Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao: Gebaar is mooi, maar niet genoeg

Den Haag/Willemstad – “Mooi dat de Nederlandse regering een passend gebaar wil maken, maar we tekenen bezwaar aan tegen de afwijzing van ons verzoek om een onafhankelijk onderzoek in te stellen”, aldus voorzitter Nizaar Makdoembaks van de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao (SEOC).

De stichting beijvert zich al er jaren voor dat de vijftien in Kamp Suffisant op Curaçao gevangen zittende Chinese zeelieden die in april 1942 door de militaire politie werden doodgeschoten, worden erkend als oorlogsslachtoffer. SEOC wil tevens dat onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de gebeurtenissen. Vorige week reageerde minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) op een brief uit 2016.

Medeleven

De bewindsvrouw schreef de stichting dat “Nederland graag zijn medeleven tot uitdrukking wil brengen in een passend gebaar”. Makdoembaks: “Het is een grote stap dat het leed eindelijk wordt erkend. Het zijn geen loze woorden: het staat zwart op wit. Dat betekent heel veel, voor de nazaten van de slachtoffers, maar ook voor de doorsnee-Curaçaoënaar. Over de invulling van dat gebaar gaan we in gesprek. Ik hoop dat Nederland een rol wil spelen bij de jaarlijkse herdenking, zoals de Curaçaose regering dat sinds 2012 doet.”

Minder goed te spreken is de voorzitter over de weigering van Ollongren om de gebeurtenissen alsnog onafhankelijk te laten onderzoeken. De minister houdt vast aan het standpunt dat haar voorganger Ronald Plasterk in 2013 aan SEOC overbracht. “Hoezeer ik ook betreur wat zich destijds heeft afgespeeld en hoe tragisch het ook is wat de betrokken Chinese zeelieden is overkomen, ik kan niet anders dan vasthouden aan het door mijn voorganger ingenomen standpunt.”

Doofpot

Ollongren schrijft in de door SEOC voorgelegde documenten en archieven geen aanleiding te zien voor nieuw onderzoek, onder meer omdat “de precieze feitelijke gebeurtenis niet meer is te achterhalen.” Zij houdt het op de lezing van Plasterk dat niemand aansprakelijk kan worden gesteld en dat de gewelddadige dood van de Chinezen, die voor een onderdeel van het latere Shell werkten, moet worden toegeschreven aan “een hoogst ongelukkige en buitengewoon trieste samenloop van omstandigheden.”

SEOC-voorzitter Makdoembaks: “Er is nooit onafhankelijk onderzoek gedaan. Er wordt vastgehouden aan wat gouverneur Wouters een dag na de moorden al concludeerde op basis van het rapport van de politie. Getuigenverklaringen en andere aanwijzingen worden genegeerd.” Ollongren weerspreekt in haar brief dat sprake zou zijn van een doofpot en dat onderzoek is en wordt gedwarsboomd.

Lees hier de brief van minister Ollongren

Lees hier de brief van minister Plasterk

Lees hier het artikel ‘Dodelijke selectie op Curaçao in WO II’

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.