Stieneke van der Graaf: “Sociaal minimum moet snel worden bereikt”

Op weg naar de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart neemt vandaag Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) op uitnodiging van Dossier Koninkrijksrelaties plaats in de Voorkamer om vragen te beantwoorden over de visie van haar partij op de koninkrijksbanden.

Welke waarde hecht de ChristenUnie aan de band met de Caribische delen van het Koninkrijk?

“Die is groot. We weten ons warm verbonden met de eilanden. Wederzijdse verbondenheid betekent voor de ChristenUnie dat landen elkaar bijstaan, met respect voor de eigen taal, cultuur en tradities, en blijven investeren in wederzijds vertrouwen en invoelingsvermogen. Daarin moet ook plek zijn voor erkenning van en gesprek over de pijnlijke sporen die de koloniale band en het slavernijverleden nalaten.”

Vindt u dat de formele staatkundige verhoudingen in het Koninkrijk moeten worden aangepast?

“De samenwerking in het Koninkrijk is niet eenvoudig, dat weten we en dat blijft aandacht vragen. Wat de ChristenUnie betreft zijn de huidige staatkundige verhoudingen niet in beton gegoten. Wanneer daar breed draagvlak voor is in de verschillende delen van het Koninkrijk, is de ChristenUnie bereid mee te denken over verbetering.”

Buitenlandse Zaken en Defensie zijn Koninkrijkstaken. Zou dat niet ook moeten gelden voor onderwijs en gezondheidszorg aangezien de kwaliteit daarvan in de CAS-landen te wensen overlaat?

“Er is destijds niet voor gekozen dit onder de koninkrijkstaken onder te brengen, maar wat de ChristenUnie betreft zou dit te sprake kunnen komen als er opnieuw naar staatkundige verhoudingen zal worden gekeken. Het is goed dat Nederland bijspringt op het gebied van medische ondersteuning en voedselhulp tijdens de pandemie.”

Wat heeft de ChristenUnie sinds 2010 op het gebied van de koninkrijksrelaties voor elkaar gekregen?

“De ChristenUnie heeft altijd bijzonder aandacht gehad voor de positie van kinderen op de eilanden. Er is geld gekomen om het leven van kinderen op de BES-eilanden beter te maken. Persoonlijk ben ik erg blij met de wet die er op initiatief van de ChristenUnie komt. Die wet zorgt ervoor dat geweld tegen kinderen in de opvoeding niet meer mag. Dat was al geregeld in Europees Nederland en op Curaçao, Aruba en Sint Maarten, maar gaat nu ook gebeuren op Bonaire, Statia en Saba. Dat helpt jonge ouders en hulpverleners om kinderen veilig op te laten groeien en verlaagt de drempel om hulp in te roepen.”

Wat had u in de achterliggende periode graag voor elkaar willen krijgen, maar dat niet gelukt is? En waar heeft dat aan gelegen?

“Dit kabinet heeft een eerste stap gezet richting het sociaal minimum op de BES-eilanden, maar het is nog niet gelukt om het inkomen van mensen op het bestaansminimum te brengen. Dat vind ik heel erg omdat een grote groep echt in armoede leeft, onder andere doordat de kosten van het levensonderhoud ontzettend hoog zijn. Waar dat aan ligt? Doordat teveel ministeries hier een rol in hebben, voelt niemand zich echt verantwoordelijk. In de coronacrisis lukte het opeens wel om maatregelen te treffen, om de kosten terug te dringen. Wat de ChristenUnie betreft worden die kosten ook structureel verlaagd.”

Tussen ‘Den Haag’ en de eilanden is nogal eens ‘gedoe’. Wat is daarvan volgens u de oorzaak en hoe valt dat in de toekomst te voorkomen?

“De afstand tussen het Caribisch deel van het Koninkrijk en Den Haag is vaak groot. Fysiek, maar ook in de beleving. Dat leidt soms tot wederzijdse frustratie. Ik zie gelukkig ook goede voorbeelden, bijvoorbeeld in de samenwerking rondom de aanpak van het coronavirus. Oprechte aandacht vanuit Europees Nederland voor wat er speelt op de eilanden vind ik van groot belang.” 

Wat is het standpunt van uw partij over het democratisch deficit: er is wel een Koninkrijksregering, maar geen Koninkrijksparlement en de Staten van Curaçao, Aruba en Sint Maarten kunnen via gedelegeerden deelnemen aan de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van Rijkswetten en amendementen en moties indienen, maar mogen niet meestemmen.

“Ik herken deze zorgen. Ik denk dat er in de eerste plaats een taak ligt voor de Tweede Kamer om bij Rijkswetten oog te hebben voor alle delen van het Koninkrijk. Maar ik weet ook dat dat op Sint Maarten, Aruba en Curaçao niet altijd zo wordt beleefd. Tegelijk gaan alle vier de landen in het Koninkrijk momenteel door een hele zware crisis. Voor nu ligt wat de ChristenUnie betreft in deze roerige tijden dan ook de focus om daar als Koninkrijk goed uit te komen en elkaar vast te houden.”

Hoe vindt u dat staatssecretaris Knops het doet?

“Ik zie aan staatssecretaris Knops dat hij hart heeft voor het Koninkrijk. Als coördinerend bewindspersoon is hij het aanspreekpunt voor het beleid op Koninkrijksrelaties, maar hij is vaak afhankelijk van andere ministeries om veranderingen in gang te zetten. En voor hen voelen de eilanden vaak ver weg. Ik heb gezien dat de staatssecretaris gedreven is om dan door te pakken en collega’s uit het kabinet mee te nemen naar de eilanden voor een kennismaking.”

Is de ChristenUnie bereid tijdens de formatiebesprekingen te bepleiten dat het voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba vastgestelde fictieve sociaal minimum wordt omgezet in een sociaal minimum dat is gebaseerd op de werkelijke noodzakelijke kosten van levensonderhoud? Of ben je als de CU niet aan de formatietafel zit bereid een motie met die strekking in te dienen of mee te ondertekenen?

“Als de ChristenUnie één ding kan bereiken de komende vier jaar voor de mensen op de eilanden, zou het wat mij betreft dit zijn. De armoede is schrijnend. De kosten voor levensonderhoud zijn hoog. Ik zag het zelf toen ik op Sint Eustatius boodschappen deed. Ik heb mensen ontmoet die met drie banen soms nog niet rond kwamen. Dat brengt veel zorgen met zich mee. Ook voor kinderen. In de afgelopen jaren zijn stappen in de goede richting gezet. Maar we hadden als ChristenUnie graag gezien dat we verder waren, en het werkelijke sociaal minimum hadden bereikt. Daar ligt dus nog een opdracht.”

Wat zijn de speerpunten waarom kiezers in het Caribisch deel van het Koninkrijk op uw partij zouden moeten stemmen? 

“De ChristenUnie wil opkomen voor iedereen in het Koninkrijk, dus ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk. We willen een samenleving waarin aandacht is voor elkaar en voor de schepping.

We willen zorg voor elkaar:

– Dat betekent dat we pal staan voor de beschermwaardigheid van het leven, van het begin tot het einde. We zorgen ervoor dat mensen waardig ouder kunnen worden en komen op voor ongeboren leven, met betere hulp en begeleiding.

– In het Caribisch deel willen we betere zorg voor kinderen met een handicap en aandacht voor preventie. Ook willen we dat mensen met een beperking in het hele koninkrijk volwaardig kunnen meedoen.

We willen een economie die draait om mensen:

– Dat begint al met onderwijs. We schaffen het leenstelsel af en er komt weer een tegemoetkoming voor studenten zoals de basisbeurs dat was. 

– Dat betekent ook dat we armoede op de BES willen bestrijden met bijzondere focus op ouderen en kinderen. Het sociaal minimum moet snel worden bereikt. 

We kiezen voor de schepping:

– Klimaatverandering pakken we aan door snel stappen te blijven zetten richting een klimaatneutraal Nederland

– We zorgen ook voor de bijzondere natuur in het Caribisch deel van het Koninkrijk Tot slot wil de ChristenUnie ook stevig inzetten op de bestrijding van racisme en discriminatie.

– We stellen voor dat er een Nationale Commissie voor Waarheid en Verzoening wordt ingesteld. Deze commissie onderzoekt grondig wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij, namens wie en hoe. Dit helpt om het nationaal collectief gebrek aan kennis over het slavernijverleden aan te vullen en de doorwerking ervan in onze samenleving vandaag de dag in het juiste perspectief te plaatsen. Hierbij maakt de overheid excuses. Niet namens een bepaalde bevolkingsgroep, maar als instituut dat al die tijd heeft bestaan.”

Stieneke van der Graaf (1984, Zwartsluis) werd in 2017 Tweede Kamerlid en voert sindsdien voor de ChristenUnie het woord over de koninkrijksrelaties. De in Groningen wonende juriste staat op plaats 6 van de kandidatenlijst. Lees hier meer over Stieneke van der Graaf.

In het verkiezingsprogramma ‘Kiezen voor wat écht telt’ van de ChristenUnie staat over de koninkrijksrelaties:

Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Het zijn heftige jaren voor het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Na de verwoestende orkaan Irma en de crisis in Venezuela, volgde de coronacrisis. In de prachtige landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn de problemen helaas groot. De al bestaande problemen van armoede, hoge werkloosheid, financiële tekorten en criminaliteit zijn nog meer voelbaar en zichtbaar geworden. Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten en economische activiteit, en juist dat is grotendeels weggevallen.

Wederzijdse verbondenheid in het Koninkrijk betekent dat landen elkaar bijstaan, met respect voor de eigen taal, cultuur en tradities, en blijven investeren in wederzijds vertrouwen en invoelingsvermogen. De koloniale band en het slavernijverleden laten tot op de dag van vandaag hun pijnlijke sporen na. Dat moet erkend worden en een plek houden in het onderlinge gesprek. Het waken over de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur blijven zaken die het Koninkrijk aangaan.

  • Ruimhartige ondersteuning landen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten krijgen tijdens de coronacrisis onvoorwaardelijke voedselhulp en medische ondersteuning. Daarnaast wordt met een lange termijn agenda gewerkt aan herstel van de werkgelegenheid, de economie en een duurzame financiële overheidshuishouding. Daarnaast wordt er extra aandacht besteed en expertise gedeeld met betrekking tot kwetsbare gezinssituaties, waarbij mogelijk sprake is van huiselijk geweld, (seksueel) misbruik en andere bedreigingen voor de ontwikkeling van kinderen.
  • Strijd tegen zware criminaliteit en ondermijning. De versterking van de rechtshandhaving wordt voortgezet, het Europees deel en het Caribisch deel van het Koninkrijk werken hierbij nauw samen. Zware criminaliteit en drugs-, mensenhandel- en gokmaffiapraktijken worden aangepakt. Daarbij wordt de continuïteit van ervaring en kennis in de landen gewaarborgd. Dus niet te snelle personele wisselingen van uitgezonden functionarissen uit Nederland.
  • Stimuleren ondernemerschap lokale bevolking. We willen minder lokale belemmeringen om een eigen bedrijf te starten. Hiervoor wordt de expertise van internationale organisaties binnen de regio benut.

Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bijzondere gemeenten: ‘openbare lichamen’. Zij heten Caribisch Nederland. Samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormen zij het Caribisch deel van het Koninkrijk. De omstandigheden van de bevolking op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn verschillend, maar de leefomstandigheden, het vertrouwen en de perspectieven van de bevolking zijn nog niet overal en voor iedereen voldoende verbeterd. De kosten van levensonderhoud zijn hoog en het sociaal minimum is nog steeds niet passend.

De ChristenUnie zet zich in voor een warme band met Caribisch Nederland: vanuit verbondenheid en met een dienende houding. De ChristenUnie wil duurzame verbetering met oog voor de eigenheid en cultuur van de BES-eilanden. De basis is gelijkwaardigheid en respect voor elkaar.

  • Bestrijding armoede. Sociale voorzieningen op de BES-eilanden worden op peil gebracht. De focus ligt op verbetering van de situatie voor kinderen en voor ouderen.
  • Sociaal minimum. De minimumnormen voor sociale zekerheid worden vastgesteld en aangehouden als sociaal minimum, zodat de eerste levensbehoeften kunnen worden betaald.
  • Ondersteuning alleenstaande moeders. Veel kinderen groeien op in armoede en worden geconfronteerd met huiselijk geweld. De zorg is gebrekkig en voor gehandicapte kinderen bestaan geen voorzieningen. De ondersteuning van alleenstaande moeders en de uitkeringen worden op het juiste niveau gebracht.
  • Inzet op leefstijlpreventie en sport. Op de eilanden is het niet altijd eenvoudig gezond te eten of te bewegen. De afgelopen jaren is extra geïnvesteerd in een gezonde leefstijl zoals gezonde schoollunches en sportfaciliteiten, deze activiteiten gaan de komende jaren door.
  • Investeren in onderwijs. Investeren in onderwijs is onverminderd nodig om kinderen een toekomstperspectief te bieden en de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken. Het onderwijs moet zo worden ingericht dat de jongeren zijn toegerust om de overstap te maken naar universiteiten in de omliggende landen, zoals de VS of Nederland.
  • Investeren in coöperaties en vrijwilligerswerk. We stimuleren de mogelijkheden rond coöperaties en gaan extra inzetten op ondersteuning van inwoners die zich willen inzetten op het gebied van duurzaamheid, het opzetten van vrijwilligerswerk organisaties en ondersteunen van mantelzorgers.
  • Aanmoedigen terugkeer goed opgeleide jongeren. Om een duurzame toekomst voor de eilanden te realiseren, is een nieuwe generatie nodig van goed opgeleide eilanders die het eiland besturen. Veel jonge eilanders vertrekken naar het buitenland voor vervolgopleidingen en keren niet terug, een ‘brain drain’ voor de eilanden. Genoeg banen, groeimogelijkheid en de afschaffing van het leenstelsel maken terugkeer meer aantrekkelijk.
error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.