Willemstad – De winnaars van de Statenverkiezingen op Curaçao MFK en PNP hebben amper anderhalf etmaal nodig gehad om een ‘bereidwilligheidsverklaring’ te ondertekenen die moeten leiden tot de vorming van een coalitie.
In de korte verklaring staat te lezen dat beide partijen “een gedegen ontwikkeling” van de inwoners van het eiland willen realiseren, “gebaseerd op transparantie, integriteit, fatsoen, hoop, respect, normen en waarden, met Gods woord in ons vaandel.”
De beoogde coalitie met zeer waarschijnlijk Gilmar Pisas als minister-president steunt op 13 van de 21 zetels in de Staten (MFK 9, PNP 4). Wat beide partijen gemeenschappelijk hebben – maar niet in de verklaring wordt vermeld – is de weerzin tegen de voorwaarden die Nederland stelt aan de steun om Curaçao door de coronacrisis te helpen.
De MFK is in 2010 opgericht door Gerrit Schotte, de eerste premier van Curaçao. Die heeft na het uitzitten van zijn straf voor corruptie de politiek de rug toegekeerd. De PNP heeft weinig meer van de bestuurspartij uit de tijd van oud-minister-president Maria Liberia-Peters.
Onder aanvoering van Ruthmilda Larmonie-Cecilia (ex-Pueblo Soberano) beleeft de PNP een opmerkelijke comeback. Ze kwam in opspraak door een onderzoek van de de Rekenkamer waaruit bleek dat ze in 2014 en 2015 als minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn zonder daartoe bevoegd te zijn voor miljoenen aan verplichtingen was aangegaan.