In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Sint Eustatius.
Liever geen standaard Caribisch sausje
Door Mia van Deelen
Ruim 7 jaar geleden verhuisden wij naar het kleine Sint Eustatius, een van de eilanden van Caribisch Nederland. Het leuke van verhuizen naar een ander deel van de wereld met een andere – soms gedeelde – geschiedenis, cultuur en achtergrond is, dat literatuur van daar veel makkelijker beschikbaar is en de andere kant van gebeurtenissen laat zien. Voor ons soms schokkend, maar het schudt wakker en verrijkt.
Ik ben altijd een verwoed lezer geweest en de e-reader is dan ook een geweldige oplossing om aan allerlei boeken te komen uit verschillende tijdperken en regio’s. Tijdens de corona-isolatie ontstonden opeens met behulp van moderne technieken andere mogelijkheden, zoals het bijwonen van digitale colleges “Caribische Dromen” van de Universiteit van Amsterdam door Michiel van Kempen.
Boeken van onder meer auteurs als Jean Rhys, Albert Helman, Cynthia McLeod, Astrid Roemer, Isabel Allende (over Haiti) en Erik den Brabander werden besproken. Allemaal met een thema: bevolkingsgroepen die vinden dat zij vanzelfsprekend kunnen ingrijpen in het leven van anderen en daarmee families uit elkaar rukken. Met vergaande gevolgen die tot in deze tijd doorwerken. De tijd van slavernij ligt immers nog niet heel ver achter ons.
Ook op Sint Eustatius spelen vragen over afkomst en achtergrond en dus over identiteit en cultuur een grote rol. Ongeveer een jaar geleden is een grote begraafplaats van slaven ontdekt behorende bij een plantage. Het blijkt een unieke vondst. Deze begraafplaats wordt bedreigd door economische activiteiten waarvan vooralsnog niet aannemelijk is gemaakt dat deze zo urgent zijn dat ze de opgravingen rechtvaardigen.
Zoals met meer zaken is de lokale overheid niet transparant over de plannen ten aanzien van deze begraafplaats. Er is niets bekend gemaakt wat er met de al opgegraven overblijfselen gaat gebeuren of onder welke omstandigheden ze bewaard zijn en zullen worden. De eeuwige rust van voorouders van een groot deel van de bevolking op Sint Eustatius kan niet zo maar verstoord worden zonder directe en brede raadpleging van de bevolking.
Natuurlijk zal het verslag van een ingestelde onderzoekscommissie meespelen, maar zeker ook de internationale ethische code voor archeologen. Economisch belang mag immers niet vanzelfsprekend gaan boven cultuurhistorisch belang. De begraafplaats kan trouwens ook bijdragen aan economisch belang door er een unieke herdenkingsplek van te maken. Daarnaast staat natuurlijk onomstotelijk vast dat binnen het onderwijs ruimte moet worden gegeven voor educatie over cultuur en geschiedenis. En niet alleen over Sint Eustatius, maar over de hele regio.
En als we dan toch denken over economische belangen, dan is er natuurlijk het toerisme dat als een pijler hiervan zou kunnen dienen (maar er zijn ook andere pijlers, die nog het nader onderzoeken waard lijken). Maar moet de toerist dan overgoten worden met het standaard Caribisch sausje dat op enig ander eiland ook te vinden is? Ik denk van niet! Laat nu juist de unique selling points van ons eiland daartoe het verschil maken! Een prachtige en aansprekende geschiedenis met een verbondenheid met de Verenigde Staten van Amerika, zwart zand op het strand als gevolg van de vulkanische oorsprong, etc.
Kortom, denk na over wat je gaat doen: er zijn zoveel andere mogelijkheden dan die welke je op elk ander Caribisch eiland kan vinden.