Door Koert van Buiren
Bonaire zet met het blue destination concept al jaren in op ontwikkeling van het eiland waarbij economie en milieu niet alleen hand in hand gaan, maar elkaar versterken. Dit is, ook volgens de Wereldbank, de juiste strategie voor kleine eilanden in de Caribische regio om uit de val van achterblijvende economische groei en armoede te komen. Hiermee kiest Bonaire voor autonome economische ontwikkeling met behoud van een van de belangrijkste assets waarover Bonaire beschikt: de natuur. Het verzet tegen de ontwikkeling van een nieuwe Haven te Hato, maar ook de eerdere Kamervragen die GroenLinks en D66 daarover hebben gesteld, getuigen van een weinig realistische, en achterhaalde visie op een duurzame economische ontwikkeling van Bonaire. Bovendien gaan ze voorbij aan de zorgvuldig gekozen strategie van Bonaire, waarmee het eiland voorop loopt in de regio.
Tussen 2010 en 2019 groeide de bevolking van Bonaire van 15 duizend naar 20 duizend. Het verblijfstoerisme groeide van 111 duizend in 2012 naar 157 duizend in 2019. Het cruisetoerisme groeide van 157 duizend in 2012 naar een kleine 400 duizend in 2018. De sterke groei van het cruisetoerisme was incidenteel: vanwege de orkanen Maria en Irma, weken cruiseschepen in 2017 en 2018 uit naar de benedenwindse eilanden. Met een gemiddelde economische groei van 3,3 procent en een werkloosheid die is gedaald naar 3,2 procent presteerde Bonaire economische gezien veel beter dan de Caribische regio.
Wie al vóór 2010 op Bonaire kwam, zal zijn opgevallen dat niet zozeer de toerist Bonaire heeft overspoeld, maar dat het vooral de komst van pensionado’s, ambtenaren en ondernemers is geweest dat het aangezicht van Bonaire heeft veranderd. Ook zijn verschillende publieke voorzieningen op Bonaire verbeterd dankzij forse financiële inspanningen van de Nederlandse Rijksoverheid. Dit alles heeft Bonaire geen windeieren gelegd: de economie groeide, de werkloosheid daalde en de koopkracht steeg. Maar niet iedereen profiteerde. Basale sociale problemen zijn nog steeds niet opgelost, of zelfs verergerd, zoals de schrijnende armoede en de – mede daaraan ten grondslag liggende – hoge kosten van levensonderhoud. Er is sprake van een tweedeling op Bonaire.
Het is de afgelopen jaren meermaals duidelijk geworden dat het maatschappelijke belang van leveringszekerheid en betaalbaarheid van ingevoerde producten – waaronder levensmiddelen – steeds meer in het gedrang komen. De kleine, verouderde haven brengt inherent een monopolistische aanvoerstructuur vanuit Curaçao met zich mee wat zich uit in hoge kosten en gebrekkige kwaliteit. De centrale locatie van de haven impliceert daarnaast dat de aanvoer van levensmiddelen soms letterlijk moet wijken voor de cruisetoerist die met grote schepen Kralendijk ‘bezet’. Er is sprake van een majeure maatschappelijke inefficiëntie in een voor het eiland essentiële faciliteit met dito maatschappelijke kosten tot gevolg. Deze kosten worden het hardst gevoeld door de huishoudens met lage inkomens, niet door de toerist, de pensionado of de uitgezonden ambtenaar.
Een nieuwe, moderne haven is essentieel voor de sociaaleconomische ontwikkeling en voor het natuurbehoud op Bonaire. Het opent mogelijkheden voor nieuwe aanvoerlijnen, grotere schepen, meer concurrentie en efficiëntere afhandeling. Daarmee zorgt het voor meer diversiteit in het aanbod van producten, continuïteit in de aanvoer, lagere kosten en lagere prijzen van levensmiddelen, geneesmiddelen, kleding en bouwmaterialen op Bonaire. Eerder onderzoek heeft laten zien dat de consumentenprijs van levensmiddelen op Bonaire 10 tot 15 procent kan dalen wanneer de aanvoer rechtstreeks, in plaats van via Curaçao kan plaatsvinden[1]. Met rechtstreekse aanvoer worden hoge overslagkosten en heffingen op Curaçao vermeden. Het is evident dat prijsdalingen van deze omvang een substantieel positief effect hebben op de koopkracht van huishoudens, de inkoopkosten van bedrijven, de economische dynamiek en daarmee op economische groei. Daarbij is een moderne nieuwe haven te Hato wel degelijk ook goed voor het milieu: snellere afhandeling, moderne schonere schepen, en afhandeling en transport buiten het zicht van Kralendijk zijn in vergelijking met de huidige situatie bevorderlijk voor het milieu.
Voor de economie van Bonaire is de haven een essentiële faciliteit. Een dynamische, groeiende economie vergemakkelijkt, ook volgens de OECD, de overgang naar een economie die het milieu minder belast. Een groeistrategie zoals de blue destination strategie van Bonaire, berust op economische en milieugerelateerde beleidsmaatregelen die elkaar versterken. Het natuurlijke kapitaal wordt daarin als een productiefactor gezien en er wordt rekening gehouden met het belang ervan voor de economische groei. Werkgelegenheid, hogere inkomens van huishoudens en lagere kosten voor het bedrijfsleven stellen het eilandsbestuur veel beter in staat om de natuur te beschermen en de economie verder om te vormen van milieubelastende activiteiten naar een blue economy waarbij de natuur als productiefactor fungeert.
Met de blue destination strategie is Bonaire de weg ingeslagen die de Wereldbank aanbeveelt: ‘The blue economy concept seeks to promote economic growth, social inclusion and preservation…[and]…has diverse components, including established traditional ocean industries such as fisheries, tourism, and maritime transport…’. De ontwikkeling van een nieuwe haven past bij de blue destination die Bonaire wil zijn. Het stelt het eiland veel beter in staat om eigenstandig te werken aan de zo nodige verbetering van de leefomstandigheden en het bestrijden van armoede. Dit verdient aanmoediging in plaats van verzet.
[1] Van Buiren en Van Gent (2013), ‘Effectief prijs- en mededingingsbeleid op Bonaire’.
Drs. Koert van Buiren is partner en oprichter van Economisch Bureau Amsterdam (EBA) en is als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).