Leiden – Het Antilliaanse culturele erfgoed verdient het om meer aandacht te krijgen en nader te worden onderzocht, aldus de wetenschappers Gert Oostindie en Alex van Stipriaan. Met de publicatie van het tweedelige boek ‘Antilliaans erfgoed’ voegen zij de daad bij het woord.
Oostindie is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV-KNAW) en hoogleraar Koloniale en postkoloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Van Stipriaan is hoogleraar Caribische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en als senior onderzoeker verbonden aan het KITLV.
Oostindie en Van Stipriaan nodigden Antilliaanse en Nederlandse collega-wetenschappers onder wie Rose Mary Allen, Ronald Severing, Valika Smeulders en Artwell Cain uit hun reflectie te geven op het culturele erfgoed van Aruba, Bonaire en Curaçao en van de Antilliaanse diaspora in Nederland.
In het eerste deel ‘Toen en nu’ (296 pagina’s) wordt belicht hoe in het koloniale verleden werd aangekeken tegen de lokale culturen en hoe die culturen zich langzamerhand min of meer emancipeerden. In het tweede deel ‘Nu en verder’ (288 pagina’s) staan vragen centraal over de uitdagingen waarvoor deze culturen zich vandaag gesteld zien, in hun staatkundig ambivalente situatie als deel van het Koninkrijk der Nederlanden, de vroegere kolonisator, en gezien de grote invloed van migraties en de sterke afhankelijkheid van toerisme.
Een rode draad die door beide bundels loopt is hoe opvattingen over cultureel erfgoed verbonden waren en zijn aan uitdagingen van natievorming en nation branding.
‘Antilliaans erfgoed’ is verkrijgbaar bij de boekhandel, maar kan ook hier online worden besteld.