Den Haag – “Blijven we aanmodderen en wachten op het volgende alarmerende rapport? Of gaat de turbo erop?” Die indringende vraag hield Tweede Kamerlid Jorien Wuite (D66) de bewindslieden Koolmees, Keijzer en Knops voor tijdens het armoededebat van de Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
“Wij zijn demissionair, dat is aan het nieuwe kabinet”, klonk het in koor. Hieronder de gehele inbreng van Wuite:
“Drie bewindspersonen hebben wij bij dit overleg! En dat is met een reden, want al elf jaar is het realiseren van een sociaal bestaansminimum iets waar Caribisch Nederland voor afhankelijk is van meerdere ministeries, aan de andere kant van de oceaan hier in Den Haag.
Dat het complex is zie ik ook, maar 11 jaar is wel heel erg lang. Dus mijn eerste vraag aan alle drie de bewindspersonen is eigenlijk, wat zegt u, wat is uw uitleg als iemand uit Caribisch Nederland de vraag stelt: “Ik woon in Nederland en ben Nederlander. Waarom is er na 11 jaar nog geen sociaal bestaansminimum waar ik woon, hoor ik er niet bij of worden we vergeten? Waarom krijgen duizenden Nederlanders – in de woorden van de ombudsman – te weinig om van te leven, maar teveel om niet dood te gaan?” Ik moet die vraag ook beantwoorden, en ik hoor graag hoe de drie bewindspersonen deze vraag beantwoorden.
‘Een binnen Nederland aanvaardbaar voorzieningenniveau, recht doende aan integratie in het Nederlandse staatsbestel’ Dat was de belofte van 10-10-10.
Over de zorg of het onderwijs kunnen we behoorlijk tevreden zijn. Maar bij de sociale zekerheid is het 11 jaar van kleine stapjes, stilstand of zelfs achteruitgang.
In 2015 al noemde het Sociaal en Cultuur Planbureau dit zorgelijk, want de armoede nam zelfs tóe.
De Verenigde Naties constateerde in 2017 dat de armoede in Caribisch Nederland eigenlijk een inbreuk is op het Internationaal Verdrag Economische Sociale Culturele Rechten. En riep Nederland op: tref alle noodzakelijke maatregelen om te zorgen dat álle inwoners van Nederland in deze rechten beschermd zijn.
Inmiddels zijn we in 2021, hebben we deze week een nieuwe voortgangsrapportage ontvangen. En die is niet goed, met te kleine stapjes of tijdelijk met corona maatregelen.
Ruim 4000 mensen, waaronder ook 1000 kinderen, moeten leven van een inkomen waar je niet van kan rondkomen. We zien een stijging van armoedeverschijnselen op Saba en St. Eustatius.
De ombudsman wees op de vicieuze cirkel van armoede en problemen waar jongeren in terecht komen. Armoede nu niet effectief bestrijden betekent minder kansen voor de volgende generatie.
De vraag is nu: blijven we aanmodderen en wachten op het volgende alarmerende rapport? Of gaat de turbo erop?
Wat D66 betreft moet Nederland laten zien dat onderdeel van dit land zijn betekent dat je ook gelijkwaardig burger bent. Dat betekent meer vaart en de belofte aan Caribische Nederlanders nakomen.
Graag een reactie! Voorzitter, nog een paar vragen.
Is er een uitleg waarom de wet gelijke behandeling niet van toepassing is in Caribisch Nederland en wordt dit opgelost?
Het Akkoord van Kralendijk is goed nieuws en geeft duidelijke handvatten. Wat is nu de reden dat verhoging van het minimumloon en de uitkeringen over wordt gelaten aan een nieuw kabinet? De Kamer heeft dit niet controversieel verklaard, en heeft regelmatig gevraagd haast te maken. Dit getuigt niet echt van de urgentie die volgens mij passend is bij dit onderwerp? Graag een reflectie van de Minister.
Tijdens de coronacrisis is er een tijdelijke WW in het leven geroepen. Dit laat maar weer eens zien hoe gek het is dat zo’n voorziening in Caribisch Nederland niet bestaat. Net zoals een goede arbeidsongeschiktheidsregeling. Er is nu meer data en inzicht in de mensen die aanspraak maakten op deze tijdelijke WW: kan deze voorziening worden voortgezet terwijl er tegelijkertijd aan de versnelde brede invoering van deze voorziening wordt gewerkt?
Voor staatssecretaris Keijzer: wat kan, ondanks de vertragingen door covid, verbeteren in de planning voor de verlaging kosten levensonderhoud die in de voortgangsrapportage wordt geschetst?
En voorzitter, de kinderopvang. Voor Europees Nederland spreken we nu over gratis kinderopvang. Is de Minister van mening dat, als op Europees Nederland gratis kinderopvang wordt gerealiseerd, dit ook voor de BES beschikbaar moet komen? Maken de lagere inkomensgroepen nu gebruik van deze voorziening?
Tot slot voorzitter, na het teruglezen van het laatste schriftelijk overleg. Ruim 4000 mensen leven dus onder het ijkpunt. Toch lees ik dat slechts een fractie gebruik maakt van de acute noodhulp die geboden is door de openbare lichamen. Hoe kan dit? Weten mensen de weg naar hulp niet te vinden? Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris en Minister dit zien.”