OPINIE – En weer mogen de Statianen niet meedoen

Door Jan Meijer

Op 13 juli 2021 (ongeveer drie weken na de townhall meeting van 21 juni 2021 waarin voor het eerst melding aan het publiek werd gedaan over de toen lopende opgravingen) stuurt een Groep Bezorgde Statianen een welomschreven brief aan de regeringscommissaris, gericht op het stoppen van de graafwerkzaamheden. Hoewel onze brief leek te zijn opgevolgd, hadden de archeologen al een tijdelijke opschorting gepland in verband met het orkaanseizoen. Met andere woorden, er zullen in ieder geval tot januari 2022 geen opgravingen plaatsvinden.

Onze brieven aan de regeringscommissaris krijgen een korte kennisgeving van ontvangst (althans, de eerste twee) en sindsdien is het stil aan de zijde van de regeringscommissaris. De regeringscommissaris mag dan wel stil naar ons toe zijn, maar op 29 juli 2021 kondigde de regionale krant The Daily Herald aan dat er een “onafhankelijke” Statia Heritage Research Commission [SHRC] is opgericht. Deze Commissie is achter de schermen georganiseerd (volledig buiten het publieke beeld).

Wij stellen daartegenover dat elke door de regeringscommissaris aangewezen functionaris ons in de gelegenheid stelt ook een kandidaat aan te wijzen. Dit om de onafhankelijkheid te garanderen. Die woorden blijken paarlen voor de zwijnen. Het is natuurlijk helemaal niet de bedoeling dat er een onafhankelijke Commissie komt. Veeleer moet de schijn worden gewekt dat experts aan het werk zijn en dat dat vervolgens een plan tot graven wordt opgesteld en goedgekeurd. Elke mogelijke luis in de pels moet worden verjaagd want om welke reden dan ook geldt dat “the show must go on”.

Even een terugblik. Weliswaar worden pas in juni 2021 de graafontwikkelingen publiek gemaakt maar in feite zijn de werkzaamheden in alle stilte en achter de rug van de lokale bevolking al een jaar gaande. In november 2020 wordt door SECAR een rapport opgeleverd een aangeboden aan dhr. Van Rij, de toenmalige regeringscommissaris. Het lijkt geen moment in hem op te komen dat je hierover met de bevolking in overleg moet gaan. Dat is sinds november 2018 sowieso (een beetje) op de achtergrond geraakt. Er vindt immers in het geheel geen overleg met de lokale bevolking plaats.

Op 9 februari 2021 bericht dhr. Van Rij SECAR over de toekenning van een budget van 167.332 US dollar. Nu moet een PR-machine worden opgestart. Dhr. Van Rij trekt zich op 18 april 2021 terug als regeringscommissaris, en op 20 april 2021 neemt de nieuwe regeringscommissaris – mw Francis – het besluit om 12.000 US dollar toe te kennen aan de public relations activiteiten van SECAR (i.c. de opgravingen, waar op dat moment nog niemand op het eiland echt weet van heeft). Deze public relations activiteiten worden door SECAR belegd bij 3C, het bedrijf van de “vrijwilliger” Courtney van Rij, de echtgenote van de zojuist teruggetreden regeringscommissaris. O ja, dit besluit zou moeten staan in de “List of Decisions of Week 16”, maar juist die is niet (meer) te vinden op de website van de Statiaanse overheid.

Sprekend over geld, een betrouwbare bron heeft ons laten weten dat de begroting voor de voorziene graafwerkzaamheden ongeveer anderhalf á twee keer groter is dan een non-profit organisatie (zoals een universiteit) zou vragen. Volgens de door SECAR verstrekte begroting is dit het gevolg van het feit dat personen, die al een baan als onderzoeker hebben (en dienovereenkomstig worden betaald), óók aanspraak maken op de geldschieter van het onderzoek, namelijk de eilandregering. De eilandregering heeft absoluut geen kritiek op deze begroting en SECAR schijnt dus “riant” te worden betaald (inclusief de zojuist genoemde US$ 12.000 voor de PR-machine).

Ten tijde van het stopzetten van de graafwerkzaamheden was de regeringscommissaris nog tamelijk snel met reageren op onze inbreng. Dat was, achteraf gezien, misschien ook niet zo moeilijk in aanmerking nemend dat het orkaanseizoen was begonnen. Daarna werd het wat rommeliger. Een echt inhoudelijke reactie van de zijde van de regeringscommissaris is nimmer meer ontvangen en uit verschillende signalen werd duidelijk dat achter de schermen van alles gebeurde.

Zo is er (zoals hiervoor al gemeld), ogenschijnlijk uit het niets, een commissie (Statia Heritage Research Commissie: SHRC) van vijftien leden ingesteld en het lijkt dat de voorzitter van deze SHRC – dhr Jay Haviser – handelt alsof hij daartoe gemachtigd is door mevrouw Francis, de regeringscommissaris. Een besluit of beschikking van die strekking (over de samenstelling, de opdrachtformulering en het budget van de SHRC) is op de website van de lokale overheid niet terug te vinden. Wel wordt hier de SHRC geïntroduceerd. Die introductie eindigt met “The appointment of SHRC is due to the fact that the Public Entity has neither the experience nor the expertise to deal with a project with such a significant cultural impact“. De groep van betrokken Statianen, namens en met wie dezerzijds wordt geschreven, was nog wel in de gelegenheid om Teresa Leslie PhD (antropoloog, werkzaam bij de Johns Hopkins University, Baltimore, VS) af te vaardigen.

De modus operandi van deze Commissie is “bijzonder”. Alles wat besproken wordt moet intern blijven, hetgeen natuurlijk onmogelijk is als je namens een groep zitting hebt in met wie je niet zou kunnen communiceren. En op 29 juli verschijnt een publicatie in The Daily Herald die nimmer is besproken in de SHRC, dus ogenschijnlijk een actie is van de voorzitter van de SHRC die hierover wel of niet met de regeringscommissaris heeft afgestemd (ik kan me nauwelijks voorstellen dat hierover geen overleg heeft plaatsgevonden).

Daar waar ethiek en integriteit in dit project delicate en te koesteren waarden zijn, worden deze in de praktijk met voeten getreden door deze non-transparantie te incorporeren in de eigen werkwijze. Ik mag hopen dat er ook onafhankelijk denkende, integere en etische leden in de SHRC zitten die deze werkwijze afkeuren. Of zijn ze allemaal uitgekozen door de regeringscommissaris(sen) met als enige “functie-eis” volledige gehoorzaamheid aan de regeringscommissaris en de voorzitter van de SHRC.

Het rapport waarover in de derde alinea sprake is – we refereren aan het SECAR-rapport van november 2020 – noemt maar één aanpak terwijl ieder weldenkend mens er meer kan bedenken. Uitsluitend de mogelijkheid van ex-situ onderzoek wordt in het rapport genoemd terwijl niets doen en de begraafplaats met rust laten, of desnoods een in-situ onderzoek ook tot de alternatieven behoren. Uit alles blijkt dat zelfs maar het opperen van 1) breed overleg met de Statiaanse bevolking en 2) andere strategieën dan die van het ex-situ onderzoek beschouwd wordt als een non-optie die met groot misbaar terzijde worden geschoven.

Met elke stap die de SHRC tot op heden heeft gemaakt wordt ons steeds meer helder dat de leden ogenschijnlijk van ethiek, integriteit en respectvol handelen uitsluitend weten hoe je deze begrippen schrijft en uitspreekt, niet wat ze werkelijk betekenen. Voorts merken wij op dat een van de auteurs van het gehanteerde Code of Ethics ook wordt genoemd als uitvoerder van het onderzoek, dus een behoorlijke scheiding van verantwoordelijkheden en belangen lijkt ook al te veel gevraagd.

Met kracht roepen wij dan ook op aan de SHRC om 1) in elk geval drie alternatieve onderzoeksstrategieën naast elkaar af te wegen, 2) luisterend en inventariserend te werk te gaan bij de lokale bevolking voor wat betreft hun gevoelens, verwachtingen en wensen waarna 3) een door alle partijen gedragen plan kan worden gedestilleerd ten aanzien van de te nemen vervolgstappen. Wij tekenen daarbij aan dat de consultatie van de lokale bevolking een delicate stap is want in elk geval de afgelopen drie jaar (sinds de NL-interventie in februari 2018) maar waarschijnlijk al wel veel langer (decennia-, zo niet eeuwenlang) is de Statiaanse bevolking niet gewend ergens over mee te praten. In de praktijk zijn het altijd de bestuurders geweest die handelden en besloten over, en zeker niet in consultatie met de Statianen.

Noot: Het is bijna wrang te vernemen dat staatssecretaris Knops die tamelijk autocratisch het eilandbestuur ter hand neemt nu deelneemt als Nederlands vertegenwoordiger aan de G20 Ministeriële conferentie van internationaal cultureel erfgoed.

Wij roepen de regeringscommissarissen op om hun verantwoordelijkheid te nemen ter zake van het werkelijk integer en ethisch verantwoord optreden bij de opgravingen nabij het vliegveld van Sint Eustatius.

Ir. J.H.T. (Jan) Meijer MBA is oud-marineofficier. Hij woont sinds 2014 op Sint Eustatius waar hij docent is.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.