OPINIE – Waar blijft de Burgerparticipatieraad op Sint Eustatius?

Door Jan Meijer

In de Tijdelijke wet Taakverwaarlozing Sint Eustatius (die tot en met 15 juli 2020 van kracht was) is sprake van een Maatschappelijke raad van advies. Bij gebrek aan een eilandsraad – die immers ontbonden was – is het overleg met deze raad het enige overleg waartoe de regeringscommissaris zich naar de bevolking toe wettelijk gebonden wist. Niet dat er veel overlegd werd, en al helemaal niet in de adviserende zin. Deze raad was de schaamlap waarachter overleg met de bevolking geveinsd werd.

De Tijdelijke wet Taakverwaarlozing Sint Eustatius is niet meer van kracht. Per 16 juli 2020 is er de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. In deze wet is helemaal geen sprake meer van de Maatschappelijke raad van advies noch van een soortgelijk orgaan.  De Memorie van Toelichting bij laatstgenoemde wet stelt onder meer dat op het moment dat de nieuwe eilandsraad is aangetreden een Burgerparticipatieraad de bestaande Maatschappelijke raad van advies zal vervangen.

De eilandsraad is inmiddels al enige tijd aangetreden. Per direct – zoals blijkt uit mailwisseling met de regeringscommissaris – is de Maatschappelijke raad van advies ontbonden en beraadt de regeringscommissaris zich nog over de vraag “of en hoe er een vorm van burgerparticipatie” kan worden georganiseerd.  Er wordt gewoon misbruik gemaakt van het feit dat de Memorie van Toelichting niet de kracht van wet heeft. Burgerparticipatie…? Waarom zouden we dat doen? Er is immers een eilandsraad! Zo heb ik de uitspraak nog niet vernomen maar deze gedachtelijn – aan de zijde van de regeringscommissaris – kan ik wel vermoeden. 

Het past in de presentatie die de regeringscommissaris zichzelf sedert zijn aantreden op Sint Eustatius aanmeet. In woorden wordt het overleg en de inbreng van de burger hoog gewaardeerd, maar in daden overlegt hij slechts met direct betrokkenen en zeker niet in brede zin. Zijn favoriete woord daarbij is ‘stakeholder’: de direct betrokkene. In Haagse woorden heet dit “achterkamertjesoverleg”. 

De brede bekendstelling van hetgeen er in bestuurlijke zin omgaat op het eiland is zo goed als nihil. De agenda wordt heel kort van tevoren gepubliceerd en verslaglegging van de bijeenkomsten van de eilandsraad zijn niet zomaar voorhanden. Vaak wordt aangegeven dat er nog op een onderwerp zal worden teruggekomen, hetgeen niet altijd in openbare beraadslagingen gebeurt.  De bevolking wordt op afstand gezet en gehouden.

Over de Tweede Kamer en al wat er overlegd wordt aldaar, is redelijk veel te vinden op de website van diezelfde Tweede Kamer. Wat hier lokaal zich afspeelt is te volgen op de radio of je kunt aanwezig zijn (maar ook dat wordt vrij kort voor het overleg gepubliceerd). Rustig iets nalezen en daarop reageren, al dan niet naar jouw vertegenwoordiger in de eilandsraad is er dan ook niet bij. 

In de periode die plaatsvond voor de interventie in februari 2018 zal er vast van alles zijn fout gegaan, maar de transparantie inzake de verschillende bestuurlijke overleggen was redelijk op orde. Ik bespeur hierin een patroon. Er wordt in een beperkte – vooral Nederlands georiënteerde – kring ‘iets’ bevonden en dat wordt ‘uitgerold’ op het eiland. Voor de vorm wordt erover gecommuniceerd met de eilandsraad.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ferry: op het eiland een onbekend en onbemind fenomeen, in bestuurlijk Den Haag ‘iets’ waaruit daadkracht moet blijken. In plaats daarvan gerichte aandacht besteden aan de luchtverbindingen is er vervolgens niet bij. Een beetje desinformatie verstrekken met een document over Titan en dan is het weer stil. Is hier ook niet sprake van “Taakverwaarlozing…”? Maar dan van Den Haag?  

De communicatie met de bevolking geschiedt niet, of het moet de periodieke radio-uitzending (betreffende de COVID19-ontwikkkelingen) zijn die, zoals het woord al zegt, vooral op zenden is gericht en niet op ontvangen. Een enkele townhall meeting is gewijd aan een specifiek onderwerp, bijvoorbeeld de momenteel actuele vaccinatie.

Een discussie in brede zin, betreffende de toekomst van het eiland of hoe zich te verhouden tot ‘Den Haag’, is er een die de regeringscommissaris naar mijn stellige overtuiging gewoon niet wil voeren. Overleg met de bevolking is alleen maar vol met risico’s, want het eigen pad zou wel eens doorkruist kunnen worden. Het begrip ‘regentesk’ komt in mij op. 

Ik verwacht niet dat de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties veel aandacht zal besteden aan deze melding omdat alle sensoren zijn gericht op de aanstaande verkiezingen en de regering immers demissionair is.

De regeringscommissaris houdt zich trouwens helemaal stil op dit gebied, mogelijk omdat op het eiland het CDA zich reeds vertegenwoordigd weet, dus waarom zou de regeringscommissaris dan nog voorlichtende aandacht schenken aan de verkiezingen…? Kortom, wél een half jaar van tevoren aandacht besteden aan het belang van de lokale verkiezingen, maar het belang van de landelijke verkiezingen wordt lokaal totaal veronachtzaamd. Is dat het huidige regeringsbeleid ten aanzien van Caribisch Nederland?

Ir. J.H.T. (Jan) Meijer MBA is oud-marineofficier. Hij woont sinds 2014 op Sint Eustatius waar hij docent is.   

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.