Den Haag – “Den Haag berooft Bonaire van schone energie.” Onder die kop hekelt duurzaamheidsexpert bij de Rabobank Daniël Poolen in een column het besluit van de Nederlandse regering om Bonaire Brandstof Terminals (BBT) op te richten. Het kabinet zegt dit te doen om de aanvoer zeker te stellen van olie die nodig is voor brandstof en de productie van elektriciteit en drinkwater.
“Zo is het eiland nog jaren afhankelijk van fossiele brandstof”, aldus Poolen, een specialist op het gebied van circulaire economie en energietransitie. “Was Bonaire een Nederlandse gemeente binnen Nederland geweest, dan zou het heel anders zijn gegaan. Stel je voor dat Den Haag aankondigt dat de gemeente Weesp voortaan elektriciteit gaat opwekken met zware stookolie? Ik zie de file van linkse partijen bij de interruptiemicrofoon van de Tweede Kamer al voor me. Een klimaatmars naar Weesp. De kranten zouden er bol van staan. Maar niet in dit geval; dit is maar een eiland hier ver vandaan”, schrijft Poolen.
Terug in het fossiele tijdperk
“Wie Bonaire kent, weet wat voor een vreemde zet dit is. Het eiland is niet alleen prachtig, maar biedt ook nog eens de ideale omstandigheden om voldoende hernieuwbare energie op te wekken. Een zonnepaneel op Bonaire wekt twee keer zoveel elektriciteit op als eentje op een Nederlands dak. En de constante wind is een feest voor windturbines. Zet daar een passende opslag van elektriciteit bij zodat het licht ook kan blijven branden als er even geen zon en wind is, en klaar ben je. Waarom moet het eiland dan toch aan de olie?”
Poolen wijst erop dat Bonaire de ambitie heeft om 100 procent duurzaam te worden. Den Haag zet het eiland aan “een infuus van plakkerige peut en werpt het daarmee decennia terug in het fossiele tijdperk”, concludeert hij.
Lees hier de gehele column van Poolen.