COLUMN – COHO is een zegen

COHO is het beste wat Curaçao, Aruba en Sint Maarten zich kunnen wensen. Nog niet boos weggeklikt? Dan behoort u vast tot het overgrote deel van de burgers dat wil dat volgende generaties, anders dan u, in een goed functionerend land kunnen leven. Toch is het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling omstreden en dat heus niet alleen bij politici die louter eigen belang najagen. Dat ook fatsoenlijke, weldenkende en constructief ingestelden moeite hebben met COHO ligt niet aan de inhoud, maar aan de wijze waarop de onderliggende rijkswet tot stand is gekomen en de inrichting van de organisatie.

In het debat dat de Eerste Kamer deze week met staatssecretaris Knops voerde, was er veel lof voor diens inzet en bedoelingen, maar ook niet mis te verstane kritiek op zijn aanpak en manier van communiceren. Een voldoende voor vlijt en een onvoldoende voor uitvoering dus. Senator Dittrich vatte het diplomatiek samen: samenwerking tussen Den Haag en de eilanden vraagt om culturele sensitiviteit en daarin is Knops niet zo getalenteerd. Net als de meeste van zijn voorgangers. Grootste voorbeeld hoe het ook kan: Atzo Nicolaï die meer als staatssecretaris voor dan van Koninkrijksrelaties handelde.

In het eerder aangehaalde debat merkte Knops op dat hij in lijn met zijn militaire achtergrond het doel in het vizier probeert te houden. Een goed militair denkt ook na over de tactiek hoe het doel met zo weinig mogelijk collateral damage kan worden bereikt. Kadushi vermoedt dat het militaire bloed de staatssecretaris eerder parten heeft gespeeld dan geholpen. Militairen denken doorgaans in vijanden, verdedigen en aanvallen. Het Koninkrijksverband is, al doen de vele schermutselingen door de jaren heen anders vermoeden, niet bedoeld als strijdperk.

Wat het Koninkrijk ontbeert, is bondgenootschappelijk gevoel. Een goede bondgenoot zet niet, omdat hij toevallig de grootste, rijkste en betweterigste is, de ander een pistool tegen de slaap. Een goede bondgenoot verplaatst zich in de situatie van de ander. Bondgenoten onderhandelen niet, maar trekken samen op. Die hebben het niet alleen over het doel, maar ook over de weg er naar toe. In het debat zei Knops dat hij op de militaire academie niet heeft leren koorddansen. Maar daar zal hem zeker ook niet geleerd zijn als een olifant door de porseleinkast te stampen…

Senator Recourt verwoordde het treffend: door zijn optreden duwt de staatssecretaris de constructieve krachten van het podium. In plaats van deze te helpen de tegenkrachten die geen baat hebben bij goed bestuur te overwinnen. Kadushi heeft het over een op het oog fatsoenlijk lijkende elite die zijn rijkdom heeft opgebouwd op de armoede van de bevolking en via als politici vermomde stromannen en -vrouwen aan de touwtjes trekt om te voorkomen dat de corruptie wordt aangepakt, belastingen worden geïnd, onderwijs wordt verbeterd en media vrijuit kunnen berichten.

Knops wil niet nadenken over wat hij anders had kunnen doen, want zo zei hij tegen de senatoren: “Dat is toch een beetje aan een generaal vragen, terwijl hij midden in een strijd zit, om die strijd te gaan evalueren.”

Ondanks alles kan COHO kan er voor zorgen dat welvaart en welzijn eerlijker verdeeld gaan worden Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Daarvoor is het wel nodig dat het wetsvoorstel van zijn neokoloniale trekjes wordt ontdaan. De Raad van State heeft in zijn heldere precies advies verteld hoe.

Kadushi is het buitenbeentje van Dossier Koninkrijksrelaties: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.