Mangroven spelen een cruciale rol in het ecosysteem. Logisch dat ze, zoals op Aruba en Curaçao, worden beschermd. Maar is het absolute verbod op kappen wel in het belang van het voortbestaan van (gezonde) mangrovenbosssen?
Door Jeff Sybesma
De natuur bestaat grofweg uit vier grote groepen organismen: planten, dieren, schimmels en bacteriën. Als we over natuurbescherming praten dan richten we ons in de eerste plaats op wat wij zien en dat zijn vooral de planten en dieren. Bovendien richt onze aandacht zich in het bijzonder op soorten planten en dieren waarvan wij vinden dat zij een toegevoegde waarde voor ons hebben. Als hun voortbestaan in gevaar wordt gebracht, vestigen wij daar specifiek onze aandacht op en proberen wij dat gevaar af te wenden. Die toegevoegde waarde is primair omdat de planten en dieren een voedselbron (kunnen) zijn of vanwege hun medische of andere nuttige eigenschappen. En soms gewoon omdat we het belangrijk vinden om ze te beschermen, vanwege de zogenaamde aaibaarheidsfactor.
Een mooi voorbeeld is de walvis. Vroeger werd er intensief op walvissen gejaagd vanwege hun traan(olie) om daarvan lampolie en zeep te maken. Toen dit niet meer zo belangrijk was vanwege goede alternatieven en omdat allerlei soorten walvissen door de jacht in hun voortbestaan bedreigd werden, is mondiaal door middel van een verdrag het jagen op walvissen verboden. Als je nu een willekeurige persoon vraagt of hij het belangrijk vindt dat walvissen beschermd moeten worden, is het antwoord bijna altijd: ja. Ook al hebben de meeste mensen deze dieren nog nooit in het wild gezien maar alleen via documentaires op televisie, toch vindt men dat zij beschermd moeten worden.
Eenzelfde verhaal kan verteld worden over olifanten, leeuwen en tijgers, zeeschildpadden en ga zo maar door. Maar als je goed kijkt, zie je dat deze houding vooral gericht is op de grote dieren. Kleine diersoorten vallen niet op of zijn eng, ook al hebben ze een belangrijke rol in de natuur. Neem als voorbeeld de bij. Zonder bijen zou deze wereld er geheel anders uitzien. De enorme waarde van bijen (en andere insecten) bij de kruisbestuiving van planten en gewassen wordt enorm onderschat. Een simpele Google search levert dit soort berichten op:
“Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn. Daarenboven heeft de vermindering van het aantal en van de diversiteit van bestuivers invloed op voedselveiligheid, met mogelijk opbrengstverlies in de landbouwsector.”
Mangroven staan weliswaar niet op uitsterven, maar er zijn er niet veel
Hoe zit dat met mangroven? Regelmatig lees je iets over mangroven. Meestal wordt er geprotesteerd omdat ze weggekapt worden vanwege een of ander (economisch) project. Mangroven staan weliswaar niet op uitsterven, maar er zijn er niet veel. In Curaçao bestaat slechts 0,12% van het totale oppervlak van het eiland (55 ha) uit mangroven. In Aruba is dat iets meer (70 ha), maar daar staan mangroven, in tegenstelling tot Curaçao, op een lijst van wettelijk beschermde plantensoorten.
Waarom deze specifieke aandacht voor mangroven? Een stukje biologie. Mangroven is een verzamelnaam voor een groep van planten die leven op de grens van land en (zee)water. Zij zijn in staat om te overleven in een zoute omgeving en zijn daar evolutionair volledig op aangepast. Belangrijk is te beseffen dat mangroven, net als iedere andere plant, enkele levensstadia doorlopen: ze ontkiemen als zaad, groeien uit tot volwassen plant, planten zich voort en sterven vervolgens om plaats te maken voor een nieuwe generatie. Kortom, als je over mangroven of mangrovebossen spreekt gaat dat niet om een statisch geheel maar om een dynamische ecosysteem.
Bij bestudering van mangrovebossen zie je wat biologen successie noemen. Dat wil zeggen dat in de tijd diverse stadia doorlopen worden. Een mangroveplant die in ondiep water ontspruit en groeit tot volwassenheid vangt zand op tussen de wortels. Daardoor wordt het water steeds ondieper totdat er op den duur er meer modder is dan water. Uiteindelijk droogt de modder op en krijg je landaanwinst. Echter, hierdoor sterven de mangroven af en worden zij vervangen door landplanten. We zien dus een natuurlijke opvolging van begroeiingen; aan de zeekant komen steeds nieuwe mangroven erbij terwijl aan de landkant de mangroven afsterven.
Mangroven hebben een nuttige functie. Ze dienen als vangnet van zand en zorgen voor landaanwas. Ze zijn ook levende barrières tegen golven en beschermen zo het achterland tegen overstromingen. Tussen de wortels in het water leven allerlei organismen en ontstaan broedplaatsen voor jonge vissen en andere zeedieren die, wanneer ze groter worden, migreren naar zee of naar de koraalriffen die in die zee te vinden zijn. In de mangroven nestelen ook allerlei vogelsoorten. Het dode hout is daarnaast uitstekend te gebruiken voor het maken van houtskool.
Kortom, mangroven hebben een belangrijke functie maar ze veranderen in de tijd constant. Plekken die geen mangroven hebben kunnen binnen korte tijd vol gegroeid zijn, terwijl op andere plaatsen gezonde mangrovebossen gedeeltelijk en vooral aan de landkant afsterven en verdwijnen.
Op dit moment vindt er geen enkel beheer plaats
Het is om deze nuttige functies dat de Arubaanse overheid bij wet de mangroven tot beschermde planten heeft uitgeroepen. Het probleem is dat de overheid daarmee niet klaar is. De beschermde status moet gekoppeld worden aan beheersmogelijkheden waarmee het dynamische karakter van mangroven onderkend wordt. Kortom, wat mag en wat mag niet met mangroven? Vastgesteld moet worden dat er op dit moment geen enkel beheer plaatsvindt. Feit is dat als men gewoon niks doet en nog een paar jaar verder is, dan zal het beeld van de aanwezige mangroven gewijzigd zijn door natuurlijke successie, zoals eerder uitgelegd. De kans bestaat dat ter plekke geen mangroven meer aanwezig zijn maar ergens anders weer nieuwe zijn aangegroeid.
We kunnen er ook niet omheen dat langs de kust economische activiteiten plaatsvinden: de bouw van een megapier of de constructie van een hotel. Soms staan op die plaatsen mangroven. Uitgangspunt moet dus zijn: laat de mangroven met rust zodat hun natuurlijke successie zijn beloop krijgt. Alleen wanneer het echt niet anders kan en ontwikkeling echt op een plek waar mangroven groeien noodzakelijk is, mag weldoordacht op een duurzame wijze ingegrepen worden.
Vanuit een juridisch oogpunt verschilt de bescherming van mangroven van Curaçao en Aruba van elkaar. Artikel 4 van de Natuurbeschermingsverordening Aruba geeft de mogelijkheid om bij landsbesluit lokale soorten flora en fauna aan te wijzen die in hun voortbestaan bedreigd worden. Ook kunnen soorten lokale flora en fauna bij landsbesluit worden aangewezen waarvan de overheid vindt dat hun aanwezigheid, ondanks dat ze niet in hun voortbestaan bedreigd worden, zodanig waardevol is dat ze toch bescherming moeten krijgen (categorie 2).
De derde categorie betreft individuele planten of groepen van planten, op wier blijvende aanwezigheid op een bepaalde plaats in Aruba uit het oogpunt van natuurbescherming prijs wordt gesteld. Ook geeft dit wetsartikel in het vierde lid de mogelijkheid dat bij dat landsbesluit nadere regels worden gesteld in het belang van de bescherming van de daarin genoemde soorten en de individuele planten. In 2017 werd het Landsbesluit bescherming inheemse flora en fauna van kracht. Dit landsbesluit wijst allereerst de soorten aan die vallen onder de eerste categorie namelijk de bedreigde soorten.
Gereguleerd kappen of uitdunnen is verboden
Voorbeelden van bedreigde dieren zijn alle zeeschildpadden en de Shoko, Prikichi en Cascabel en van planten de Orkidia di mondi of de Banana shimaron. Vervolgens worden de planten en dieren die als waardevol worden beschouwd maar niet op uitsterven staan, categorie 2 dus, aangewezen waaronder alle mangrovesoorten. Mangroven worden dus niet in hun voortbestaan bedreigd, maar de overheid beschouwt ze wel als waardevol.
Volgens artikel 6, tweede lid van de Natuurbeschermingsverordening is het verboden een plant die behoort tot een soort, aangewezen krachtens artikel 4, eerste of tweede lid, geheel of gedeeltelijk te verwijderen of te beschadigen. Helaas worden in dit landsbesluit, ook al geeft artikel 4 van de Natuurbeschermingsverordening daartoe wel de bevoegdheid, verder geen nadere regels in het belang van de bescherming van de genoemde soorten afgekondigd.
De keiharde conclusie moet dan zijn dat je geen mangroven mag weghalen of zelfs gedeeltelijk mag kappen. Geen enkele. Dat is verboden en de verordening geeft geen enkele mogelijkheid, al of niet met vergunning, om gereguleerd te kappen of uit te dunnen in het belang van de mangroven zelf maar ook voor eventuele economische projecten daarin en omheen. Overtreding van deze verboden levert een strafbaar feit, een misdrijf, op waarvoor je maximaal twee jaar opgesloten kan worden en/of een maximale geldboete van 100.000 florin kan worden opgelegd.
In Curaçao, waar een vergelijkbare Landsverordening grondslagen natuurbeheer en -bescherming bestaat, is helaas nog niet bij landsbesluit, zoals in Aruba, een lijst van inheemse planten en dieren aangewezen die bescherming genieten. Strikt juridisch gezien zijn dus lokaal de mangroven niet beschermd in Curaçao.
Balans zoeken tussen natuurbescherming en natuurbeheer
Echter, aangezien Curaçao en Aruba ook verdragspartij zijn bij de Cartagena Conventie inzake de bescherming van het mariene milieu in het wijdere Caribische gebied en op grond van het Protocol inzake speciaal beschermde gebieden en wilde soorten (SPAW), waarin mangroven wel geïdentificeerd worden als soorten die nog niet bedreigd zijn doch wel speciale aandacht verdienen, kunnen deze soorten niet zonder meer worden gedood, takken gekapt of anderzins schade worden aangebracht. De gebondenheid van de overheid aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur beletten dat zonder gedegen motivering en afweging van alle belangen en op basis van proportionaliteit mangroven worden gekapt of verwijderd.
Het moet duidelijk zijn dat modern duurzaam natuurbeheer niet meer een reeks van absolute verboden en handhaving daarvan betekent. Dus niet meer een hek om de te beschermen soort of het natuurgebied en vervolgens niemand meer toelaten. Het betekent wel dat voortdurend een balans gezocht moet worden gevonden tussen natuurbescherming en natuurgebruik.
Een goed voorbeeld is visserij. Als er genoeg vissen in de zee zwemmen dan kun je gewoon vissen. Dat kan zonder nadelige consequenties zolang de draagkracht ervan niet wordt overschreden. Als de aanwas van nieuwe vissen hoger is dan de afname door visserij dan is dat duurzame visserij. Elk jaar wordt in Nederland (mede op basis van Europese afspraken) berekend hoeveel haringen gevangen mogen worden voor consumptie. En daar houdt men zich stipt aan omdat dat de garantie is dat men volgend jaar weer kan vissen.
Doordacht en behoedzaam verwijderen moet kunnen
Hetzelfde moet gelden voor mangroven in Aruba en Curaçao. Behoedzaam en doordacht kappen en verwijderen zou niet verboden hoeven te worden indien ervoor gezorgd wordt dat de aanwas altijd groter is dan wat weggehaald wordt. De overheid speelt hierin een belangrijke rol en zou aan de hand van wetenschappelijk biologisch onderzoek, moeten bepalen wat wel kan of niet kan en de toezichthouder zou dit van geval tot geval moeten monitoren. Uitdunnen van volledig dichtgegroeide mangrovebossen, zorgzaam baggeren om de waterdoorstroming weer tot stand te brengen, herbebossing ter compensatie van delen die gekapt moeten worden, etc. moeten allemaal overwogen worden in het belang van gezonde mangroven. Deze overwegingen moeten openbaar, transparant en controleerbaar zijn.
Op deze manier komt duurzaam natuurbeheer daadwerkelijk tot leven. Kortom, het wordt tijd dat niet alleen verboden in de wet staan, maar dat ook nadere regels in het belang van de bescherming van de mangroven (en vergelijkbare planten en dieren) worden afgekondigd die zonder aanzien des persoons strikt worden nageleefd.
Mr.dr. Jeff Sybesma heeft biologie en recht gestudeerd en werkte tot zijn pensionering o.a. bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Hij is lid van de Raad van Advies Curaçao, gastdocent Staats- en Bestuursrecht, en Milieurecht aan de Juridische Faculteit van de University of Curaçao en bijzonder rechter in ambtenaren- en sociale zaken bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Bovenstaande bijdrage heeft hij op persoonlijke titel geschreven.