En: wie schrijft die blijft. Misschien is dat spreekwoord wel de drijfveer van het College financieel toezicht om maar brief op brief naar de eilanden te sturen met de repeterende constatering dat het financieel beheer niet op orde is, geen opvolging is gegeven aan eerdere adviezen en alweer een deadline is gepasseerd. De brieven en persberichten van het Cft klinken als een grijs gedraaide plaat.
In de eerste jaren na 2010 gold misschien nog het excuus dat de achterstand in het op een rijtje krijgen van de overheidsfinanciën op de eilanden lichtjaren groot was. Dat was vanaf 1954 immers altijd met de natte vinger gedaan. Ruim een halve eeuw maalde daar niemand om. Waarom zou je ook als volksvertegenwoordiger… Dan is het schrikken als er opeens een onafhankelijke toezichthouder uit het moederland afdaalt die je wijst op optelfouten en of, nog vervelender, je boekhoudkundige trucjes doorziet.
Begrotingen, uitvoeringsrapportages en jaarrekeningen deugen – behalve op Saba, maar daar passen de bonnetjes in een halve schoenendoos – ondanks alle aanwijzingen van de rekenmeesters van het Cft en de vervanging van de telramen voor snelle computers – nog steeds niet. Dat heeft het rondje van het Cft de afgelopen weken langs de eilanden weer duidelijk gemaakt.
Er zijn ook deze keer, zoals dat heet, indringende gesprekken gevoerd. Kadushi heeft er geen koffiedik voor nodig om te voorspellen dat het niets uithaalt, zoals ook al die ge-copypaste brieven met verwijten en aanbevelingen geen zier helpen. De leden van het Cft – wat kost het in stand houden van die club, inclusief reiskosten, eigenlijk? – hebben zich laten opzadelen met een mission impossible. Bij het ontwerpen van de Rijkswet financieel toezicht is nagelaten de spreekwoordelijke stok achter de deur mee te leveren.
Het is een klein wonder dat de Cft’ers nooit de pijp aan Maarten hebben gegeven. Maar na 11 jaar mopperen lijkt hun engelengeduld te worden beloond: ‘met dank aan’ de coronacrisis moeten Curaçao, Aruba en Sint Maarten voortaan wel naar hun adviezen luisteren. Want aan de liquiditeitssteun stelt Den Haag voorwaarden, onder meer op het gebied van financieel beheer. Wie daar niet aan voldoet, kan fluiten naar de volgende lening. Dat blijkt te werken. Terwijl de rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling nog niet eens van kracht is, gaan de regeringen voor elk briefje uit Nederland door de knieën als de uitbetaling van een volgende tranche liquiditeitssteun maar even wordt opgeschort.
Het is jammer (en dat is een understatement) dat de achtereenvolgende regeringen de adviezen van het Cft al die jaren in de wind hebben geslagen. Hadden ze dat niet gedaan, dan waren burgers en bedrijven minder hard geraakt door de coronacrisis dan nu het geval is. Wist u trouwens dat het spreekwoord ‘Wie schrijft die blijft’ oorspronkelijk betekende dat je boekhouding op orde moet zijn?
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.