OPINIE – Wie is Yu di Kòrsou?

Door Jeff Sybesma

Recentelijk sprak George Lichtveld zich in een opinie uit over het Papiaments en de ontwikkeling van Curaçao. Dit naar aanleiding van een rapport opgesteld door de SKS, de Curaçaose vakbondscentrale. Laat ik voorop stellen dat ik de uitgangspunten van het SKS rapport kan begrijpen en volgen. Er staat niets in de weg om de wensen van de SKS, zoals meer Papiaments in het onderwijs, de publieke en private sector, ook daadwerkelijk uit te voeren. Een van de wensen om contracten in de eigen taal te mogen schrijven bestaat al.

Ons burgerlijk wetboek heeft dit mogelijk gemaakt net zoals notariële akten die in verschillende talen kunnen worden opgemaakt, mits de betreffende taal – bijvoorbeeld het Papiaments – voor alle belanghebbenden, inclusief de notaris  te begrijpen is. Ik kan echter ook de kritiek van Lichtveld volgen. Enige realiteitszin bij de uitvoering van de SKS wensen is gewenst omdat je er niet omheen kunt dat de middelen en mensen om Papiaments op hetzelfde niveau als een andere (wereld)taal of zelfs het Nederlands op te tillen, praktisch nagenoeg onhaalbaar zijn.

Waar ik, net als Lichtveld, tegen wil ageren is de koppeling die (alweer) wordt gemaakt met Nederland als kolonisator en Afrikaanse achtergrond waar we als Curaçaoënaars trots op moeten zijn vanwege zijn identiteit, geschiedenis én taal. Papiaments is van de Curaçaoënaar die van Afrikaanse oorsprong is aldus de SKS. Lichtveld springt hierover terecht uit zijn vel. Hij stelt: Curacao, de Curaçaose cultuur waaronder het Papiaments zijn niet de eigendom van een bepaalde bevolkingsgroep ongeacht of die groep het merendeel vormt van de gemeenschap. Curacao is niet van de zwarten noch van witten, roden, groenen, paarsen, Chinezen, Indiërs, Joden, Arabieren, Portuguezen, Macambas, etc., het eiland is van ons ALLEN.

Allereerst miskent de SKS het feit dat bevolkingsgroep en taal in beginsel niets met elkaar te maken hebben. Een Chinees kan zich ook het Papiaments eigen maken en in het Papiaments gaan schrijven als hij dat wil. Een mooi voorbeeld is de Papiamentstalige voordrachtwedstrijd Arte di Palabra waar middelbare scholieren van allerlei afkomst aan meedoen. Er is niets of niemand die hem of haar dat kan verbieden om dat te doen en te winnen.  Taal heeft niks met een eigendom dan wel een recht te maken. De officiële talen van Curaçao zijn Nederlands en Papiaments.

Een ander punt is de geladen notie van Curaçaoënaar: wie is Curaçaoënaar? De Yu di Kòrsou? Lichtveld is daar resoluut in: iedereen, van diverse afkomst, die net als ieder ander het recht heeft om zich Curaçaoënaar te noemen en het recht heeft om de lokale cultuur te bepalen, en die op deze rots in de Caribische zee woont. Dat is een conglomeraat van personen van diverse afkomst: afrikaans, europees of elders uit de wereld. Kortom iedereen die hier in de loop van de tijd is neergestreken.

Maar over welk recht spreekt Lichtveld? Om het simpel te houden kijk ik naar het recht van Curaçao. Dat moet toch ergens aangeven wie een Curaçaoënaar is?  Je zou denken dat je nationaliteit dat bepaalt, dus als je een Nederlands paspoort hebt ben je Curaçaoënaar.  Dat hangt ervan af.

Het juridische instrument is de Landsverordening toelating en uitzetting (LTU) van Curaçao. Die geeft namelijk regels voor de toelating en eventuele uitzetting van mensen maar maakt een uitzondering voor wat populair genoemd de Curaçaoënaar is. Artikel 1 LTU stelt namelijk expliciet: Deze Landsverordening is […] niet van toepassing op: a. Nederlanders, in Curaçao geboren; b. Nederlanders, vóór 1 januari 1986 in Aruba geboren, die op 1 januari 1986 in de Nederlandse Antillen en vóór 10 oktober 2010 in Curaçao hun woonplaats hadden; c. Nederlanders, vóór 10 oktober 2010 op Bonaire, Saba, Sint Eustatius of in Sint Maarten geboren, die op 10 oktober 2010 in Curaçao hun woonplaats hadden; d. de kinderen van de onder a, b en c genoemde Nederlanders.

Deze groep mensen is conform de wet daadwerkelijk Curaçaoënaar. Dus als je hier geboren bent omdat je ouders als militair toevallig hier tijdelijk woonden, dan ben je Curaçaoënaar. Of als je in Nederland bent geboren, opgegroeid en woont, maar je moeder is in Curaçao geboren, dan ben je nog steeds Curaçaoënaar. Zegt in wezen helemaal niets over Afrika of Nederland of waar dan ook als oorsprong. Hier komt nog een extra groep bij, ondanks dat de Toelatingsautoriteit dat ontkent. Dat zijn Nederlanders die langer dan 13 jaar onafgebroken in Curaçao wonen. En dat zijn er waarschijnlijk nog aardig wat.

In 2018 oordeelde de bestuursrechter van Curaçao namelijk het volgende: “Naar het oordeel van het Gerecht moet Curaçao, gegeven de onder de feiten beschreven omstandigheden, voor eiseres als Nederlandse worden aangemerkt als haar ‘eigen land’ in de zin van artikel 12, vierde lid, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Onmiskenbaar is Curaçao het land waar eiseres is grootgebracht en gedurende 13 jaar voor haar vertrek naar België heeft gewoond en waarmee zij aldus meer verwant kan worden geacht dan met haar geboorteland. Gelet daarop brengt artikel 12, vierde lid, van het IVBPR mee dat artikel 1 van de LTU hier zo uitgelegd moet worden dat die bepaling zich ook uitstrekt over het geval van eiseres.” Maar Yu di Kòrsou zijn ook de hier geboren Chinezen, Venezolanen, Colombianen en Dominicanen en anderen die het naturalisatieproces hebben doorlopen en Nederlander zijn geworden.

Kortom, het begrip Curaçaoënaar is juridisch afgebakend en niet, zoals SKS dat tracht te doen, met populistische kreten en heeft bovendien niets met taal te maken.

Jeff Sybesma is bioloog én jurist. Hij is lid van de Raad van Advies Curaçao, parttime docent staats- en bestuursrecht én milieurecht. Ook is hij bijzondere rechter in ambtenaren en sociale zaken. Deze bijdrage is volledig op eigen titel geschreven.

Lees hier het artikel waarop Jeff Sybesma reageert.


error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.