Den Haag – De Eerste Kamer wil dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit toekent aan het verbeteren van de relatie met de Caribische delen van het Koninkrijk. Een motie daartoe van senator Paul Rosenmöller (GroenLinks) kan volgende week bij de stemming zo goed als zeker rekenen op een ruime meerderheid.
Rosenmöller diende de motie dinsdagavond in aan het slot van een lang beleidsdebat met staatssecretaris Knops (BZK). De fractiewoordvoerders overlaadden hem met complimenten over zijn inzet en betrokkenheid. Maar zij toonden zich ook kritisch over zijn manier van communiceren. Die zou mede oorzaak zijn van de verslechterde verhoudingen met de eilanden, hielden enkele senatoren voor.
Verkeerd beeld
Knops bestreed die conclusie. Hij benadrukte juist zo’n goede verstandhouding met bestuurders overzee te hebben dat verschillen van mening samenwerking niet in de weg staan. De bewindsman suggereerde dat het onder meer de media en sommige politici aan de Caribische kant zijn die een verkeerd beeld creëren. Niettemin kreeg hij de boodschap mee zijn woorden in het vervolg beter te wegen.
Het debat was bedoeld om terug te blikken op hoe de koninkrijksrelaties zich in de aflopende regeertermijn hebben ontwikkeld. De senatoren constateerden dat er “veel ruimte is voor verbetering”. “Beter kan het altijd”, verweerde Knops zich. “Er is heel veel bereikt, maar er zijn ook veel nieuwe problemen bij gekomen.”
Meer ambitie
Rosenmöller, die voorzitter is van de Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties, maar in het debat optrad als woordvoerder van zijn fractie, vindt dat de volgende regering op het gebied van de koninkrijksrelaties meer ambitie moet tonen. Hij diende daarom een motie in die bijval kreeg van de meeste andere partijen. Zelfs Knops erkende “dat er wel een tandje bij kan.”
Over de motie wordt dinsdag gestemd. Dat is ruim op tijd, want voordat de formatieonderhandelingen kunnen beginnen, neemt Den Haag eerst drie weken de tijd om de scherven van ‘verkennersgate’ te lijmen.
Motie Rosenmöller
Overwegende, dat de relaties binnen het Koninkrijk voor verbetering vatbaar zijn,
Constaterende, dat de Nationale Ombudsman in zijn rapport ‘Oog voor ouderen in Caribisch Nederland’ in november 2019 stelt dat ‘Caribisch Nederland kan en mag voor Den Haag niet de ver-van-mijn-bed-show blijven’,
Constaterende, dat de vicepresident van de Raad van State in een voorgenomen lezing in november 2019 via een veelheid van wegen pleit voor ‘concrete en duurzame verbetering van de Koninkrijksbanden’
Constaterende, dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken in haar advies van september 2020 over de veiligheid en rechtsorde in het Caribisch gebied stelt dat de Koninkrijksrelaties een hogere prioriteit dienen te krijgen in het kabinetsbeleid,
Van oordeel, dat zowel op het brede terrein van de veiligheid als op sociaaleconomisch en financieel terrein de bevolking in het Caribisch deel van het Koninkrijk gebaat is bij intensivering van de onderlinge relaties,
Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren.