Wie op Curaçao of Aruba leeft, heeft een ongunstigere levensverwachting dan andere, eveneens voormalige koloniën, eilanden in de regio. In een artikel in het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde, waarover Dossier Koninkrijksrelaties vorige week berichtte, lijkt een verband te worden gelegd tussen de autonomie van Curaçao en Aruba en het feit dat andere eilanden nog een sterke politieke band met hun moederland hebben.
“De gezondheidszorg op andere eilanden is toegankelijker en beter”
Willemstad – “Het is niet zo dat doordat Curaçao en Aruba autonome landen zijn, mensen eerder dood gaan. De autonomie is niet de oorzaak, maar heeft wel gevolgen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de gezondheidszorg, en voor de implementatiekracht van de overheid”, zegt dr. Soraya Verstraeten, de eerste auteur van de publicatie die veel stof heeft doen opwaaien. “Ja, alles wat met de autonomie te maken heeft, ligt gevoelig. Het artikel is zeker niet bedoeld als een pleidooi voor afschaffing van de autonomie, maar om te leren van wat elders in het Caribisch gebied beter gaat.”
Verschillen
Verstraeten is medeoprichter en hoofd van het Volksgezondheid Instituut Curaçao en doet onderzoek op het eiland voor het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur. Dagelijks geconfronteerd met de (niet al te beste) staat van de gezondheid van de Curaçaoënaars besloot ze in 2014 over de grens te kijken: wat zijn de verschillen met de andere eilanden in de Cariben en met Nederland.
“Om goed beleid te maken, heb je data nodig. Ik heb een heleboel cijfers verzameld over ziekte, sterfte en zorggebruik. Maar ja, die moeten nog wel vertaald worden zodat je er ook iets mee kunt. Ik heb daarvoor Johan Mackenbach (Erasmus MC) en Hans van Oers (RIVM/VWS) benaderd. Samen hebben we de data geanalyseerd en in kaart gebracht hoe het ervoor staat met de volksgezondheid op de Nederlands-Caribische eilanden. Het artikel in het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde is gebaseerd op een van de hoofdstukken in mijn proefschrift, het resultaat van onze samenwerking”
Bonaire
De conclusies zijn opmerkelijk: de levensverwachting op Curaçao en Aruba is aanzienlijk lager dan die op de Franse en Britse eilanden. De volgende vraag was: hoe dat verschil te verklaren? “Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste overmatige doodsoorzaak op alle eilanden. Op de Britse en Franse eilanden ligt de sterfte hieraan echter veel lager. Reden: de betrokken overheden hebben meer geïnvesteerd in ‘best-practise’ gezondheidsbeleid; de preventie en zorg van hart- en vaatziekten is er toegankelijker en van een betere kwaliteit dan op Curaçao en Aruba.”
De levensverwachting op de andere eilanden ligt vrijwel gelijk met die in hun moederland. “Op Curaçao en Aruba is er wel een groot verschil met Nederland. Dat de band met het moederland een rol speelt zie je op Bonaire. Sinds dat eiland een bijzondere gemeente van Nederland is, is het ministerie van VWS verantwoordelijk en dat heeft veel geïnvesteerd in de lokale gezondheidszorg. De levensverwachting op Bonaire ligt maar een jaar lager dan in Europees Nederland.”
Centrale overheid
Wat er op Martinique of Guadeloupe gebeurt op het gebied van de volksgezondheid wordt bepaald in Parijs en uitgezet door de Agence Régionale de Santé op de eilanden. Op de Britse eilanden spelen het Department of Health, het Department for International Development en de Health Protection Agency een belangrijke rol in het overkoepelende beleid.
“Curaçao en Aruba hebben minder geld om in de zorg te investeren”
Verstraeten: “Volksgezondheid is geen koninkrijkstaak. Curaçao en Aruba zijn compleet zelfstandig in het besturen van hun zorgstelsel en voor het aansturen van beleidsinitiatieven en samenwerkingsverbanden. Als gevolg van de kleinschaligheid is er minder beleids- en uitvoeringscapaciteit, maar de overheden hebben ook minder geld om in het zorgstelsel te investeren. Net als Nederlandse gemeenten, die ook niet de capaciteit hebben om zorgvoorzieningen specifiek voor hun inwoners betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief goed in te richten. Daar dragen nationale instituten zoals de Raad voor de Volksgezondheid, het Zorginstituut Nederland en het RIVM aan bij.”
Integrale aanpak
Dat is niet de enige factor die een ongunstig effect heeft op levensverwachting. “Er wordt op Curaçao en Aruba ook minder aan gezondheidsbevordering en bescherming besteed. Het relatief grote aantal slachtoffers op beide eilanden van geweld en verkeersongelukken drukt zwaar op de gemiddelde levensverwachting, want het gaat daarbij vaak om jonge mensen. Maar ook vervuiling, onderwijs, slechte huisvesting en arbeidsomstandigheden zijn van invloed. Het is daarom goed dat de regering van Curaçao heeft gekozen voor een integrale aanpak, want er zijn meerdere ministeries nodig om zaken te verbeteren.”
“Autonomie hoeft samenwerking met anderen niet in de weg te staan”
Besluiten om de autonomie de autonomie te laten en een bijzondere gemeente van Nederland te worden, is wat Verstraeten betreft niet nodig. ,,Het feit dat je een autonoom land bent, hoeft samenwerking met andere landen niet in de weg te staan. Er wordt al jaren over gesproken om de ziekenhuizen in het Koninkrijk meer te laten samenwerken, maar daar is weinig van terechtgekomen. Er wordt nu door de landen een gezamenlijke coöperatie opgericht om die samenwerking alsnog voor elkaar te krijgen. Dat is een mooie stap, maar ik kijk er vooral naar uit om deze inspanningen vertaald te zien in betere gezondheidsuitkomsten. “
Preventie
“Wat vooral meer aandacht verdient is preventie. Er moet meer worden geïnvesteerd in een gezonde levensstijl, meer bewegen en gezonder eten. En betrek daar het onderwijs bij. Ook is het aanbod van fast food gigantisch, terwijl het aanbod van verse producten in veel wijken beperkt is. Met betere voorlichting en toegang tot reproductieve zorg is ook iets te doen aan het hoge aantal tienerzwangerschappen, een belangrijke oorzaak van intergenerationele armoede op het eiland. Wat eveneens helpt is ondersteuning bij medicijngebruik. Voorgeschreven medicijnen worden vaak verkeerd of helemaal niet gebruikt. Met preventie is veel gezondheid te winnen.”
Samen met het ministerie van GMN, het Caribbean Prevention Center (Fundashon Prevenshon) en het Amsterdam UMC, waaronder de afdeling Public and Occupational Health, is Verstraeten van plan preventieprojecten op te starten. “Daarmee kunnen we echt het verschil maken op de eilanden.”