Bonaire

COLUMN – Bericht uit Bonaire

In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht van Burney el Hage op Bonaire.

Pappen en nathouden

Door Burney el Hage

Bonaire is sinds 2010 onderdeel van het Nederlands Staatsbestel. Alhoewel er op diverse thema’s van eilandelijk belang sindsdien goede vooruitgang is geboekt, is er een aantal waarbij dit nog niet het geval is. De armoedeproblematiek is er daar één van en naar mijn mening ook de belangrijkste.

Bonaire probeert al ruim 10 jaar de Rijksoverheid te overtuigen van de noodzaak van een rechtvaardig sociaal zekerheidsstelsel voor zijn inwoners en hulp bij de aanpak van de armoede. Tevergeefs, het lijkt erop dat de betrokken ministeries ‘ergens’ bang voor zijn, geen verantwoordelijkheid willen nemen of gewoon vergeten dat Bonaire een gemeente van Nederland is. Politici op Bonaire leggen vooralsnog de nadruk vrijwel uitsluitend op de erkenning van een bestaansminimum en verhoging van het wettelijk minimumloon. Geef ze eens ongelijk: in een situatie waar ministeries blijkbaar geen zin hebben in een integrale aanpak van de armoede ga je dan maar voor korte termijn gewin. Electoraal gezien is dit ook voordeliger. Maar, met het verhogen van het minimumloon is het armoedeprobleem nog niet opgelost.  

Na iets meer dan 10 jaar te hebben overlegd en gediscussieerd over inkomen en armoede op Bonaire zijn wij eigenlijk niet verder gekomen dan het verhogen van het minimumloon van USD 4,03 (2009) naar USD 5,48 p/u (2021), een stijging van 36% in 12 jaar. Deze ogenschijnlijke koopkrachtverbetering is ondertussen allang verdampt door de inflatie. Ter vergelijking: het wettelijk minimumloon op Sint Eustatius was in 2009 – $3,32 p/u en is in 2021 – $6,63 p/u, een stijging van 100% in 12 jaar; Saba in 2009 – $3,50 p/u en in 2021 – $6,54 p/u, een stijging van 87% in 12 jaar.

De inkomensverdeling op Bonaire volgt nog steeds hetzelfde patroon als in de tijd van de Nederlandse Antillen: de armoedecyclus houdt de kwetsbare groepen in de greep. Daarbij komt ook nog dat de groep ‘working poor’, mede door de inflatie, steeds groter wordt. Het sociale vangnet is niet afdoende en het wordt voor de betrokkenen steeds moeilijker om de armoedecyclus te doorbreken. Het is een ‘generational trap’ waar je zonder interventie van buitenaf eigenlijk niet uitkomt. 

Ik had graag gezien dat dit onderwerp hoog op de agenda van de eilandsraad zou hebben gestaan en dat er een duidelijke visie zou zijn ontwikkeld ten aanzien van het bestrijden van deze problematiek. Gelukkig dat een aantal Kamerleden met het hart op de juiste plaats, deze onderwerpen in de Tweede Kamer blijft agenderen. Nog niet met het gewenste resultaat, maar in ieder geval worden deze thema’s geagendeerd, benoemd en besproken. 

Een effectieve bestrijding van armoede vergt politieke wil en een integrale aanpak op basis van gedegen onderzoek. Voor de analytische onderbouwing kunnen we putten uit de vele rapporten die reeds over het onderwerp geproduceerd zijn. Desondanks is er tot nu toe geen politieke wil, noch in Nederland noch in Bonaire om hier structureel iets aan te gaan doen. 

De kosten van levensonderhoud zijn bijzonder hoog en de inkomens zijn relatief laag. Waar in Nederland een minimumloner in principe zelfstandig kan wonen en een menswaardig bestaan kan hebben, is dit op Bonaire voor een minimumloner onmogelijk. Hetzelfde geldt voor mensen die van een AOV moeten rondkomen.  De realiteit is ook dat in een gezin beide ouders in feite moeten werken om rond te kunnen komen.  Daarom is deeltijd werken of stoppen met werken bij geboorte van een kind, meestal geen optie.  Wat houdt ons tegen om op eilandelijk niveau alvast concrete acties te ondernemen en tenminste een structureel prijs- en inkomensbeleid te voeren?

Daarnaast zou Bonaire, als Nederlandse gemeente en bovendien zoals destijds uitdrukkelijk met Nederland afgesproken, over een effectief sociaal zekerheidsstelsel moeten beschikken, gelijk in opzet zoals dat in Europees Nederland. Zo zou Bonaire bijvoorbeeld moeten beschikken over een werkloosheidswet met het daarbij behorende vangnet. Om de armoedecyclus structureel te doorbreken zal naast bovengenoemde punten ook zo snel mogelijk ingezet moeten worden op verdere ontwikkeling van effectief onderwijs en (sociale)vorming. Maar hierover een andere keer.  

Als we de tot nu toe ingediende moties van Tweede Kamerleden volgen is er reden voor gematigd optimisme, ondanks het feit dat er op de ministeries vooralsnog weinig schot komt in de verbeteringstrajecten. Vele instanties en instituten, waaronder de Nationale Ombudsman, wijzen keer op keer op de achterstand en het recht van de inwoners van de gemeente Bonaire op een eerlijker en waardiger bestaan. Het lijkt er echter op dat wij samen wel de noodzaak zien, maar de collectieve wil niet kunnen opbrengen om verbeteringen te initiëren of toe te passen.  Hoe lang kunnen wij nog doorgaan met pappen en nathouden?

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.