gekleurde Nederlanders doen we water bij de wijn. Met enig cynisme laat zich de ontwikkeling tekenen, die dreigt. En dan stop ik met Zwarte Piet. En dan schaf jij je dreadlocks af. En dan stop ik met vlees eten en alcohol drinken.  En dan stop jij met het oproepen tot gebed vanuit een minaret. En dan stop ik met het luiden van de kerkklok. En jij stopt met het dragen van hoofddoekjes. En dan nemen we geen ‘spaarvarkens’ op in schoolboeken. En dan laat ik mij besnijden. En dan … dan wordt het toch nog een feest voor iedereen, niet waar? De keerzijde van beschaming is tenslotte respect, niet waar? Daar gaan we  voor! Gaan we daar voor? Voor die Noord-Koreaanse gelijkheid, eenstemmigheid en harmonie? Ontzield samenleven. Een genadeloos snoeien. Tot aan de wortel.

Dr. Aart G. Broek; (historisch) socioloog en letterkundige; auteur van talrijke artikelen, columns, boekbesprekingen, curricula, adviesrapporten en boeken. Bovenstaande bijdrage is een bewerking van een beschouwing uit Broeks bundel Schaamrood; Aantekeningen over angst, agressie en ambitie. Haarlem: In de Knipscheer, 2017.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.