Den Haag – De beroepsvereisten voor de bemanning van Caribisch Nederlandse schepen worden per 1 januari aangescherpt. Daartoe wordt de Regeling zeevarenden voor de BES-eilanden gewijzigd. Er geldt een overgangsperiode van 3 jaar. Ter voorbereiding op het commissiedebat Maritiem van morgen schrijft minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat vandaag het volgende aan de Tweede Kamer:
Wijziging van de Regeling zeevarenden vanwege de vaststelling van beroepsvereisten voor de bemanning van Caribisch-Nederlandse schepen
Bij het vastleggen van de beroepsvereisten voor de bemanning van Caribisch-Nederlandse (CN) schepen is aansluiting gezocht bij de eisen in de Caribische SCV-Code. Deze code omvat veiligheidseisen, waaronder beroepsvereisten, voor de relatief kleine schepen die bedrijfsmatig worden ingezet en lokaal óf uitsluitend binnen de Caribische handelszone varen. Deze beroepsvereisten zijn mede op verzoek van de bestuurscolleges van de openbare lichamen van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba opgesteld. De regelgeving treedt per 1 januari 2022 in werking. Ten aanzien van de uitvoering is een overgangsperiode van 3 jaar van toepassing (tot 1 januari 2025). Dit biedt voldoende gelegenheid om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen.
Met het vastleggen van beroepsvereisten voor bemanningsleden van CN-schepen die bedrijfsmatig worden ingezet, wordt vooral een betere borg geboden voor de veilige vaart van toeristen die met deze lokale schepen activiteiten ondernemen, zoals rondvaarten en duikexcursies. Daarnaast wordt het makkelijker voor internationaal varende CN-schepen om buitenlandse havens binnen de Caribische handelszone aan te doen. Lokale reders krijgen daarmee meer ruimte om hun diensten binnen de Caribische handelszone aan te bieden.