Den Haag – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren snapt dat haar brief met tips over hoe inwoners van Caribisch Nederland kunnen besparen op energiekosten (o.a. korter douchen) verkeerd is gevallen op de eilanden.
“De woordkeuze in mijn brief, en welk beeld dat heeft opgeleverd, is ongelukkig omdat er in de tekst onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke omstandigheden waarmee huishoudens in de Cariben te maken hebben”, erkent zij ruiterlijk in antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamerleden Joba van den Berg (CDA) en Atjje Kuiken (PvdA).
Ollongren trekt het boetekleed ook aan in haar antwoord op de brief die de Bonairiaanse gedeputeerden Nina den Heyer en Hennyson Thielman haar stuurden naar aanleiding van de omstreden besparingstips: “Ik ben het met u eens dat een directe vergelijking met Europees Nederland niet kan worden gemaakt. De referentie naar elektriciteitsverbruik bij huishoudens in Europees Nederland in mijn brief naar de Kamer is dan ook ongelukkig. Temeer omdat juist dat element in de publiciteit is uitgelicht en daarmee de intenties van het kabinet heeft overschaduwd”, aldus de bewindsman.
Lees hier de brief van Ollongen aan de gedeputeerden en hieronder haar antwoord op de vragen van Van den Berg en Kuiken
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht “Woede om Ollongren die bevolking Caribisch Nederland maant korter te douchen: ’Wat een dedain’”?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de reacties op uw advies aan de bevolking van Caribisch Nederland om korter te douchen en minder vaak de airco te gebruiken en uw tips over zuinig wassen en drogen en over het zuinig gebruik van een tweede koelkast of vriezer?
Antwoord:
Het onderzoek van Milieu Centraal naar energiebesparing in huishoudens is in samenwerking met de openbare lichamen uitgevoerd. Hoewel beoogd was om data te verzamelen via gericht huis-aan-huis bezoek, was dit niet mogelijk in verband met COVID-19. Daarom is in overleg met de openbare lichamen gekozen voor een digitale enquête. Ik begrijp de kritiek op deze vorm van onderzoek doen en heb in mijn brief aan de Kamer dan ook aangegeven dat de resultaten uit de enquête niet representatief zijn, hoewel ze wel richting kunnen geven.
Ik betreur de ophef die is ontstaan over dit initiatief om samen met het openbaar lichaam Bonaire en betrokken instanties WEB en UNKOBON tot bewustwording en mogelijke besparing in huishoudens te komen. De woordkeuze in mijn brief, en welk beeld dat heeft opgeleverd, is ongelukkig omdat er in de tekst onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke omstandigheden waarmee huishoudens in de Cariben te maken hebben. Dat neemt niet weg dat bewustwording over verbruik ook in Caribisch Nederland tot besparingen kan leiden. Overigens wil dat niet zeggen dat het gebruik van bepaalde apparaten omlaag moet. Besparing is ook mogelijk door energiezuinige alternatieven in te zetten. Op Saba wordt nu bijvoorbeeld als onderdeel van de bewustwordingscampagne een pilot uitgevoerd met het gratis verstrekken van LED-lampen.
In Europees Nederland lopen al geruime tijd bewustwordingscampagnes op het gebied van energiebesparing, die huishoudens hebben geholpen de energierekening te verlagen. Hetzelfde heeft het kabinet ook Caribisch Nederland willen aanbieden, passend binnen de lokale context.
Vraag 3
Vormen de bedoelde tips de “kansen omtrent praktische verduurzamingsmaatregelen in woningen voor Caribisch Nederland”, die de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal in beeld zou brengen?
Antwoord:
Naar aanleiding van de toezegging in de Kamerbrief Duurzaam bouwen en wonen in de overzeese Koninkrijksdelen d.d. 21 december 2018 heb ik Milieu Centraal gevraagd onderzoek te doen naar energiebesparing in huishoudens. Het betreft inderdaad de kansen omtrent praktische verduurzamingsmaatregelen in woningen in Caribisch Nederland. In overleg met de openbare lichamen heeft Milieu Centraal de resultaten uit het onderzoek verwerkt in laagdrempelige tips en deze aangeboden aan de openbare lichamen en de elektriciteitsbedrijven. De openbare lichamen kunnen zelf besluiten of en hoe ze deze willen inzetten.
Vraag 4
Heeft uw oproep bijgedragen aan het vergroten van draagvlak, kennis en ervaring omtrent energiebesparing in de woning onder de bevolking van Caribisch Nederland? Zo ja, op welke wijze?
Vraag 5
Begrijpt u dat uw oproep tot verbazing heeft geleid omdat veel inwoners van Caribisch Nederland onder het bestaansminimum leven en daarom al zuinig moeten zijn met energie?
Antwoord vragen 4 en 5:
Uit het onderzoek komt naar voren dat in Caribisch Nederland de energierekening van huishoudens voor een belangrijk deel wordt bepaald door verlichting in huis, verkoeling, en verwarming van water. Dit is relevante informatie voor de vergroting van de bewustwording op energieverbruik en besparingsmogelijkheden. In mijn brief aan de Kamer d.d. 15 oktober ga ik hierop in. Het betreft echter geen oproep. Het is aan de openbare lichamen zelf om te bepalen of en hoe ze de informatie die door Milieu Centraal is aangereikt willen inzetten in de informatievoorziening aan hun inwoners.
Ik realiseer mij dat armoedebestrijding en de hoge kosten van levensonderhoud een belangrijk thema is voor het bestuur en de inwoners van Bonaire. Dat geldt ook voor het kabinet en om die reden is door het kabinet geïnvesteerd in het vergroten van de bestaanszekerheid. Het onderzoek naar energiebesparing in huishoudens past binnen de bredere maatregelen van het Rijk op dit gebied. Ook de investeringen van dit kabinet in duurzaamheid op Bonaire, Saba en Sint Eustatius moeten bijdragen aan het verlagen van de kosten van nutsvoorzieningen en vergroten van de bestaanszekerheid van de inwoners. Besparing op verbruik – waar mogelijk – is vanuit duurzaamheid en kostenreductie een kleine, maar verstandige stap.
Vraag 6
Hebt u kennisgenomen van de brief van de gedeputeerden Den Heyer en Tielman van Bonaire van 19 oktober jl.? Zo ja, wat is uw antwoord?
Antwoord:
Ja. Ik heb uw Kamer, ongeveer gelijktijdig met deze beantwoording, separaat een afschrift gezonden van mijn reactie aan de gedeputeerden.
Vraag 7
Deelt u de mening, dat het voor de energievoorziening in Caribisch Nederland noodzakelijk is te investeren in duurzame vormen van energie? Zo ja, welke maatregelen neemt u daarvoor?
Vraag 8
Klopt het dat het investeringsplan van WEB leidt tot 80% duurzame elektriciteitsopwekking en tot lagere elektriciteitstarieven?
Vraag 9
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de besluitvorming over het investeringsplan van energiebedrijf WEB?
Antwoord vragen 7, 8 en 9:
Verduurzaming van de elektriciteitsproductie op Bonaire heeft de aandacht van het kabinet. Er worden met alle betrokken partijen, zijnde het openbaar lichaam Bonaire, WEB, Bonaire Brandstof Terminals B.V (BBT) en ContourGlobal, gesprekken gevoerd over de verdere verduurzaming van de elektriciteitsproductie.
Het investeringsplan van WEB betreft een verzoek aan het ministerie van EZK om subsidie voor investeringen in hernieuwbare elektriciteitsproductie, waarmee het aandeel hernieuwbare elektriciteitsopwekking volgens dit subsidieverzoek naar 68% zou kunnen stijgen.
Op verzoek van uw Kamer (motie Boucke, 35632 nr. 13) heeft de op 26 april 2021 opgerichte deelneming BBT in haar statuten ook als doelstelling opgenomen om zich in te zetten op de verduurzaming van de elektriciteitsproductie op Bonaire. Op verzoek van uw Kamer wordt een routekaart naar een 100 procent duurzame energievoorziening in Caribisch Nederland opgesteld (motie Boucke, 35632 nr. 15) en daarbij wordt bezien welke taken de BBT op zich kan nemen bij verduurzaming op Bonaire. Het ministerie van EZK bereidt een reactie op het subsidieverzoek van WEB Bonaire voor, in samenhang met de Kamerbrief waarin de routekaart uiteengezet wordt. Deze wordt uiterlijk in januari 2022 naar uw Kamer gestuurd.