Rijksministerraad: We doen genoeg tegen internationale criminaliteit

Den Haag – De regeringen van de landen van het Koninkrijk voelen de urgentie om zich te wapenen tegen de dreiging van grensoverschrijdende criminaliteit, maar willen daar geen koninkrijksaangelegenheid van maken, want dat “kan schuren met de verantwoordelijkheidsverdeling zoals vastgelegd in het Statuut.”

Dat schrijven de ministers Stef Blok (Buitenlandse Zaken) en Ank Bijleveld (Defensie) namens de regeringen van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten in een gezamenlijke reactie op alarmerende rapporten van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) en het bureau InSight Crime dat de dreiging van misdaadsyndicaten in Latijns-Amerika een ‘serieus risico’ vormt voor de veiligheid van de landen van het Koninkrijk.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie hebben de AIV gevraagd te onderzoeken in welke richting het dreigingsbeeld in het Caribisch gebied zich de komende tien jaar zal ontwikkelen. Onderdeel van de onderzoeksvraag was tevens wat de consequenties daarvan zijn voor de buitenlandse betrekkingen en de veiligheid van het Koninkrijk in het algemeen en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de Landen) in het bijzonder. Daarbij is de AIV verzocht specifiek te kijken naar de geopolitiek in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, grensoverschrijdende (drugs)criminaliteit en klimaatverandering. De AIV is gevraagd te adviseren hoe het Koninkrijk moet anticiperen op de onderzochte risico’s en bedreigingen, mede met het oog op de mogelijkheden die internationale samenwerking biedt.

“De Rijksministerraad onderschrijft de notie van de AIV en InSight Crime dat de veiligheidsontwikkelingen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied een actieve en betrokken opstelling van Nederland en de Landen verlangen. Deze actieve opstelling dient te worden geplaatst binnen de kaders van het Statuut en het gedeelde belang van intensieve samenwerking tussen de vier landen van het Koninkrijk. Veiligheid, rechtshandhaving en rechtsstatelijkheid zijn terreinen die primair tot de autonome verantwoordelijkheden van de Landen behoren”, schrijven Blok en Bijleveld.

Koninkrijksoverleg

Niettemin delen de regeringen de conclusie van de onderzoekers dat er behoefte is aan een Koninkrijksbrede benadering van (internationale) veiligheidsvraagstukken. “Dit vraagt om een integrale samenwerking, afstemming en coördinatie binnen het Koninkrijk, specifiek met betrekking tot regionale dreigingen, instabiliteit en veiligheid. Om invulling te geven aan deze behoefte, wordt nagedacht over een periodiek Koninkrijksoverleg.”

“Een grotere rol voor de Rijksministerraad en het inrichten van een beleidssecretariaat wordt niet haalbaar geacht vanwege de staatkundige verhoudingen en de manier waarop de RMR is ingericht. Het heeft de voorkeur de mogelijkheden binnen bestaande structuren verder te benutten in plaats van nieuwe instituten op te zetten.”

Landspakketten

De bewindslieden benadrukken dat er al allerlei samenwerkingsverbanden tussen de landen van het Koninkrijk zijn en dat de aanbevolen intensivering van de samenwerking reeds is ingezet met de landspakketten die deel uitmaken van de akkoorden die zijn gesloten om Curaçao, Aruba en Sint Maarten door de coronacrisis te helpen.

Lees hier de gehele reactie van de Rijksministerraad

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.