Wat bezielt ministers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten toch om de aandacht te willen van de media in Nederland? Waarom leggen zij zich er niet bij neer dat deze totaal niet geïnteresseerd zijn in op niets gebaseerde mooiweerpraatjes van Caribische politici die liever de illusie van autonomie najagen dan de armoede op hun eiland te bestrijden.
Als het al eens bij hoge uitzondering lukt een journalist te verleiden, loopt het vaak faliekant mis, zoals Curaçaos minister van Financiën Javier Silvania vorige week tot schade en schande heeft ondervonden. De bewindsman was in Den Haag om de Rijksministerraad bij te wonen waarin een klap moest worden gegeven op het rijkswetsvoorstel Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling. De dag ervoor liet hij zich, terzijde gestaan door gevolmachtigde minister Carlson Manuel, interviewen voor het radioprogramma De Nieuwsbv.
Indien het de bedoeling was staatssecretaris Knops in de gordijnen te jagen, is de missie meer dan geslaagd: waar minister-president Gilmar Pisas het gewijzigde wetsontwerp een paar weken eerder nog via een persbericht als een godsgeschenk in dank had aanvaard, verklaarde Silvania tot ieder verrassing dat zijn regering er bij nader inzien niet mee kon instemmen. Om zijn premier nog meer in verlegenheid te brengen, voegde de minister eraan toe dat de aan Pisas toegeschreven lovende woorden uit de fantasie van BZK-ambtenaren waren ontsproten…
Silvania is niet de eerste Caribische politicus die ten overstaan van een echte (Nederlandse) journalist de mist ingaat. Onder anderen de Arubaanse minister-president Evelyn Wever-Croes en voormalig premier van Sint Maarten William Marlin gingen hem voor. De gemene deler is dat zij onvoldoende voorbereid het gesprek ingingen, zichzelf overschatten, de interviewer onderschatten en ten onrechte vertrouwden op hun gezag dat in Hollandse ogen dat van een doorsnee dorpswethouder (maar dan zonder dienstauto) niet overstijgt.
Als verzachtende omstandigheid kan worden aangevoerd dat Caribische politici in eigen land niet gewend zijn aan – een sporadische uitzondering daargelaten – journalisten die zich goed voorbereiden, zich verdiepen in het dossier en na een ontwijkend antwoord, niet geremd door misplaatste autoriteitenvrees, doorvragen tot de onderste steen boven is. Geloof het of niet, journalistiek is een heus vak dat meer talent vraagt dan het kunnen vasthouden van een microfoon of pen.
Bewindslieden die zich tegen beter weten in toch per se in een Nederlands mediazonnetje willen koesteren, kunnen altijd nog het voorbeeld van toenmalig premier Suzy Römer volgen. Die maakte ooit haar stralende opwachting in het televisieprogramma Business Class waar een niet eens interesse veinzende presentator (huizenhandelaar Harry Mens) de door de gasten zelf bedachte vragen opleest. Het egotripje kostte de Antilliaanse overheid overigens 15.000 euro.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.