Woordvoerderschap Koninkrijksrelaties niet vanzelfsprekend naar Caribische Kamerleden

Den Haag – Politieke partijen in Nederland hebben er moeite mee fractieleden met Caribische roots het woord te laten voeren over de Koninkrijksrelaties. Dat blijkt uit de getuigenis van de oud-Kamerleden Hubert Fermina en John Leerdam die vandaag te gast waren in het radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd van de VPRO.

De op Curaçao geboren Fermina was in 1994 het eerste Kamerlid afkomstig uit de Nederlandse Antillen. Binnen zijn partij D66 speelde zijn kleur geen rol, maar een fractiegenoot werd aangewezen als eerste woordvoerder als het om koninkrijkszaken ging. Tijdens werkbezoeken  aan de eilanden mocht hij alleen iets zeggen als hem daarvoor expliciet toestemming werd gegeven. “Omdat ik niet objectief zou zijn, maar een boer in de fractie mocht wel woordvoerder landbouw zijn”, aldus Fermina die er een ‘wrange nasmaak’ aan heeft over gehouden.

Moeten vechten

Leerdam – van 2003 tot 2010 Kamerlid voor de PvdA – heeft dezelfde ervaring. “Ik kwam uit de kunst en cultuur en kreeg het woordvoerderschap over kunst en cultuur, maar dat ik Koninkrijksrelaties zou gaan doen leidde tot discussie die iedere keer weer terugkwam, terwijl ik wel de kennis van de eilanden had. Ik heb moeten vechten als een leeuw.”

Aanleiding voor de uitzending is het feit dat er de afgelopen vier jaar geen zwarte Kamerleden waren. Hoewel er volop gedebatteerd wordt over institutioneel racisme, het slavernijverleden en gelijke kansen, waren mensen met een Surinaamse, Antilliaanse of Afrikaanse achtergrond afwezig in politiek Den Haag. Bij de Kamerverkiezing van komende woensdag zijn er meer kandidaten met Caribische roots dan ooit, maar geen van hen staat – afgaande op de peilingen – op een (rechtstreeks) verkiesbare plaats.

Luister hier de gehele uitzending terug.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.