Den Haag – Minister Cora van Nieuwenhuizen (IenW) vindt het “wenselijk” dat op Bonaire een verbod op het gebruik van schadelijke zonnebrandmiddelen wordt ingevoerd. Dat antwoordt zij op schriftelijke vragen van de Tweede Kamerleden Tjeerd de Groot en Kiki Hagen (beiden D66) waarin zij verwijzen naar een in 2018 door de Eilandsraad van Bonaire aangenomen motie.
“Ik ben op de hoogte van de motie. Het verbod is wenselijk en moet geïmplementeerd worden door middel van lokale regelgeving. De prioritering hiervan wordt bepaald in de uitvoeringsagenda Natuur- en milieubeleidsplan van Bonaire. Het is wenselijk dat het verbod samenvalt met een importverbod op basis van een Algemene Maatregel van Bestuur”, aldus de bewindsvrouw.
“Kennis ontbreekt vooralsnog over de aanwezigheid van UV-filterstoffen in het zeewater rond de BES-eilanden”, meldt Van Nieuwenhuizen. “Op dit moment wordt een monitoringsprogramma rond de BES-eilanden voorbereid dat waarschijnlijk in 2022 van start kan gaan.”
Lees hieronder alle vragen antwoorden
Vraag 1
Bent u bekend met het verbod op bepaalde zonnebrandcrèmes op de eilanden Hawaii enPalau waarnaar wordt gerefereerd in het artikel?[1]
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de motie die is aangenomen door de Eilandraad van Bonaire waardoor de verkoop van middelen met oxybenzone wordt verboden? Is dit verbod al in werking gesteld?[2] Wat vindt u van dit verbod?
Antwoord 2
Ja, ik ben op de hoogte van de motie. Het verbod is wenselijk en moet geïmplementeerd worden door middel van lokale regelgeving. De prioritering hiervan wordt bepaald in de uitvoeringsagenda Natuur- en milieubeleidsplan van Bonaire. Het is wenselijk dat het verbod samenvalt met een importverbod op basis van een Algemene Maatregel van Bestuur.
Vraag 3
Klopt het dat ook in Nederlandse plassen en rivieren de schadelijke organische UV-filters waarvan oxybenzone en octinoxaat de bekendste voorbeelden zijn, schade aanrichten en het oppervlaktewater vervuilen doordat onder andere zuiveringsinstallaties de stoffen er niet uit kunnen halen? Op welke manier wordt deze schade op dit moment voorkomen door middel van passend beleid?
Antwoord 3
Het klopt dat organische UV-filters slechts beperkt gezuiverd worden in rioolwaterzuiveringsinstallaties. Zonnebrandcrème komt daarnaast natuurlijk ook rechtstreeks in het water als mensen zwemmen in oppervlaktewater.
In het kader van de Europese watchlist voor de Kaderrichtlijn Water heeft RWS afgelopen jaren een UV-filterstof (2-ethylhexyl-4-methoxycinnamate (EHMC)) gemeten die gebruikt wordt in zonnebrandcrème. In alle gevallen was de concentratie in het oppervlaktewater lager dan de rapportagegrens.
Op dit moment wordt een monitoringsprogramma rond de BES-eilanden voorbereid dat waarschijnlijk in 2022 van start kan gaan. Kennis ontbreekt vooralsnog over de aanwezigheid van UV-filterstoffen in het zeewater rond de BES-eilanden.
In het kader van de kennisimpuls Waterkwaliteit ketenverkenner consumentenproducten wordt een inventarisatie gemaakt van de meest actuele kennis over octinoxaat.
Op dit moment is er geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen naast het stofgerichte milieubeleid op Europees niveau. In de beantwoording op vraag 6 zal nader worden ingegaan op het stofgerichte milieubeleid op Europees niveau.
Vraag 4
Hoeveel liter zonnebrandcrème met de schadelijke organische UV-filters worden jaarlijks in Nederland verkocht?
Antwoord 4
De afgelopen jaren werden er in Nederland tussen de 7 en 10 miljoen eenheden zonnebrandcrème per jaar verkocht. Het is niet bekend welke van deze middelen de genoemde organische UV-filters bevatten. Ook is niet precies bekend hoe groot deze eenheden waren; gemiddeld waarschijnlijk circa 200 ml.
Vraag 5
Klopt het dat anorganische UV-filters op dit moment de meest veilige keuze zijn voor mens en natuur en dat zeker in nanovorm de UV-filters de minste negatieve effecten hebben? Zo ja, op welke manier wordt dat op dit moment ook naar de consument gecommuniceerd, zodat deze een goed afgewogen keuze kan maken in welke zonnebrand wordt gebruikt?
Antwoord 5
Alle stoffen die als UV-filters in zonnebrandcrèmes gebruikt mogen worden (Cosmeticaverordening, bijlage VI) zijn beoordeeld op hun veiligheid voor de gebruiker voor ze op de markt worden gebracht. Omdat het uitgangspunt is dat alle toegelaten stoffen veilig zijn, maken we vanuit de overheid geen onderverdeling tussen deze stoffen op basis van veiligheid voor consumenten.
De veiligheidsbeoordeling voor het milieu wordt uitgevoerd onder de REACH-wetgeving en bij een specifieke zorg kunnen restricties worden opgenomen. In het algemeen klopt het beeld dat organische UV-filters schadelijker zijn voor het milieu dan anorganische UV-filters. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat UV-filters in nanovorm veiliger zijn dan UV-filters in niet-nanovorm. Naar de eigenschappen van stoffen in nanovorm lopen op dit moment verschillende onderzoeken.
Vraag 6
Bent u het eens dat het van belang is schadelijke stoffen zo veel als mogelijk te weren uit cosmetische producten wanneer hier alternatieven voor zijn en dat Nederland een verantwoordelijkheid heeft richting de rest van de wereld om de schadelijke UV-filters te weren? Zo ja, op welke manier wordt dat op dit moment in Nederland gestimuleerd?
Antwoord 6
Het is belangrijk dat voor stoffen waarvan bekend is dat zij een milieurisico vormen een alternatief gebruikt wordt. In dit geval is er een belangenafweging tussen de veiligheid voor de mens en anderzijds de veiligheid voor het milieu. Dit zijn niet per se eenvoudig uitwisselbare eigenschappen.
In het kader van REACH-wetgeving kan in Europees kader besloten worden dat er beperkingen, of verboden moeten worden opgelegd op sommige ingrediënten van zonnebrandcrèmes.
Een eerste stofevaluatie van octinoxaat is in 2018 afgerond[3]. Er zijn bij deze stof zorgen over de mogelijke effecten voor mens en milieu en de registrant is daarom opgedragen een aantal testen te doen om die zorgen nader te kunnen beoordelen. De studies zijn in 2020 en in 2021 bij het beoordelend lidstaat, Duitsland, binnengekomen. Deze zullen nu worden beoordeeld, en dan zal met de andere lidstaten en Europese Commissie worden besproken of maatregelen nodig zijn.
De stofevaluatie van oxybenzone is opgepakt door Denemarken en is nog lopende[4].
Nederland, en ook ander lidstaten in Europa, nemen dus de verantwoordelijkheid om stoffen nader te onderzoeken onder de REACH-wetgeving als hiervoor aanleiding is, op basis van de ingediende registratiedossiers onder REACH of wetenschappelijke literatuur. De REACH-wetgeving draagt zorg dat er dossiers met studies beschikbaar zijn om hierop te kunnen screenen en prioriteren.
[1] Volkskrant, 27 mei 2021, Kan zonnebrand koraal aantasten? Kan zonnebrand koraal aantasten? | De Volkskrant
[2] Resource, 26 mei 2018, Zonnebrandcrèmes mogelijk schadelijk voor koraalrif Bonaire https://resource.wur.nl/nl/show/Zonnebrandcremes-mogelijk-schadelijk-voor-koraalrif-Bonaire.htm#:~:text=De%20Eilandraad%20van%20Bonaire%20nam,in%202021%20van%20kracht%20worden
[3] ECHA webpagina, Beoordeling van stoffen – CoRAP overzicht 2-Ethylhexyl trans-4-methoxycinnamate – Beoordeling van stoffen – CoRAP – ECHA (europa.eu)
[4] ECHA webpagina, Beoordeling van stoffen – CoRAP overzicht Oxybenzone – Beoordeling van stoffen – CoRAP – ECHA (europa.eu)