Het moet staatssecretaris Knops wit om de neus zijn geworden toen hij zaterdag bij het ontbijt de uitslag van de Statenverkiezingen op Curaçao vernam. Dat de regeringspartijen PAR en MAN terrein zouden verliezen, lag in de lijn der verwachtingen. Maar dat de overwinning van de op anti-Nederlandse sentimenten gefundeerde MFK – met 9 van de 21 zetels – zo groot zou uitpakken, zal hij in zijn donkerste nachtmerrie niet hebben kunnen bevroeden.
Knops heeft het ten dele over zichzelf afgeroepen dat hij in het staartje van zijn ambtstermijn zaken moet zien te doen met Curaçaos aanstaande minister-president Gilmar – zeg maar ‘Pik’ – Pisas. Natuurlijk, PAR en MAN zijn in de allereerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun nederlaag door te veel aandacht te hebben gehad voor de economie en te weinig voor de dagelijkse noden van de bevolking.
Maar wetend hoe broos het draagvlak is van welke regering dan ook in het politiek hopeloos verscheurde Curaçao, heeft de wijze waarop de staatssecretaris het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling aanprees het kabinet Rhuggenaath niet geholpen. Het heeft de MFK de kans geboden de coalitie af te serveren als slaafse uitvoerders van Haagse dictaten.
Het gaat te ver om te constateren dat Knops een betere campagneleider is voor de MFK (plus 4) dan voor zijn eigen CDA (min 4), feit is dat hij weinig lijkt te hebben geleerd van het falen van voorgangers. Gijs de Vries gooide toenmalig minister-president Pourier voor de bus waarmee hij de in Den Haag verketterde Anthony Godett in het zadel hielp (al moest die het premierschap aan zus Myrna uitbesteden omdat hij vanwege een veroordeling voor corruptie niet ministeriabel was).
In 2010 opereerde Den Haag zo onhandig dat Gerrit Schotte de eerste minister-president van Curaçao kon worden die zijn land in ruil voor een miljoen of meer aan steekpenningen dacht te kunnen verkopen aan een Siciliaanse maffiabaas.
En nu moet Knops samenwerken met Pisas die er geen geheim van maakt de voorwaarden te verwerpen die Nederland stelt aan de steun om Curaçao door de coronacrisis te slepen. De twee hebben eerder de degens gekruist toen Pisas in 2017 als interim-premier reeds uitgeschreven verkiezingen wilde annuleren om zo te voorkomen dat PAR en MAN aan de macht zouden komen.
Toen trok Knops (via de Rijksministerraad) aan het langste eind. Vier jaar later heeft de Curaçaose kiezer – tegen het stemadvies van de staatssecretaris in om niet te stemmen op partijen die een loopje nemen met de democratische spelregels – Pisas alsnog zijn zin gegeven. Daardoor komen ze opnieuw tegenover elkaar te staan: de een wil heronderhandelen, de andere pertinent niet.
Dat worden vast geen gezellige gesprekken. Toch rust op beide heren de dure plicht de belangrijkste deal in het bestaan van Curaçao te sluiten.
Kadushi is het buitenbeentje van Dossier Koninkrijksrelaties: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.