OPINIE – Help, de landfill staat (alweer) in brand

Door Jeff Sybesma

Er staan weer volop verontrustende berichten over de vuilstortplaatsen c.q. de landfills op onze eilanden in de media. In Sint Maarten wordt tegen een Statenlid een gevangenisstraf van 3 jaar geëist wegens het aannemen van steekpenningen voor het verlenen van een beheerscontract van de landfill. In Aruba schrijft een Statenlid dat het kinderrecht op een gezond milieu in het gebied rond het woongebied van de Parkietenbos landfill grof wordt overtreden. Er heerst een situatie die indruist tegen zowel het recht als tegen hetgeen van een fatsoenlijke overheid mag worden verwacht: luchtverontreiniging, bodemverontreiniging en zeewater verontreiniging zijn aan de orde van de dag.  Ook ik schreef eerder over het drastisch tekort schieten in afvalbeheer op de eilanden.

Vandaag las ik berichten dat de Parkietenbos landfill (alweer) op drie verschillende plaatsen de hele nacht in brand stond. Omwonenden konden niet slapen van de rook en de stank en het geluid van ontploffingen veroorzaakt door het vuur. Vanuit de overheid was wederom geen enkele actie zichtbaar. Notabene, nog maar enkele dagen geleden werd in een Statendebat minister Ursell M. Arends, belast met Serlimar, de bij wet aangewezen beheerder van de Parkietenbos landfill, aan de tand gevoeld over de miserabele financiële positie van deze vuilbeheerder. Immers, op dit moment bevindt dit bedrijf zich onder surseance van betaling. De verontrusting gold vooral de continuïteit van de vuilophaal en de boterham van het personeel en er werd nauwelijks gedebatteerd over het beheer van de Parkietenbos landfill zelf. Het gaat hierbij niet eens over de rol van Serlimar met betrekking tot dit terrein maar ook over een incinerator die daar geplaatst is met de bedoeling dat daarmee de open lucht verbrandingen niet meer zouden voorkomen. Echter, die gaan vooralsnog gewoon door. Beiden, de incinerator activiteiten en de open lucht verbrandingen worden gedaan door externe private bedrijven – waarvan een zelfs zonder hindervergunning – waarvan gesuggereerd wordt dat beiden de lucratieve overheidscontracten in het kader van friends & family zijn toebedeeld.  Bij het Openbaar Ministerie zijn hierover aangiftes gedaan en hopelijk krijgen we niet eenzelfde uitslag als die van Sint Maarten.

Een legitieme vraag is wie bestuurlijk voor de landfill problematiek verantwoordelijk is. Is dat één bepaalde minister, bijvoorbeeld minister Ursell Arends? Of een andere minister? Of de gehele regering? Recentelijk is een nieuwe regering aangetreden. Ik heb daar ook al over geschreven waarbij ik de mogelijke indeling van de portefeuilles heb bekritiseerd.  Staatsrechtelijk gezien is civielrechtelijk het Land Aruba verantwoordelijk voor de daden van haar bestuur. De Minister President, mw. Evelyna Wever-Croes vertegenwoordigt het land in rechte. Bestuursrechtelijk worden de taken verdeeld onder de ministers. Alle ministers, ook de Minister President, worden bij landsbesluit benoemd.  Echter, de diverse portefeuilles moeten ook bij landsverordening worden toebedeeld.  Wat bleek tijdens de voornoemde Statenvergadering is dat er nog geen nieuwe Landsverordening instelling ministeries voor de nieuwe regeerperiode bestaat. Er is zelfs nog geen regeerprogramma en hebben de ministers allemaal nog niet hun portefeuilles toebedeeld gekregen. Dus, minister Ursull Arends is (nog) niet verantwoordelijk voor Serlimar. Wie dan wel? Bestuursrechtelijk niemand maar privaatrechtelijk is dat de Minister President, mw. Evelyna Wever-Croes. Niet voor niets werd in de Statenvergadering gevraagd aan minister Ursull Arends of hij zijn machtiging van mw. Wever-Croes kon overleggen. Anders stond hij zonder enige bevoegdheid zijn beleid of dat van de regering (sic!) te verdedigen. Op zijn minst gezegd is dit staatsrechtelijk slordig en tast het de rechtszekerheid aan.

Kortom, alle ministers zijn wel benoemd maar hebben geen ministeries. Ze zitten er dus eigenlijk voor spek en bonen en kunnen geen rechtgeldige bestuurlijke beslissingen nemen. Maar stel dat die bevoegdheid er wel is. Wie is dan verantwoordelijk voor het onrecht van de landfill Parkietenbos? Is dat minister Ursull M. Arends? In zijn beoogde portefeuille zit Integriteit, Natuur, Transport en Ouderenzorg. Je kunt redeneren dat hij enige verantwoordelijkheid ten aanzien van Parkietenbos heeft aangezien hij moet toezien op de integriteit met betrekking tot het beheer, waarvan al eerder is opgemerkt dat die mogelijk in het geding is. Maar ook natuur treft hem omdat de Parkietenbos problematiek ook de natuur heeft aangetast en nog steeds aantast. Zo zijn voor de incinerator beschermde kolomcactussen gekapt en vernielt de uitbreiding van de landfill richting zee de aldaar groeiende en beschermde mangroven en het beschermde mariene milieu.

Minister Danguillaume P. Oduber is belast met Volksgezondheid en Toerisme. Voor beide beleidsterreinen treft hem verantwoordelijkheid. Voor wat betreft volksgezondheid stelt een PAHO rapport dat de additionele medische kosten van chronische ziekten door luchtvervuiling rondom de landfill de druk op de algemene ziektekostenverzekering alleen maar doen toenemen. Ook wat toerisme betreft kan gesteld worden dat door een nog steeds groeiend verblijfstoerisme – terwijl allang onderzoeken hebben aangetoond dat de carrying capacity van het eiland overschreden is – steeds meer rioolwater en afval wordt geproduceerd dat allemaal afgevoerd wordt naar een meer dan overvolle landfill Parkietenbos. Nu de verouderde rioolwaterzuiveringsinstallatie te Bubali ook nog buiten werking is gesteld wordt het ongezuiverde slib (zeg gerust poep) ook naar het Parkietenbos afgevoerd om verbrand te worden in de incinerator – na eerst gewoon in de open lucht te drogen is gelegd -, die nu met een nog niet in rechte vaststaande hindervergunning dag en nacht werkzaam is.

Minister Geoffrey B. Wever, belast met Economische Zaken, Communicatie, Duurzame Ontwikkeling kun je ook aanspreken aangezien het overduidelijk is dat de landfill Parkietenbos niet duurzaam wordt beheerd. De heer Rocco G. Tjon, minister van Justitie en Sociale Zaken kan aangesproken worden over het ongestraft overtreden van allerlei regels betreffende de landfill Parkietenbos, notabene door zijn eigen regering. Het in de open lucht verbranden zonder hindervergunning is strafbaar net als zonder wettelijke geregelde ontheffing van de Hinderverordening voor Serlimar. En daar doet hij niets aan. Ook op sociaal gebied kan het vertrappen van de rechten van de buurtkinderen om ongestuurd buiten te kunnen spelen hem aangerekend worden. Minister Endy J. H. Croes is belast met Onderwijs en Sport. Hij kan zondermeer verantwoordelijk worden gesteld voor het ziekteverzuim van alle buurtkinderen door de hinder van het Parkietenbos en die daardoor niet van hun recht op onderwijs en sport kunnen genieten.

Tenslotte, de primus inter parus, de Minister President en minister van algemene zaken, mw. Evelyna Wever-Croes. Zij is ook belast met Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke ordening. De overvolle landfill Parkietenbos is in strijd met de algemeen aanvaardbare regels van ruimtelijke ordening. Als voorbeeld kan genoemd worden de vervuiling van aangewezen mariene natuurgebieden.

Zondermeer kan gesteld worden dat de overheid als collectief haar zorgplicht zoals in de Staatsregeling van Aruba opgenomen verzaakt en daardoor de bewoners rondom de landfill hun recht op een gezonde en veilige leefomgeving niet geven. Het recht op leven, dat voor wat betreft de buurtbewoners aangetast wordt door toxische stoffen en andere gevaarlijke stoffen en hinder, wordt al jaren ernstig aangetast.  

Derhalve, als iemand besluit een juridische actie te beginnen tegen de overheid op grond van een civielrechtelijke onrechtmatige daad – hetgeen gedefinieerd wordt als een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt – waarbij vooral in het oog springt het nalaten iets te doen aan de al tijden voortdurende vreselijke toestand van het Parkietenbos dan is het land Aruba en wel alle ministers bijeen daarvoor civielrechtelijk aanspreekbaar.

Bovendien zal ik niet verbaasd staan als naast het Land Aruba ook het Koninkrijk der Nederlanden voor de civiele rechter wordt gedaagd. Immers, het Koninkrijk moet door tussenkomst van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van het Koninkrijk terdege op de hoogte zijn van de jarenlange onrechtmatigheden die plaatsvinden te Parkietenbos en dat de buurtbewoners bewijsbaar in hun mensenrechten zijn en worden aangetast. Artikel 42 tweede lid van het Statuut voor het Koninkrijk stelt onomwonden vast dat bij bestuurlijke taakverwaarlozing, wat dus hier al jaren gebeurt, opgetreden kan, mag en naar mijn mening moet worden. De juridische doctrine dat dit taakverwaarlozingsartikel slechts als ultime remedium ingeroepen mag worden is allang achterhaald door jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten van de mens dat in populaire woorden stelt dat je niet reactief de put moet dempen als het kalf verdronken is doch dat proactief moet voorkomen. In het geval Parkietenbos landfill zijn reeds kalveren verdronken en moet voorkomen worden dat het voort duurt.

Dr. Jeff Sybesma is gastdocent aan de Faculteit der der Rechtsgeleerdheid van de University of Curaçao, Lid van de Raad van Advies Curaçao en bijzondere rechter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.