Door René Zwart
In haar column over de gelekte ‘verkennerspapers’ schrijft de onbetwiste koningin van het volk der columnisten Sheila Sitalsing in de zaterdageditie van de Volkskrant het volgende: “Rest onze laatste hoop in bange dagen: Sigrid Kaag. Zij voerde een aanstekelijke campagne voor nieuw leiderschap, voor transparantie en tegen drekspuwende mannetjes. Zij moet het doen. Zij moet uitsluitsel geven en het zeggen: ja, Mark heeft opgeworpen of we Pieter Omtzigt niet een mooie plek op Bonaire kunnen aanbieden, en dat was niet fraai. Of: nee, zoiets zouden we natuurlijk nooit doen.”
Als Rutte dat werkelijk heeft geopperd, stijgt hij onmiddellijk in mijn achting. Omtzigt, van alle Kamerleden degene die het meest consciëntieus zijn rol als volksvertegenwoordiger en controleur van de macht invult, kan in de bijzondere gemeente Bonaire goed werk doen. Ze zullen hem er, in tegenstelling tot zijn eigen CDA, met open armen ontvangen. Want: meer dan genoeg misstanden om in vast te bijten en niet los te laten voordat ze de wereld uit zijn.
Wat te denken van de Vrije Uitkering (de Caribische variant van het gemeentefonds). Al in 2014 is uit een in opdracht van het ministerie van BZK uitgevoerd onderzoek gebleken dat die veel te laag is om de lokale bestuurders van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in staat te stellen hun eilandelijke taken naar behoren uit te voeren. Het bedrag is inmiddels geïndexeerd, maar het gat met wat werkelijk nodig is, is – net als de gaten in de wegen, want geen budget – nog altijd gapend groot.
Dan is er nog het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen, zoals de AOW die op de eilanden AOV heet. Het verschil is meer dan die ene letter: omdat het minimumloon ver onder het sociaal minimum ligt, liggen de onderstand (de tropische variant van de bijstand) en de AOV zo’n 40% onder wat nodig is om in het noodzakelijke levensonderhoud te voorzien, is in opdracht van het ministerie van SZW berekend.
Nog iets waar Omtzigt zijn tanden in kan zetten: ook al hebben we het over Nederlandse gemeenten (formeel: openbare lichamen), er bestaat geen WW. Wie zijn baan kwijtraakt – en dat gebeurt bij bosjes in deze coronatijd aangezien de kleinschalige, kwetsbare economieën van de eilanden afhankelijk zijn van toerisme – is aangewezen op de magere onderstand.
Vrije uitkering, minimumloon, uitkeringen en WW. Het is Den Haag dat er ook op de eiland over beslist. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn op een dag na even lang onderdeel van Nederland als Rutte minister-president is; dus ook van de eilandbewoners. In die 10,5 jaar is de armoede in Caribisch Nederland alleen maar toegenomen. Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen trekt geregeld aan de bel, maar het kabinet toont zich vooralsnog ‘West Indisch doof’.
Aan Omtzigt valt wel toe te vertrouwen boven tafel te krijgen of de schrijnende omstandigheden waarin veel Caribische landgenoten moeten leven (700 kinderen gaan zonder ontbijt naar school, om een voorbeeld te geven), ondanks of dankzij de Haagse bemoeienis voortduurt. Dat is een dankbare taak en de ‘vrienden’ binnen en buiten de partij die hem maar wat graag de spreekwoordelijke dolk in de rug zouden steken, komen er met een koopje vanaf: er zijn slechts enkele tientallen miljoenen voor nodig om de 25.000 inwoners van de BES-eilanden fatsoenlijke – met het vasteland vergelijkbare – sociale voorzieningen te bieden.
Hiervoor hoeft hij zich natuurlijk niet naar Bonaire te laten verbannen (verzekerd van een redelijk inkomen allesbehalve een straf overigens), ook als Kamerlid kan hij het kabinet Rutte 4 aanspreken op plichtsverzuim (of voor de goed ingevoerden: ’taakverwaarlozing’) ten opzichte van het zonnigste stukje Nederland.
Lees hier de column van Sheila Sitalsing. En eenmaal op de site van de Volkskrant is het ook zeer de moeite waard kennis te nemen van de column van Loes Reijmer over aankomend Tweede Kamerlid Sylvana Simons.