In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Sint Maarten.
Sint Maarten kent geen grenzen
Door Terrance Rey
A free for all. Dat heb ik al in eerdere columns geroepen over Sint Maarten. Dat was ook de intentie toen men op Sint Maarten ervoor koos om een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden te worden: dat het eiland een vrijparadijs zou worden voor iedereen. Vrij van de beperkende bureaucratie van de centrale overheid op Curaçao. Willemstad, om precies te zijn.
Een eilandstaat worden waar geld vrij circuleert met een lage belastingnalevingscultuur. Mede als gevolg van de vele taxholidays die grote resorts op het eiland Sint Maarten in het verleden genoten. Dit betekende dat anderen die wettelijk niet over die belastingvrijstelling beschikten, er wel recht op meenden te hebben, zelf ook gewoon geen belasting betaalden. Hoezo geen belastingmoraal? Belastingconsulenten hebben flink geld verdiend met hun belastingvermijdende constructies. Zelfs tot op het punt dat de offshoresector door Nederland verboden werd. Er was een wildgroei in bedrijven die via trustkantoren opereerden waar geen tot nauwelijks controles of onderzoeken plaatsvonden. En die situatie duurt tot op de dag van vandaag ongebreideld voort, zeker in de goksector.
De open grens tussen de Franse en de Nederlandse kant helpt de situatie ook niet. Sint Maarten wordt immers internationaal geroemd als een belastingvrij paradijs. Dit betekent dat men geen belastingen betaalt op invoer van sterke dranken en tabaksproducten. Dus waarom belasting betalen over andere producten en diensten, moet men zich hebben afgevraagd. Gelukkig is er wel een turn-over tax die voor een constante bron van inkomsten voor de Sint Maartense overheid zorgt, maar het zegt totaal niets over de naleving. Experts schatten het taxcompliancepercentage op slechts 35%. Dit betekent dat belastingen alleen maar door een kleine groep eerlijken betaald worden. De rest blijft buiten schot.
Als de Nederlandse kant ooit overweegt bepaalde verbruiksbelastingen te heffen, of het nu gaat om accijnzen of omzetbelasting, dan is er altijd de Franse kant als uitwijkmogelijkheid. Dat geldt ook andersom, hoor. Toen alles aan de Franse kant duurder werd door de invoering van de Euro, ging de Franse bevolking massaal hun inkopen doen aan de Nederlandse kant. Boodschappen doen, shoppen en uit eten gaan. Alles was toen goedkoper. Het enige dat aan Franse kant af en toe veel goedkoper is, is benzine. Maar dat komt door de goedkopere transportkosten aan de Franse kant.
Kortom, de mogelijkheden om belastingen te ontduiken op Sint Maarten zijn grenzeloos. Dat Sint Maarten zijn grenzen financieel en economisch niet erkent, werd pijnlijk en duidelijk zichtbaar tijdens de pandemie. Toen de grenzen door Frankrijk met containers werden gesloten, bespaarde de Franse sociale dienst 1 miljoen euro per maand aan sociale uitkeringen. Mensen die aan de Nederlandse kant wonen, maar wel een uitkering kregen aan de Franse kant, konden tijdens de lockdown twee maanden lang de grens niet over om hun uitkering te innen. Zo blijkt dat belastingontduiking ook de aan Franse kant gepaard gaat met uitkeringsfraude. De uitkeringen aan de Franse kant worden besteed aan de Nederlandse kant en op hun beurt worden er weinig belastingen aan de Nederlandse kant geïnd.
Dus als het gaat om belastingontduiking en sociale uitkeringen, kent Sint Maarten echt werkelijk geen grenzen. De wildgroei op Sint Maarten is te danken aan de grenzeloze mogelijkheid om belastingen te ontduiken en fraude te plegen. Tijd om daar verandering in te brengen.