Den Haag – Het lukt minister Barbara Visser (Infrastructuur en Waterstaat) niet binnen de gestelde termijn de schriftelijke vragen van de Tweede Kamerleden Jorien Wuite en Kiki Hagen (beiden D66) over de luchtvaart in het Caribisch deel van het Koninkrijk te beantwoorden.
Als argument voert zij aan dat de beantwoording “interdepartementale afstemming” behoeven. Dat suggereert dat andere ministeries moeten worden geraadpleegd, maar de vragen van Wuite en Hagen hebben uitsluitend betrekking op Vissers eigen ministerie.
De kwestie heeft extra actualiteit gekregen door de recente aanbesteding van een veerdienst tussen de Bovenwindse eilanden waarvoor het ministerie van IenW 2 miljoen euro subsidie heeft toegezegd, terwijl er op de eilanden zelf grote scepsis bestaat over de economische haalbaarheid.
“Jammer dat dit een idee is bedacht door ambtenaren in Den Haag zonder ons er bij te betrekken. De reden?”, aldus lid van de Eilandsraad van Sint Eustatius Koos Sneek. “Hiermee wordt de jarenlange roep om een PSO voor de luchtvaart op een zijspoor gezet. Ook hebben de voorwaarden er toe geleid dat alleen buitenlandse bedrijven konden inschrijven. V.w.b. Saba, waar ferryservices al bestonden, wordt de bestaande aanbieder vanwege de subsidie aan deze nieuwe service oneerlijke concurrentie aangedaan en deze zal waarschijnlijk wel gedoemd zijn om de activiteiten te beëindigen.”
Vragen van Wuite en Hagen d.d. 27 augustus 2021
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ‘Rapport over Caribische luchtvaart al twee jaar in onderste la ministerie I&W’?
Vraag 2
Bent u het eens met de vragenstellers dat een goede connectiviteit van Caribisch Nederland van groot publiek belang is?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de conclusie van de commissie Hartman dat er op een aantal routes binnen Caribisch Nederland sprake is van zogenaamde ‘dunne routes’, waarbij commerciële luchtvaartmaatschappijen niet altijd voldoende connectiviteit kunnen garanderen?
Vraag 4
In hoeverre bent u van mening dat de Nederlandse overheid een rol heeft om de connectiviteit op peil te houden als marktpartijen hier niet in slagen?
Vraag 5
Kunt u nader uiteenzetten wat er is gedaan met de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Hartman?
Vraag 6
Kunt u een laatste stand-van-zaken delen over het ingediende steunverzoek van Winair?
Vraag 7
Kunt u delen wanneer u precies verwacht de evaluatie van de staatsdeelne-ming in Winair in het licht van het bredere connectiviteitsvraagstuk te hebben afgerond? Kunt u toezeggen deze evaluatie in elk geval af te ronden voordat eventuele nieuwe steun zal worden besproken?
Vraag 8
Kunt u een laatste stand-van-zaken delen over de voortgang op het aanbeste-dingstraject voor de veerdienst?
Vraag 9
Welke andere alternatieven overweegt u om de connectiviteit op peil te houden en/of te verbeteren, bijvoorbeeld door de inzet van andere luchtvaart-maatschappijen zoals EZ Air en SMX Airways?