In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.
Door Burney el Hage
Het volk laat zich graag voor het karretje spannen
De betekenis van het woord “volk” is gemakkelijk op te zoeken. Bij ons in de Cariben wordt met het woord “volk”, in Papiamento “e pueblo”, vooral bedoeld diegenen die geen eigen kapitaal hebben, lager inkomen ontvangen uit arbeid en kwetsbaar gepositioneerd zijn in de samenleving. Zowel geslepen politici als onervaren zelf geproclameerde leiders doen zich graag voor als verlossers van “het volk”. In het Caribisch deel van het Koninkrijk verlossen deze leiders “het volk” bovenal graag van Nederland. Het is een inhoudsloze losse belofte en a priori verloren strijd, maar er is altijd een strohalm om zich aan vast te klampen. Recentelijk is de strohalm het vermeende verzuim van Nederland om de eilanden te hebben “gedekoloniseerd”. De messen zijn geslepen en het gevecht mag dus weer beginnen (opm: dit dekolonisatieproces is door de eilanden zelf afgewend).
Maar waarom laat het volk zich voor het karretje spannen? Wat verwacht het volk aan positief resultaat uit deze loze kreten, loze beloftes en tot absoluut niets leidende gevechten? Je zou denken dat het volk de verwachting koestert dat men beter af is zonder wat men zich laat aanpraten als oneigenlijke inmenging van Nederland in hun belangen. Maar wat zijn die belangen? Neem als voorbeeld Bonaire. Bonaire is onderdeel van het Nederlandse staatsbestel en sinds 2010 geniet het volk van basisvoorzieningen die vele malen beter geregeld en toegankelijker zijn dan voorheen. Bonaire en het volk van Bonaire is opgenomen in de grondwet van Nederland en hebben, naast alles wat reeds sinds 2010 beter geregeld is, recht op zelfs meer. Desondanks is het overduidelijk dat het volk beter af is “met Nederland” dan “zonder Nederland”. Toch laat zich een gelukkig niet relevant aantal mensen, lees het volk, zich voor het karretje spannen om een vermeende “dekolonisatiestrijd” aan te gaan.
Bonaire is, inderdaad nog niet het schoolvoorbeeld van een succesvolle uitvoering van de incorporatie in het Nederlandse staatsbestel, maar het eiland is en blijft in gesprek met Nederland om waar nodig tot gelijktrekking en gelijkwaardigheid te komen. Deze rechttrekking zal tijd vergen, maar zolang we de communicatiekanalen openhouden en blijven praten, argumenteren en overtuigen moet het doel te realiseren zijn. Zonder wrijving geen glans, zou ik zeggen.
Maar wat verwacht het volk van de Caribische landen als positief resultaat voor hun welzijn mocht Nederland voorgoed op veilige afstand gezet worden en helemaal geen inmenging meer heeft in “hun belangen”? Beter onderwijs misschien, hoger inkomen uit arbeid, ontwikkelingsmogelijkheden om kapitaalkrachtig te worden, betere medische zorg, om maar enkele, volgens mij, na te streven of te beschermen belangen te noemen. Je zult je afvragen waar ik naar toe wil met dit artikel. De vraag is echter eerder of het ons niet opgevallen is dat welgestelden, of wat we rijke mensen noemen in de Cariben, niet tegen Nederland zijn. In ieder geval niet openlijk tegen Nederland zijn. Ook in ieder geval niet stemmen op partijen die anti-Nederland zijn.
Dus intrigeert het mij waarom het volk, “e pueblo”, zich voor het karretje laat spannen om een anti-Nederland strijd aan te gaan. Een anti-Nederland strijd die moet leiden tot betere leefomstandigheden en persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het volk. De financiering voor de betere omstandigheden moet echter, ook “zonder Nederland”, ergens vandaan komen. Hoopt het volk stiekem dat zonder inmenging van Nederland, de welgestelden en rijken eerder bereid zijn om betere leefomstandigheden en ontwikkelingsmogelijkheden te financieren voor het volk?
Misschien probeer ik met dit artikel rationele verklaringen te vinden voor onverklaarbaar irrationeel gedrag en irrationele hoop van mensen. Zeker een halve eeuw lang lukt het steeds nieuwe (politieke) leiders om aanhang te vinden voor een zinloze en inhoudsloze anti-Nederlandse opstelling. Begrijp mij hierbij niet verkeerd, gezonde, rationele gevechten tegen gevestigde ordes en systemen leiden tot vernieuwing en nieuwe ontwikkelingskansen. Bij dit laatste is Bonaire gelukkig wel een goed voorbeeld.
Want het zijn gezonde en rationele gevechten die geleid hebben tot een verbeterde staatkundige positionering van Bonaire. Bij deze positionering is overduidelijk het volk de grote winnaar. De (politieke) leiders achter de zinloze gevechten hebben wel een groot voordeel, ze hoeven nooit verantwoording af te leggen bij het volk voor het keer op keer niet nakomen van loze beloftes. Nederland is toch de grote boosdoener, de gemeenschappelijke vijand en het volk laat zich ook al te graag weer eens keertje voor het karretje spannen.