Den Haag – De Nederlandse regering trekt op voorstel van staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nog eens 15,2 miljoen euro uit voor het voedselhulpprogramma op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De armoedeproblematiek op de eilanden is sinds de COVID-19 pandemie en het daardoor weggevallen toerisme sterk toegenomen.
Knops: “Het uitgangspunt van het kabinet is steeds geweest dat Nederland de meest kwetsbare mensen niet in de kou laat staan. Tijdens mijn laatste werkbezoek heb ik ervaren hoe schrijnend de situatie op sommige plekken binnen ons Koninkrijk is. Het is van groot belang dat het voedselhulpprogramma ook de komende periode wordt voortgezet.”
Rode Kruis
Sinds mei 2020 is er door het kabinet Rutte 56,6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor voedselhulp op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Op dit moment worden in totaal ongeveer 80.000 mensen geholpen met voedselhulp die door Nederland mogelijk wordt gemaakt. Met de nieuwe gift van 15,2 miljoen kunnen de eilanden tot en met juni vooruit.
Op dit moment coördineert het Rode Kruis het voedselhulpprogramma. Er wordt gewerkt aan een overgang naar een meer structurele vorm van het programma, onder verantwoordelijkheid van de drie landen. Dit geldt zowel voor de voedselhulp aan de ingezetenen als voor de voedselhulp aan de ongedocumenteerden. Voor de laatste doelgroep wordt door de landen inzet van een NGO beoogd.
Vervolg
Het streven is de transitie gerealiseerd te hebben per 1 mei op Curaçao en Sint Maarten en per 1 juli 2021 op Aruba. Na de eerste transitie in mei zal snel meer duidelijk worden over het vervolg van het voedselhulpprogramma.