Den Haag – De Tweede Kamer moet zich als het om het bestaansminimum in Caribisch Nederland gaat niet langer met een kluitje in het riet laten sturen door de regering.
“U moet zeggen: ‘Weg met alle drogredenen, ophouden met die flauwekul’. Ze verzinnen zo veel onzin om niet te doen waarvan iedereen vindt dat wel moet worden gedaan”, aldus een ongemeen felle Nationale ombudsman Reinier van Zutphen vandaag tijdens een gesprek met de leden van de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
Vermogende Nederlanders
Van Zutphen en collega-kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer waren uitgenodigd ter voorbereiding van het debat dat de commissie woensdag heeft met minister Koolmees (SZW) en de staatssecretarissen Keijzer (EZK) en Knops (BZK) over de aanpak van de wijdverbreide armoede op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 40 procent van de eilandbewoners leeft (tot ver) onder de armoedegrens. Veel verder dan het vaststellen van een theoretisch ijkpunt is het tot nu toe niet gekomen.
Van Zutphen: “Een ijkpunt is nog geen bestaansminimum. Bovendien zijn in het ijkpunt kostenverlagingen verdisconteerd die nooit gerealiseerd gaan worden, zoals lagere huisvestingskosten. Door de invasie van vermogende Nederlanders zijn de prijzen van huizen enorm gestegen. Daardoor stijgt ook de onroerendzaakbelasting waardoor het voor Bonairianen onbetaalbaar wordt in het huis te blijven wonen waar ze geboren zijn”, aldus Van Zutphen.
Mensonterend
De ombudsman haalde ook uit naar de onderstand. “Dat is te weinig om van te leven en genoeg om niet dood te gaan.” Hij ziet dat de tegenstellingen op Bonaire toenemen. “Er zijn mensen binnen gekomen die zich een komkommer van vier dollar kunnen veroorloven terwijl er Bonairianen zijn die in mensonterende omstandigheden leven, die niet elke dag voldoende te eten hebben. En dat in drie kleine gemeenten in ons Nederland. Het is schrijnend, ik ben ontsteld.”
Kalverboer nam een voorschot op een rapport dat volgende week uitkomt waarvoor kinderen op de eilanden zijn geïnterviewd. “De meesten geven hun eigen leven een hoog cijfer. Ze zien zelf niet hoe erg achtergesteld ze zijn omdat hun omgeving ook in armoede leeft. Maar ze vragen zich wel af hoe ze, als de school dicht is, een gratis maaltijd kunnen krijgen? De kansenongelijkheid is groot en de armoede is extreem. De groep have-nots is veruit de grootste.”
Gelijke behandeling
Van Zutphen die sprak van een “onbegrijpelijk merkwaardige overheidswereld” wees de commissie er en passant ook nog op dat 11 jaar na 10-10-10 de algemene wet gelijke behandeling – “ondanks alle toezeggingen” – nog altijd niet van kracht is in Caribisch Nederland.