Den Haag – BVN TV zal vanaf 1 juli in minder landen te zien zijn, maar blijft wel voor de Caribische delen van het Koninkrijk behouden. Dat blijkt uit een brief die minister Arie Slob (Media) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het besluit het verspreidingsgebied te verkleinen is het gevolg van de beëindiging van de samenwerking met de Vlaamse publieke omroep per 1 januari jl. Daardoor valt de jaarlijkse bijdrage van de Belgen – 990.000 euro – weg
“Het gevolg van het stoppen van de Vlaamse financiële bijdrage aan BVN is dat de huidige wereldwijde dekking van BVN niet langer in stand gehouden kan worden. De financiële bijdrage vanuit de NPO en OCW (resp. EUR 1,63 mln. en EUR 1,58 mln. in 2020) zal gecontinueerd worden. Per 1 juli 2021 zal BVN via satellietdistributie alleen nog beschikbaar zijn in Midden- en Zuid-Amerika (waaronder de Caraïben), een groot deel van de Verenigde Staten, heel Europa en het aangrenzende gebied in Noord-Afrika en Zuidwest-Azië”, aldus Slob.
De bewindsman benadrukt dat rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van de Nederlandse Publieke Omroep via BVN in Caribisch Nederland en de landen in het Koninkrijk. Overigens zijn er meer veranderingen in aantocht: “We onderzoeken in ieder geval de mogelijkheden voor het afbouwen van de kostbare satellietdistributie. Daarnaast gaan we onderzoeken of we de publieke content internationaal, bijvoorbeeld door gebruik van geotechniek en login, via onze on demand diensten kunnen ontsluiten en daarmee verder kosten kunnen besparen.”
Slob wijst er op dat “veel content van de publieke omroep, op de livestreams na, via internet zoals via NPO Start of NOS.nl beschikbaar is in het buitenland.”