OPINIE – Speeltuin voor de rijken?

Door Jan Meijer

Misschien ben ik te optimistisch, misschien vergis ik mij, maar vandaag 14 oktober kwamen twee zaken samen. Als twee puzzelstukjes die al een hele tijd buiten beeld waren en ineens zag je hoe ze gelegd moeten worden. Vandaag was er een vergadering van de Eilandsraad enerzijds en een debat over de begroting Koninkrijksrelaties in de Tweede Kamer anderzijds. Ik probeerde ze beide te volgen; er was enige overlap in tijd, maar toch: als toeschouwer met internet kun je beide redelijk volgen. Als het gaat om Sint Eustatius zag ik hoe de staatssecretaris BZK in de Tweede Kamer de Eilandsraad zwart probeerde te maken als zou zij de oorzaak zijn voor het niet voortvarend oppakken van de voorwaarden waar aan moet zijn voldaan om een volgende stap te maken in situatie van “herstel democratie” (of: in lijn met de naam van de daartoe strekkende wet, “herstel voorzieningen”).

Ongeveer 7000 km zuidwest van Europees Nederland was er diezelfde Eilandsraad van Sint Eustatius in overleg met de regeringscommissaris. Wat ik daar zag was in het geheel niet in lijn met de gesuggereerde zwartmakerij van de Eilandsraad door de staatssecretaris. Het was eerder andersom. De Eilandsraad was erg boos en ontzet over het gedrag van de regeringscommissaris die aantoonbaar (en aangetoond aan de hand van daartoe strekkende wetsartikelen!) onwettig, vertragend en verhullend werkt. De Eilandsraad wordt structureel in het donker gehouden waar het betreft transparantie in informatievoorziening. En in rapportages van de regeringscommissaris aan de staatssecretaris krijgt de Eilandsraad altijd de schuld. Dit werd ook letterlijk zo uitgesproken.

Het goede hieraan is dat waar het betreft ‘samenwerking’ binnen de Eilandsraad, hier nu een gemeenschappelijke vijand is gevonden en het lijkt alsof vroegere kemphanen in de Eilandsraad nu elkaars bondgenoot worden. Als dat momentum kan worden vastgehouden dan komen er vast nog goede dingen uit naar voren. Dat belooft wat voor de toekomst. Maar de toekomst is nog ver weg, en het gevoel gemuilkorfd te zijn en de bewoners te representeren met hun armen gebonden op de rug, is vooralsnog alom manifest.

Mijn hypothese (ik heb er geen bewijs voor maar tegelijkertijd is geen van mijn observaties in tegenspraak met deze hypothese) is als volgt. Het mantra is dat de interventie zo kort als mogelijk zal duren en zo lang als noodzakelijk. De vraag is dan natuurlijk: noodzakelijk, voor wie of wat? Dan komt mijn hypothese om de hoek. Er wordt driftig geïnvesteerd door dhr. Barnhoorn: de man van de rozenkwekerij in Afrika; BNNVARA/Zembla heeft indertijd een documentaire gemaakt over de wijze waarop hij heel veel geld heeft verdiend en mensen en dieren in de droogte werden gelaten, omdat een rivier werd ‘omgelegd’ ten behoeve van de watervretende bloemenkwekerij.

Niet bepaald een imago waarmee goedheid of betrokkenheid met het eiland en zijn bewoners een geloofwaardig item is of wordt. Bovendien is dhr. Barnhoorn een nauwelijks op het eiland zichtbare figuur: het eiland is in zijn ogen waarschijnlijk niets meer of minder dan een verdienmodel. Investeerders zijn indertijd door het CDA (onder leiding van dhr. Balkenende) aangetrokken om – onder meer – op Sint Eustatius te investeren waarbij de bestuurders hen vrijhouden van rompslomp als benodigde vergunningen en quarantaine voor “essential workers”. Zo is een groot perceel met bomen ‘zomaar’ gekapt om de bouwplaats van het resort te scheppen. Inmiddels is zelfs een weg geshoveld naar de kust: natuurlijk zonder overleg met de natuurbeherende organisatie Stenapa. De enige begunstigden van deze

investeringen zijn de investeerders zelf, het eiland wordt er geen sikkepit wijzer van. Dus “zo lang als noodzakelijk” zou zomaar eens kunnen zijn: “zo lang als de investeerders nodig hebben om het ‘point of no return’ te hebben bereikt”. Wat het doel is weet ik niet, maar het lijkt alsof investeerders een soort Saint Barths nastreven: een speeltuin voor de zeer rijken. Maar goed, het is natuurlijk maar een hypothese…

De frustratie van de Tweede Kamer, en met name van mw. Kuiken is groot, en ik deel die frustratie van harte. Hoe kan het immers zijn dat in elf jaar tijd niet iets behoorlijks is neergezet om de armoede te elimineren. De Nationale Ombudsman parafraserend: de Kamerleden laten zich door het kabinet telkens weer in de luren leggen. Voor de goede orde: mijn frustratie richt zich niet op de Kamerleden maar op de absolute arrogantie die afdruipt van het handelen van deze regering. Moeiteloos wordt voor Europees Nederlandse noden de portemonnee getrokken voor een veelvoud van hetgeen hier nodig is om de armoede buiten de deur te houden.

Natuurlijk is het goed om ook naar de kostenkant te kijken en om (vooral kleine) stapjes te maken maar per saldo is er na al die tijd nog steeds armoede. En natuurlijk heeft het vorige kabinet wel heel erg weinig gedaan, en natuurlijk zijn er door dit kabinet stappen gemaakt, maar vooralsnog is na elf jaar het probleem niet opgelost. Dezelfde verbazing betreft de financiële administratie die maar niet op orde dreigt te komen: het is een gemeenschap van ongeveer drieduizend mensen, niet bepaald een ‘big deal’ zou je zeggen. Maar op de een of andere manier slaagt de eigen organisatie noch alle ingevlogen hulptroepen erin om het financieel beheer duurzaam op orde te krijgen. Wordt het dan niet eens tijd om over “onwil” (van het kabinet) te spreken?

Bij de motie die ervoor moet zorgen dat een BSN wordt geïntroduceerd in Caribisch Nederland zie ik eenzelfde soort van onwil. Wetten moeten gewijzigd worden en wat al niet meer. Ik zou denken: het BSN is in Europees Nederland een vanzelfsprekendheid, dus qua wetgeving hoeft er misschien wel helemaal niets te gebeuren.

Waarom aparte wetten en regels voor iets dat in Europees Nederland reeds juridisch is ingebed en volledig operationeel is? Gewoon één op één toepassen en niet van speciale BES-wetgeving voorzien. Er is geen enkele grond (ik refereer hier aan lid 4 in artikel 132a van de Grondwet) op basis waarvan men kan zeggen dat men eigen lokale wet- en regelgeving behoeft. Ja, de huidige administratie is vast niet in lijn met die in Europees Nederland maar dat zijn vast niet de onderscheidende verschillen waarop zojuist aangehaald Grondwetsartikel duidt. Dit is gewoon ‘moedwillig’ een verschil (een achterstelling?) in stand houden!

Hoewel niet opgenomen in het begrotingsoverleg van 14 oktober 2021 maar wel genoemd op de website van DossierKoninkrijksrelaties.nl (op 12 oktober), betreft de postbezorging in Caribisch Nederland. Een van de punten die wordt genoemd in de sfeer van ‘oorzaken’ betreft de al dan niet frequente vliegverbindingen tussen de BES-eilanden. Ik heb al eerder mijn standpunt daarover aan u gemeld: Winair is een monopolist en wordt in stand gehouden door de twee eigenaren, namelijk het land ‘Sint Maarten’ (ca 92%) en het land ‘Nederland’ (ca 8%). En nu mag er ogenschijnlijk niets gebeuren dat de status van Winair verstoort, terwijl een bedrijf als EZ Air in combinatie met SXM Airways op concurrerende wijze een aanbod klaar lijkt te hebben liggen waarmee Winair gemakkelijk kan worden vervangen voor wat betreft de intereilandelijke verbindingen tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat nu lijkt velen, waaronder de staatssecretaris en de minister van I&W, een stap te ver vinden gaan. Wie er allemaal beter van wordt (waarschijnlijk vooral de eilandelijke eigenaar van Winair), maar in geen geval de inwoners van Sint Eustatius. Die zien alleen maar een te dure verbinding met een onbetrouwbare partner als Winair. Zij blijven bovendien in alle opzichten voor vervoer nog steeds volkomen afhankelijk van Sint Maarten en aldus verstoken van goede en betaalbare luchtverbindingen naar ook andere bestemmingen in de regio.

Maar goed, mijn schrijven lijkt in dit opzicht een soort “paarlen voor de zwijnen” want wat er ook gebeurt: aan de verbindingen vanaf Sint Eustatius lijkt weinig te verbeteren. Of het moet de ferryverbinding zijn die waarschijnlijk dezelfde als eerder bedoelde investeerderslobby kent en vooral gericht is op toeristisch verkeer vanuit Sint Maarten (zo ook bevestigd door de regeringscommissaris!) en waar de bevolking van Sint Eustatius dus niet gebaat is. Het is mijn “voorspelling” dat deze ferryverbinding, zodra de overheidssubsidie is beëindigd, snel een zachte dood zal sterven.

Tot slot nog een bevinding naar aanleiding van de verhoging van het minimumloon waarbij Sint Eustatius niet wordt genoemd, naar verluidt omdat de Centrale Dialoog daartoe negatief zou hebben geadviseerd. Is het niet zo dat het juist de overheid is die grenzen bepaalt waarbinnen de Centrale Dialoog kan onderhandelen? Net zoals – volgens mij – in Europees Nederland het minimumloon ook niet het resultaat is van deze of gene CAO-overleg.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.