COLUMN – “Het was me een waar genoegen”

“Ze zouden daar in Den Haag eens wat meer rekening moeten houden met ons in het Caribisch deel van het Koninkrijk”, hoor je regelmatig. Een terechte klacht, zo bleek deze week maar weer eens bij de behandeling van de begroting voor Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Wie, wonend, voor werk uitgezonden of vakantievierend op de eilanden, het debat in de Tweede Kamer via de livestream wilde volgen, moest de wekker zetten om bij nacht en ontij achter het computerscherm plaats te nemen; noodgedwongen met oordopjes in om huisgenoten niet te storen.

Hoewel er maar liefst 17 moties werden ingediend om staatssecretaris Raymond Knops tot meer of – in het geval van de PVV – juist minder warme koninkrijksgevoelens te bewegen, vroeg geen der 11 aan het debat deelnemende volksvertegenwoordigers bij de planning van volgende debatten de nachtrust aan de andere zijde van het Koninkrijk te respecteren.

Wie het gelukt is vroeg uit de veren te komen, zal daar geen spijt van hebben. Het was inhoudelijk een van de betere debatten sinds 2010 met ook nog eens enkele concrete resultaten. Een vraag die velen aan beide kanten van de oceaan bezighoudt, bleef onbeantwoord: keert Knops in kabinet Rutte IV terug als staatssecretaris voor koninkrijksrelaties? Was zijn slotwoord bedoeld als afscheid of juist een sollicitatie om door te mogen? 

“Zou ik tot slot, bij mijn misschien wel laatste begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties – wie weet – van de mogelijkheid gebruik mogen maken om al die mensen te bedanken die dag in, dag uit bezig zijn met het leven en welzijn van de mensen in de Caribische delen van het Koninkrijk om het leven van die mensen te verbeteren?

In de afgelopen jaren heb ik bij mijn bezoeken aan meer dan duizend mensen gezien – het moeten er veel meer dan duizend geweest zijn die ik gesproken en ontmoet heb – wat voor helden op de eilanden rondlopen en actief zijn. Ik denk aan Christina Hodge in het Dutch Quarter op Sint-Maarten, aan Desi Pinedo van Shelterrock Paradise of aan de mensen van de vrouwenopvang op Aruba, maar ook aan de mensen in de zorg, het onderwijs en de rechtshandhaving. Veel onbekende helden heb ik mogen ontmoeten.

Ik ben besmet geraakt met een virus, in dit geval het Caribische virus, van warmte, familie, vriendschap. Ik ben van de mensen en de eilanden gaan houden, omdat ik ze heb leren kennen. Als je elkaar wilt leren begrijpen, dan kun je elkaar ook waarderen. Ik beschouw het als een groot voorrecht dat ik de afgelopen jaren die ervaring heb mogen opdoen. Ik geef het grif toe: mijn kijk op het Koninkrijk is veranderd en verrijkt.

Ik wil al mijn ambtenaren, de bestuurders en de politici waarmee ik heb samengewerkt en de leden van de Kamer danken voor hun inzichten en voor hun betrokkenheid, want dat is iets wat we allemaal gemeen hebben.

Ik wil iedereen ook een boodschap meegeven: werk samen, huntu, en respecteer elkaar, maar ga stap voor stap door om ongelijkheid en het onrecht te bestrijden en de zo bevochten autonomie echt inhoud te geven. Serve the people. Het was me een waar genoegen. Dank u wel.”

Kadushi twijfelt geen nanoseconde aan de oprechtheid van Knops’ slot(?)akkoord, maar hij bevestigde daarmee onbedoeld wel dat er tussen woord en daad een grote kloof gaapt.

Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.