Kralendijk – Op Bonaire zijn na een vanwege de Covid-pandemie gedwongen onderbreking voor het eerst in anderhalf jaar parlementaire delegaties van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en Nederland weer fysiek bij elkaar om de onderlinge relatie en actuele zaken te bespreken.
De deelnemers aan de zomereditie van het Interparlementair Koninkrijksoverleg werden verwelkomd door mede-gastheer/gezaghebber Edison Rijna: “Het is mij een bijzondere eer dat ik u bij de opening van het Interparlementair Koninkrijksoverleg mag toespreken. Temeer daar het voor u als delegaties een bijzonder moment is om voor het eerst in anderhalf jaar tijd weer fysiek bijeen te kunnen komen. U heeft in de tussentijd dan wel met elkaar gezoomd, wij weten allemaal dat de wandelgangen niet gemist kunnen worden om vergaderingen vruchtbaar te laten verlopen.”
“Het is een primeur dat u wordt verwelkomd door een gezaghebber, want het is voor het eerst dat een van de openbare lichamen uw halfjaarlijkse overleg host. Het voorstel van de Nederlandse delegatie om elkaar hier op Bonaire te ontmoeten, bevestigt dat wij er bij horen. Een gevoel dat wij niet altijd hebben. Zo stel ik vast dat onze lokale volksvertegenwoordigers niet aan uw beraadslagingen deelnemen. Natuurlijk, zij zijn niet net als u parlementariër, maar we delen een gezamenlijke geschiedenis en zijn in veel opzichten ook lotgenoten. Veel van hetgeen op uw agenda staat, speelt ook bij ons”, aldus Rijna.
De gezaghebber zei er alle vertrouwen in te hebben dat de Nederlandse delegatie de belangen van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba behartigen, maar voegde er aan “het geen gek idee” te vinden bij toekomstige IpKo’s gedelegeerden aan van de eilandsraden toe te laten, al is het maar tijdens één sessie en één keer per jaar. Ik hoop dat u er eens over wil nadenken.”