Staatsraad Paul Comenencia spoort jubilerend Antilliaans Netwerk aan koninkrijksbreed te gaan

Den Haag – Paul Comenencia, namens Curaçao staatsraad van het Koninkrijk en oud-gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen, ziet graag dat de Vereniging Antilliaans Netwerk (VAN) haar vleugels uitslaat naar de Caribische delen van het Koninkrijk.

Comenencia pleitte daar vandaag voor in zijn lezing ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de netwerkorganisatie. Vanwege de coronamaatregelen werd het jubileum via een Zoom-bijeenkomst gevierd. Comenencia benadrukte het belang van de vereniging die in zijn ogen nog kan toenemen als die uitgroeit tot een koninkrijksbreed netwerk.

Het zou, aldus Comenencia, er aan kunnen bijdragen de kennis aan weerszijde van de oceaan te verhogen over wat er werkelijk in de verschillende delen van het Koninkrijk. Lees hieronder zijn gehele voordracht.

Van stille diplomatie tot invloedrijke positie

Voorzitter, leden van het Antilliaans Netwerk, geachte gasten, dank voor de uitnodiging om voor u te spreken bij deze eerste ZOOM-bijeenkomst van het Netwerk voor dit jaar. Dat er dit jaar nog vele bijeenkomsten mogen volgen, liefst in persoon, anders via een van de vele online mogelijkheden waar wij het afgelopen jaar kennis mee hebben kunnen maken.

De voorzitter heeft mij een ambitieuze spreekopdracht meegegeven: Van stille diplomatie tot invloedrijke positie. Tijdens de gedachtewisseling straks zal ik wel van u horen in hoeverre de lading van mijn verhaal de dekking van deze mooie vlag verdient. Het 20-jarig bestaan van een Vereniging die trots is op haar jonge geschiedenis, en ook voor de toekomst nog veel wil betekenen, vraagt om een korte reflectie op verleden en toekomst.

Een van de eerste verplichtingen na mijn aantreden als gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen in de zomer van 2004, was het bezoeken van een ledenavond van het Antilliaanse Netwerk, indertijd nog in het Marriott Hotel in Amsterdam. De omvang van de bijeenkomst en de kwaliteit van het publiek maakten indruk op mij en ik heb me direct ingeschreven als lid, al had ik nog geen idee voor hoe lang. Het kabinet dat mij had aangesteld, had immers nog maar anderhalf jaar te gaan tot aan de verkiezingen van januari 2006. Maar goed, we zijn een dikke 16 jaar verder, zonder dat ik het lidmaatschap ooit heb hoeven of willen opzeggen.

Het beeld van de Vereniging Antilliaans Netwerk dat ik, in de loop van deze 16 jaar, voor mezelf heb gevormd, is dat de Vereniging in Nederland het allerbeste samenbrengt van mensen met een band met de zes eilanden. Mensen die, ongeacht of ze daar of hier geboren en getogen zijn, de eilanden een warm hart toedragen en altijd bereid zijn een extra bijdrage te leveren om de bevolking van de eilanden, hier en daar, een stapje verder in de goede richting te helpen.

En het mooie van dit netwerk is dat je, als professional, geen specifiek, prominent profiel hoeft te hebben om erbij te horen, geen schatrijke zakenman, topambtenaar of hoogleraar hoeft te zijn, als je maar iets positiefs hebt met de eilanden en bereid bent je in te zetten voor Aruba Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, en voor onze Antilliaanse gemeenschap in Nederland. In de jaren dat ik activiteiten van het Netwerk bezoek, is overwegend dat het soort mensen dat ik ben tegengekomen.

De website van het Netwerk bevestigt ook grotendeels dit beeld (of vooroordeel) dat ik heb van het Netwerk: “Als platform en vereniging”, staat er op de site, “willen wij het andere verhaal van de Caraïbische Nederlanders vertellen, becommentariëren en bediscussiëren”. Einde citaat. En volgens de statuten, beoogt de vereniging discussiebijeenkomsten te organiseren tussen niet alleen leden onderling en derden in Nederland, maar ook op de eilanden. Over die twee punten wil ik het graag verder met u hebben:

• de missie van deze vereniging om, zoals de website vermeldt, “het andere verhaal” te vertellen

• en het tot nu toe onbenutte potentieel van uitbreiding van het Antilliaans Netwerk tot een Koninkrijksbreed netwerk, met leden in niet alleen Nederland, maar ook op onze eilanden.

Maar eerst over dat andere verhaal. Een van de constanten in de Koninkrijksrelaties en de positie van Caribische Koninkrijksburgers in Nederland is het onbegrip over en weer en de vaak nodeloze discussies die daaruit ontstaan. Journalist Natasja Gibbs heeft het gisteren nog gesignaleerd in een interview met De Volkskrant. Zij vindt het mooi om onderdeel te zijn van twee verschillende werelden en zou willen dat meer mensen zich verbonden voelen met het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Ze zegt nog meer over dit thema en over andere onderwerpen maar u moet het verhaal zelf maar lezen.

Ik ben van de school die het wederzijdse onbegrip toeschrijft aan het ontbreken van een gedeelde visie binnen het Koninkrijk over wat wij met elkaar willen, nu en voor de toekomst. Een aantal van u kent mijn pleidooi voor een ‘reset’ in de Koninkrijksverhoudingen: een moment om in gezamenlijkheid tot het inzicht te komen dat wij elkaar voorlopig nodig hebben en daar afspraken over moeten maken.

En het Antilliaans Netwerk zou in dat proces een nuttige rol kunnen vervullen en natuurlijk ook in discussies over het klassieke thema van de positie van Antillianen in Nederland. Zonder de dames en heren politici voor te schrijven wat te doen, kan het Netwerk, conform de doelstellingen die de oprichters 20 jaar geleden hebben afgesproken, en geheel in de traditie die het de afgelopen 20 jaar heeft opgebouwd, een bijdrage leveren aan het verrijken van de gedachtewisseling tussen stakeholders over te maken keuzes.

Het Netwerk kan daarbij de contacten van haar leden benutten en putten uit de ervaring en de kennis van de leden over de situatie hier en op de eilanden. Ik denk hierbij terug aan de maandelijkse bijeenkomsten in het Marriott Hotel in Amsterdam en later op andere adressen, waar altijd een indrukwekkende groep bijeen kwam om met belangrijke sprekers, bezoekende autoriteiten, of onder elkaar, aan de hand van goed voorbereide inleidingen, van gedachten te wisselen en samen te bouwen aan een verbindend verhaal over belangrijke thema’s voor het Koninkrijk en voor de in Nederland woonachtige Caribische Koninkrijksburgers.

De laatste tijd is daar de klad in gekomen. Maar de coronacrisis heeft ons geleerd dat dit soort bijeenkomsten, met een beetje goede wil en aanpassingsvermogen, ook online plaats kunnen vinden, zoals vandaag. Dat brengt mij op het tweede punt dat ik u wil meegeven voor de discussie dadelijk, en dat is het belang van verdere uitbreiding van de Vereniging Antilliaans Netwerk in zowel Nederland als op de eilanden.

In de aantekeningen die ik heb bijgehouden over mijn vijf jaar op het Antillenhuis, staat bij de maand december 2005 een korte alinea over een beleefdheidsbezoek van de toenmalige voorzitter en vicevoorzitter van de Vereniging. Over dat gesprek heb ik toen opgeschreven, en ik citeer: “het ledental van de vereniging groeit maar ze hebben de grootste moeite om leden te interesseren voor bestuursfuncties.” Laat dat nou min of meer hetzelfde zijn dat ik onlangs ook van de huidige voorzitter te horen kreeg: moeite om mensen te interesseren voor bestuursfuncties, inclusief het voorzitterschap, terwijl ook ledenwerving een punt van zorg is.

Het aantal personen dat zich voor deze online bijeenkomst heeft aangemeld (meer dan 90, heb ik mij laten vertellen) is bemoedigend; het komt dicht in de buurt van de druk bezochte bijeenkomsten die wij in andere tijden hebben gekend. Maar een terugval in het aantal contributiebetalende leden en een bestuur dat moeite heeft om de eigen opvolging voor elkaar te krijgen, betekent, dames en heren, dat er werk aan de winkel is.

Wil het Antilliaans Netwerk, dat zich niet zo lang geleden nog nadrukkelijk en succesvol manifesteerde als een verzameling van het beste wat Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius te bieden hebben, ook de komende 20 jaar een rol van betekenis vervullen, dan is er serieus werk aan de winkel.Wil het Antilliaans Netwerk die invloedrijke positie waar de titel van deze inleiding over spreekt, voor de volgende 20 jaar consolideren en uitbouwen, dan moeten we met z’n allen het nodige doen:

• Het ledenbestand moet weer fors gaan groeien,

• Roos Leerdam-Bulo en haar collega bestuursleden die snakken naar vernieuwing in het bestuur, moeten op versterking en vervanging kunnen rekenen,

• Het netwerk van samenwerkingspartners moet verder worden uitgebreid (de website vermeldt enkele organisaties waarmee wordt samengewerkt, maar die lijst kan ook langer),

• en ik zou willen adviseren om, zoals in de statuten van de vereniging al staat, het netwerk uit te breiden naar de Caribische rijksdelen.

Er moeten op de eilanden voldoende professionals zijn die, vanuit hun ervaring en informatiepositie, graag een bijdrage willen leveren aan verdere uitbreiding en versterking van deze Vereniging. Nogmaals, het afgelopen jaar heeft ons beter en intensiever gebruik leren maken van beschikbare videoconferencetechnologie. Laten wij dat niet loslaten.

Om een voorbeeld te gebruiken van de Rotarybeweging waar ik al bijna 25 jaar lid van ben: lang voorafgaand aan de coronacrisis heeft Rotary International het concept ontwikkeld van ‘virtuele clubs’, rotary clubs waarvan de leden elkaar overwegend online ontmoeten, en online problemen bespreken en oplossingen bedenken en uitvoeren voor problemen in hun gemeenschap of in de wereld.

Een uitdaging voor de volgende 20 jaar van het Antilliaans Netwerk zou kunnen zijn om uit te groeien naar een Koninkrijksbreed netwerk van Antilliaanse professionals, die, ongehinderd door afkomst, afstanden en lockdowns, fysiek of virtueel samen komen en, met gastsprekers of onderling, werken aan het ontwikkelen en uitdragen van wat de oprichters noemden ‘het andere verhaal’ over positie en aandeel van onze mensen in Nederland en elders in het Koninkrijk.

Een Koninkrijksbreed Antilliaans Netwerk, met meer leden in de Caribische rijksdelen, kan ook bijdragen aan een betere informatiepositie van de hier in Nederland actieve leden. Niet zelden hoor ik tijdens mijn bezoeken aan Curaçao, dat men vaak helpende handen van landskinderen vanuit Nederland aangereikt krijgt, maar dat die in Nederland woonachtige personen, welwillend als ze zijn, te vaak achterlopen qua informatie over de actualiteit op de eilanden.

Aan de andere kant, biedt een Koninkrijksbrede samenstelling van het Netwerk ook de kans om van hieruit meer mensen in de Caribische rijksdelen te informeren over hoe tegenwoordig in Nederland de hazen lopen. Want ook op de eilanden, te beginnen in de politiek, is lang niet. iedereen even goed geïnformeerd over de realiteit aan deze kant van het Koninkrijk.

Het hoeft allemaal niet van vandaag op morgen, dames en heren. Wat er vandaag staat is het resultaat van een organische groei, van één stap per keer. Uitbreiding van het ledenbestand en vernieuwing van het bestuur waar de huidige voorzitter zo op hoopt, zijn op zich al twee flinke uitdagingen. Maar ik geef het u mee als mogelijke stip op de horizon voor de volgende 20 jaar van deze vereniging: een grensoverschrijdende Vereniging Antilliaans Netwerk met een aanzienlijk groter en diverser ledenbestand, stevige wortels in alle rijksdelen en daardoor ook de kracht en geloofwaardigheid om positieve ontwikkelingen te ondersteunen en beïnvloeden voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en voor de Caribische Koninkrijksburgers in Nederland.

De oprichters hebben het ooit in de statuten opgenomen en dit afgelopen jaar heeft ons geholpen communicatiebarrières te doorbreken en nieuwe mogelijkheden te zien voor het realiseren wat bij de oprichting van deze vereniging al is opgeschreven. Benieuwd naar uw kijk op de toekomst van deze mooie organisatie. Dank voor uw aandacht!

Bericht delen
WhatsApp
Facebook
Twitter
LinkedIn

Advertentie

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.