–
In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.
“GHETTO STORIES”
Door Burney el Hage
Het nieuwe schooljaar brengt altijd een positieve vibe met zich mee. Een nieuw begin. Nieuwe kansen. Ondanks Covid is het schooljaar toch nog op tijd en onder leiding van enthousiaste leerkrachten van start gegaan. Maar welke rol speelt het onderwijs eigenlijk in onze samenleving? En dan heb ik het met name over het onderwijs op Curaçao en in mindere mate Bonaire. Naar mijn mening wordt het onderwijs al te vaak gezien als een kostenpost en een soort verplichte dagbesteding waar jongeren tussen de 4 en 18 jaar aan moeten deelnemen voor het vergaren van verouderde kennis en vaardigheden. De jongeren worden door het systeem geduwd en wie het niet bijbeent, valt af en komt als zodanig in de onderwijsstatistieken terecht als een drop-out.
De kans is groot dat deze drop-outs naderhand in andere statistieken opduiken, de statistieken met betrekking tot tienermoederschap, huiselijk geweld, criminaliteit, verslaving, armoede e.d. Statistieken die de samenleving over het algemeen veel geld kosten, de economie en het imago van het eiland schaden. Wat eigenlijk nog erger is, is dat de betrokkenen zelf, meestal een hard en uitzichtloos leven te wachten staat met veel pijn en verdriet. Vaak hebben hun ouders hetzelfde pad bewandeld en lopen hun kinderen een vergroot risico in dezelfde vicieuze cirkel terecht te komen. Weer een ongeschoolde generatie van verloren ontwikkelingspotentieel: gedoemd tot de vicieuze cirkel van armoede, criminaliteit, geweld en disfunctionele gezinsverbanden.
Als buitenstaander, vanuit onze eigen bubbel, is het makkelijk om het gedrag, het patroon of de keuzes van de drop-outs te veroordelen, maar de vraag is of deze kinderen nu werkelijk een reële kans hebben op een beter leven. Als je opgroeit in een overvol en vaak in deplorabele staat verkerend ‘huis’, zonder een eigen bed om in te slapen, in een omgeving waar constant stress is wegens geldgebrek, waar de gezinsverbanden bijna altijd disfunctioneel zijn, waar huiselijk geweld normaal is, de vaders vaak afwezig zijn, er geen structuur in de opvoeding zit, de dagelijkse voeding geen vanzelfsprekendheid is en er thuis vaak geen water of stroom is laat staan wifi, dan leef je constant in een negatieve overlevingsmode.
Rustig huiswerk maken en leren is niet vanzelfsprekend mogelijk. Het is vaak ook niet je prioriteit. Het klinkt dramatisch en onwerkelijk, maar het is de realiteit voor velen. In de achterstandswijken wordt het nog lastiger doordat het gevaar ook op straat en in de wijk loert. En de straat is de omgeving waar de kinderen veel tijd doorbrengen. Het is bijna een ‘mission impossible’ om deze ellende te ontvluchten. En ze willen ontvluchten. In de raps ‘Ghetto story’ en ‘Moru Bon Dia’ (van rappers Mosta Man, Kabalachi en Raven) verwoorden ze hun dagelijkse realiteit vrij duidelijk (https://youtu.be/wAMaY8PQACc) (https://youtu.be/zVI9FM7O8xg). Ze rappen letterlijk dat het hun missie is om levend uit het getto te kunnen komen (“mi mission ta pa sali for di e Ghetto na bida”).
De armoedeproblematiek is complex. Er is bestaat geen ‘quick-fix’. Het probleem is meer dan alleen een geldprobleem. Maar volgens mij is er maar een effectieve manier om de toekomstige generaties een kans te geven om eraan te ontsnappen, om de vicieuze cirkel te doorbreken, en dat is via grootschalige investeringen in sociale infrastructuur, met name onderwijs en vorming. Niet slechts steunend op barmhartigheid van particulieren, maar met een structurele rol vanuit de overheid die haar verantwoordelijkheid draagt o.g.v. eerlijke en transparante bijdrage van de sterke schouders. De voedselbanken, een ‘Johan Cruijff Court’ midden in een achterstandswijk en andere initiatieven zijn zeker belangrijk en welkom, maar in realiteit zijn het vaak slechts pleisters op de wonden. Een doekje voor het bloeden. Hiermee red je misschien enkelen, maar valt de meerderheid uiteindelijk toch buiten de boot.
Het onderwijssysteem op zich en het overheidsbeleid in het algemeen richten zich naar mijn mening nog te veel op kansrijke leerlingen en te weinig op worstelende kansarme leerlingen die afvallen wegens bittere armoede en of het ontbreken van een adequate, stabiele en veilige thuissituatie. Voor elke regering is het onderwijs een ‘kostenpost’ waar bovendien telkens op beknibbeld wordt. Eigenlijk moeten we ons moeten afvragen wat het creëren van achterstandswijken en drop-outs de maatschappij op termijn kosten. Kunnen deze kosten niet geminimaliseerd worden door extra investeringen in de sociale infrastructuur en het onderwijs waardoor de ‘drop-out kraan’ dichtgedraaid kan worden? Onderwijs zou van kostenpost een investeringspost moeten worden.
In een fatsoenlijke samenleving zou alleen al vanuit het humane oogpunt drastische maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat nog meer generaties kansloos verloren gaan. Geen ‘Barmhartige Samaritaan’ samenleving maar een samenleving met eerlijke en transparante contributie van eenieder. “Ghetto stories”, ik luister naar de muziek, het doet pijn en tegelijkertijd bekruipt mij het gevoel van machteloosheid.