Op weg naar de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart neemt vandaag Roelof Bisschop (SGP) op uitnodiging van Dossier Koninkrijksrelaties plaats in de Voorkamer om vragen te beantwoorden over de visie van zijn partij op de koninkrijksbanden.

Welke waarde hecht de SGP aan de band met de Caribische delen van het Koninkrijk?
“De SGP vindt het belangrijk om op verantwoorde wijze te werken aan de langdurige historische relaties die we als landen van het Koninkrijk hebben opgebouwd. Het is goed om met erkenning van verschillen en verschillende belangen elkaar zoveel mogelijk tot dienst te zijn, ook als dat wel eens lastig kan zijn. We zijn samen verantwoordelijk voor de toekomst van het Koninkrijk!”
Vindt de SGP dat de formele staatkundige verhoudingen in het Koninkrijk moeten worden aangepast?
“De SGP is niet enthousiast om na tien jaar alweer een heel nieuwe structuur op te tuigen. Het kost altijd erg veel tijd om te werken met nieuwe structuren en het is ook maar weer de vraag of die een verbetering zullen zijn. Daarom investeert de SGP liever in gerichte aanpassingen als zich specifieke problemen voordoen.”
Buitenlandse Zaken en Defensie zijn Koninkrijkstaken. Zou dat niet ook moeten gelden voor onderwijs en gezondheidszorg aangezien de kwaliteit daarvan in de CAS-landen te wensen overlaat?
“Bij Koninkrijkstaken gaat het om gemeenschappelijke zaken die raken aan veiligheid, grenzen en landsverdediging. De kwaliteit van de taken is dus niet het beslissende criterium. Volgens de SGP is bij onderwijs en gezondheidszorg een verantwoordelijkheid van het Koninkrijk daarom in veel mindere mate aan de orde en ligt het voor de hand dit primair aan de landen over te laten.”
Wat heeft de SGP sinds 2010 op het gebied van de koninkrijksrelaties voor elkaar gekregen?
“De SGP was voorstander van een evenwichtiger geschillenregeling voor Koninkrijkszaken. Het deed ons deugd te zien dat in het parlement draagvlak bestond voor aanpassing aan het voorstel van de regering. Het laat ook zien dat het parlement wel degelijk oog heeft voor de belangen van de andere landen. De SGP hoopt dat zulke verbeteringen bijdragen aan meer vertrouwen in de manier waarop we besluiten in het Koninkrijk nemen, afhandelen en ter discussie kunnen stellen.”
Wat had de SGP in de achterliggende periode graag voor elkaar willen krijgen, maar wat niet gelukt is? En waar heeft dat aan gelegen?
“De SGP vindt het belangrijk recht te doen aan de eigenheid van de verschillende delen van het Koninkrijk. Daarom vond de SGP bijvoorbeeld dat het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht niet automatisch ook op de Caribische eilanden zou moeten gelden, aangezien daar bezwaren tegen bestonden. Helaas was daarvoor in het parlement geen draagvlak.”
Tussen ‘Den Haag’ en de eilanden is nogal eens ‘gedoe’. Wat is daarvan volgens u de oorzaak en hoe valt dat in de toekomst te voorkomen?
“De afstand is niet alleen letterlijk groot, maar ook verschillen in cultuur kunnen een rol spelen. Alle delen van het Koninkrijk hechten natuurlijk aan erkenning van hun specifieke positie en belangen en al snel kan het gevoel ontstaan dat daaraan te weinig recht wordt gedaan. Laten we niet vergeten dat er ook nog eens grote crises bij komen, zoals natuurgeweld en ziekte. Zulke gebeurtenissen vragen in de beste families al behoorlijk wat stuurmanskunst en dat is binnen het Koninkrijk zeker niet minder nodig. Gedoe is trouwens nooit helemaal uit te sluiten, maar een goede regeling om geschillen te beslechten is dan wel nodig omdat we elkaar anders voortdurend in de houdgreep houden.”
Wat is het standpunt van de SGP over het democratisch deficit. Er is wel een Koninkrijksregering, maar geen Koninkrijksparlement. De Staten van Curaçao, Aruba en Sint Maarten kunnen via gedelegeerden deelnemen aan de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van Rijkswetten en kunnen ook amendementen en moties indienen maar, mogen niet meestemmen.
“Al deze punten raken aan de vraag hoe de positie van de verschillende delen van het Koninkrijk het beste recht kan worden gedaan. De SGP vindt dat in ieder geval de indruk moet worden vermeden dat Nederland alleen maar eenzijdig zaken beslist en oplegt. De wijze waarop verbeteringen kunnen worden bereikt, hoeft van de SGP niet per se via bijvoorbeeld een Koninkrijksparlement. Het is maar de vraag of de tevredenheid over de legitimiteit van besluitvorming daardoor toeneemt. Bovendien krijgen niet alle belangrijke zaken gestalte in een wetsbehandeling, denk aan de steunprogramma’s. Een andere weg zou kunnen zijn om te onderzoeken of de zeggenschap duidelijker kan worden belegd bij de landsdelen die voor specifieke onderwerpen verantwoordelijk zijn, zodat de spanning tussen belang en zeggenschap kan worden verminderd. “
Hoe vindt u dat staatssecretaris Knops het doet?
“De taak van de staatssecretaris is niet benijdenswaardig, gezien de grote uitdagingen en spanningen waarmee hij te maken heeft. Het zal dan vaak niet lukken om vanuit alle richtingen waardering te oogsten. De SGP heeft de indruk dat hij met overtuiging de zaak van het Koninkrijk wil dienen, ook als dat noopt tot lastige keuzes.”
Is de SGP bereid tijdens de formatiebesprekingen te bepleiten dat het voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba vastgestelde fictieve sociaal minimum wordt omgezet in een sociaal minimum dat is gebaseerd op de werkelijke kosten van levensonderhoud? Of bent u, als de SGP niet aan de formatietafel zit, bereid een motie met die strekking in te dienen of mee te ondertekenen?
“De SGP vindt inderdaad dat meer recht gedaan zou moeten worden aan de werkelijke kosten van levensonderhoud. We hebben eerder aangegeven dat te weinig rekening gehouden wordt met het prijspeil. We steunen dus plannen in die richting. Het is alleen niet de stijl van de SGP zich vooraf te verplichten tot moties, op welk gebied dan ook.”
Wat zijn de speerpunten waarom kiezers in het Caribisch deel van het Koninkrijk op de SGP zouden moeten stemmen?
“De SGP vindt het belangrijk dat Nederland ook verantwoordelijkheid toont voor zaken die formeel binnen de verantwoordelijkheid van de andere landen van het Koninkrijk vallen. Daarom hebben we onder meer aandacht gevraagd voor de situatie in de gevangenis op Curaçao en de huisartsenzorg op Sint Maarten. Op die manier hopen we praktisch een steentje bij te dragen. Dat geldt ook voor thema’s als het sociaal minimum.”

In het verkiezingsprogramma van de SGP ‘In Vertrouwen’ staat onder de kop ‘Orde binnen het Koninkrijk’ het volgende:
Binnen het Koninkrijk staat een zo groot mogelijke zelfstandigheid van de verschillende landen voorop. Steun uit Nederland dient meer uit praktische dan uit financiële hulp te bestaan.
Bij de besteding van de noodhulp na de verwoestingen die orkaan Irma aanrichtte, moet er goed op worden gelet of het geld inderdaad ten goede komt aan de bevolking en de opbouw van de samenleving.
Een goede regeling voor geschillen tussen de landen binnen het Koninkrijk is absoluut noodzakelijk. Daarbij is betrokkenheid vanuit de verschillende landen onontbeerlijk omdat het land Nederland zelf ook belanghebbende is. De regering mag alleen afwijken van adviezen van de Raad van State over Koninkrijksgeschillen als daar goed gemotiveerde zeer zwaarwegende redenen voor zijn.
Nederland moet niet schromen om in te grijpen als op (een van de) eilanden sprake is van slecht functionerend bestuur. Het aanstellen van een regeringscommissaris die gezaghebbend kan optreden, zoals op Sint Eustatius is gebeurd, is in dergelijke gevallen aan te bevelen.
Nederland draagt, samen met de andere landen, zorg voor bestrijding van mensen- en drugshandel en andere ondermijnende criminaliteit. Daarvoor is steun uit Nederland nodig. Voor de bestrijding van illegale migratie uit onder meer Venezuela geldt hetzelfde. Nederland blijft daarom investeren in versterking van de Kustwacht. In de strijd tegen criminaliteit is het belangrijk dat de landen zoveel mogelijk gelijke regels kennen om ondermijning van het gezag en het bestuur tegen te gaan. Gebeurt dat niet, dan trekt de zwakste schakel binnen het Koninkrijk de criminaliteit aan. Nederland moet aandringen op versterking van de controle op drugs op de vliegvelden en in de zeehavens van de landen van het Koninkrijk.
De financiële positie van de meeste Caribische landen binnen het Koninkrijk en op de BES-eilanden is zorgelijk. Nederland moet niet schromen stevig in te grijpen om de begrotingsdiscipline op orde te krijgen.
De situatie in de Point Blanche-gevangenis op Sint Maarten is mensonterend en onveilig. Als deze situatie niet spoedig verandert, moet er door de Koninkrijksregering ingegrepen worden.
De BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba moeten ruimte krijgen voor eigen ethische keuzes, bijvoorbeeld op het terrein van de bescherming van het leven of huwelijk en gezin.
De SGP vindt het belangrijk dat er ook op de eilanden bij de aanpak van (jeugd)problemen goed wordt samengewerkt met de plaatselijke kerken. Ondersteuning van gezinnen en samenwerking met de kerken in de strijd tegen armoede is belangrijk. De ministeries hebben bij de uitoefening van hun bevoegdheden bijzonder oog voor de specifieke situatie op de BES-eilanden op het terrein van onder meer justitie, onderwijs en milieu.