Den Haag – Klimaatmaatregelen in Caribisch Nederland vereisen door de verschillen met Europees Nederland maatwerk. Dat antwoordt staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat Dilan Yeşilgöz-Zegerius op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer die zijn ingediend ter voorbereiding op de plenaire behandeling van de begroting EZK volgende week.
“De situatie verschilt door een aantal oorzaken: (1) de fiscale situatie verschilt sterk, waarbij er in Caribisch Nederland geen accijns op fossiele brandstof is en geen belasting of heffing op elektriciteit, (2) de business case voor een investering in verduurzaming is anders doordat (a) het referentietarief verschilt en (b) de technische opbrengst uit een windturbine of zonnepaneel in Caribisch Nederland hoger is, (3) de eilanden geen elektriciteitsmarkt met concurrerende bedrijven kennen, maar er één gereguleerde monopolistische producent per eiland is en (4) de eilanden aanzienlijke schaalnadelen hebben; de elektriciteitsvoorziening kwalificeert als stand alone micro-grid”, aldus de bewindsvrouw.
Vanwege deze verschillen is het Klimaatakkoord van Parijs niet van toepassing op Bonaire, Sint Eustatius en Saba en wordt er in de Nederlandse Klimaatwet en het Klimaatplan 2021-2030 niets over de eilanden vermeld. De ‘routekaart’ naar een klimaatneutrale energieproductie in Caribisch Nederland waar D66 eerder per motie om heeft gevraagd, wordt in december naar de Kamer gestuurd, zo belooft Yeşilgöz-Zegerius
Alle vragen en antwoorden:
Welke maatregelen ten behoeve van het klimaat en de energietransitie gelden wel voor Europees Nederland, maar niet voor Caribisch Nederland?
Antwoord
De enige generieke maatregel die zowel in Europees als Caribisch Nederland geldt, is de Demonstratieregeling Energie-innovatie (DEI). De maatregelen ten behoeve van de energietransitie die in Europees Nederland gelden, zijn specifiek ontwikkeld voor de Europees Nederlandse situatie.
De situatie in Caribisch Nederland vraagt om maatwerk en hierom worden de maatregelen specifiek voor Caribisch Nederland getroffen. De situatie verschilt door een aantal oorzaken: (1) de fiscale situatie verschilt sterk, waarbij er in Caribisch Nederland geen accijns op fossiele brandstof is en geen belasting of heffing op elektriciteit, (2) de business case voor een investering in verduurzaming is anders doordat (a) het referentietarief verschilt en (b) de technische opbrengst uit een windturbine of zonnepaneel in Caribisch Nederland hoger is, (3) de eilanden geen elektriciteitsmarkt met concurrerende bedrijven kennen, maar er één gereguleerde monopolistische producent per eiland is en (4) de eilanden aanzienlijke schaalnadelen hebben; de elektriciteitsvoorziening kwalificeert als ‘stand alone micro-grid’.
Ook verschilt de onderlinge situatie Saba, Bonaire en Sint Eustatius sterk. Hierom wordt maatwerk geleverd bij het treffen van maatregelen. Zo hebben Saba en Sint Eustatius eenmalige specifieke subsidie gekregen waarmee het aandeel hernieuwbare elektriciteit is verhoogd van 0% naar 43%.
Kunnen de uitgaven in Caribisch Nederland verder worden gespecificeerd?
Antwoord
De uitgaven voor Caribisch Nederland op artikel 4 van de EZK-begroting in 2022 en verder (4,1 miljoen euro per jaar) betreffen voornamelijk subsidies aan de energiebedrijven van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba met als doel de netbeheertarieven op deze eilanden op hetzelfde niveau te houden als in (Europees) Nederland. De uitgaven in 2021 zijn eenmalig fors hoger doordat 8,2 miljoen euro additionele subsidie is verleend om de netbeheertarieven naar nihil te krijgen, dit als coronaondersteuning van de bevolking en de bedrijven op de eilanden. Ook is eenmalig 10,4 miljoen euro gereserveerd voor de beleidsdeelneming in de brandstofopslag op Bonaire en 1,7 miljoen euro voor het treffen van noodmaatregelen om de energievoorziening op Bonaire te kunnen garanderen.
Wat is de status van de BES-eilanden met betrekking tot het Parijsakkoord?
Antwoord
De Overeenkomst van Parijs is geratificeerd door het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland heeft in het kader van deze Overeenkomst geen eigen nationaal bepaalde bijdrage (nationally determined contribution), maar trekt gezamenlijk op met de EU. In de nationally determined contribution van de EU zijn de reductieverplichtingen vastgesteld, die alleen geldig zijn voor het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Ook de dataverzameling van broeikasgasemissies en de rapportage hierover door Nederland aan de UNFCCC en aan de Europese Commissie hebben alleen betrekking op het Europese deel van het Koninkrijk.
Wat is de status van de BES-eilanden in de Nederlandse Klimaatwet en het daaropvolgende ‘Klimaatplan 2021-2030’?
Antwoord
De Nederlandse Klimaatwet en het Klimaatplan 2021-2030 zien toe op Europees Nederland. Het is net zo belangrijk om Caribisch Nederland te beschermen tegen klimaatverandering en de energietransitie ook hier te doormaken. In overleg met de besturen van de openbare lichamen wordt gewerkt aan de energietransitie in Caribisch Nederland. Rond het Kerstreces wordt een routekaart naar een duurzame energievoorziening aan uw Kamer gestuurd die nu ter uitvoering van de motie Boucke wordt opgestuurd.
Wat is de status van de BES-eilanden in de afgelopen en de komende Klimaat- en Energieverkenning?
Antwoord
De BES-eilanden worden niet meegenomen in de Klimaat- en Energieverkenning.
Uit welke nationale en internationale fondsen kunnen de BES en de CAS-eilanden putten als het gaat om investeringen in verduurzaming en de energietransitie?
Antwoord
Alle zes eilanden kunnen putten uit het European Development Fund (EDF). De eilanden hebben dit ook daadwerkelijk gedaan voor investeringen in verduurzaming en de energietransitie.
De autonome landen in het Koninkrijk (Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten) hebben ieder hun eigen beleid en financiering. De BES-eilanden behoren tot het autonome land Nederland.
De financiering van verduurzaming en de energietransitie in de BES-eilanden vraagt om maatwerk om een aantal redenen: (1) de fiscale situatie verschilt sterk, waarbij er in Caribisch Nederland geen accijns op fossiele brandstof is en geen belasting of heffing op elektriciteit, (2) de business case voor een investering in verduurzaming is anders doordat (a) het referentietarief verschilt en (b) de technische opbrengst uit een windturbine of zonnepaneel in Caribisch Nederland hoger is, (3) de eilanden geen elektriciteitsmarkt met concurrerende bedrijven kennen, maar er één gereguleerde monopolistische producent per eiland is en (4) de eilanden aanzienlijke schaalnadelen hebben; de elektriciteitsvoorziening kwalificeert als ‘stand alone micro-grid’.
De Europees Nederlandse generieke regelingen passen hier niet bij. Er wordt dan ook maatwerk geleverd. Saba en Sint Eustatius hebben bijvoorbeeld een specifieke subsidie gekregen waarmee het aandeel duurzame elektriciteit is verhoogd van 0% naar 43%.