Den Haag – Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) weerspreekt dat de kwaliteit van het onderwijs op Sint Eustatius te lijden heeft onder de trage besluitvorming in Den Haag.
In oktober 2014 is besloten het Caribbean Examinations Council (CXC) stelstel – dat al op Saba van kracht was toen het eiland nog deel uitmaakte van het land Nederlandse Antillen – op de Gwendoline van Puttenschool op Sint Eustatius in te voeren. Maar ruim zes jaar later is dat nog niet geformaliseerd in wet- en regelving.
Slob erkent dat het ’te lang duurt’, maar wijst erop dat de scholen op Statia al op basis van een tijdelijk volgens het nieuwe stelsel werken. “Het traject naar een nieuw Besluit heeft geen impact op de uitvoeringspraktijk van het onderwijs en dus ook niet op de kwaliteit van het onderwijs.” De Raad van State heeft inmiddels advies uitgebracht zodat het stelselbesluit binnenkort een permanent karakter krijgt.
Lees hieronder de brief van Slob aan de Kamer
Hierbij zend ik u mijn reactie op het verzoek van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 september 2020 inzake een brief van de heer Meijer. In de brief van de heer Meijerwordt opgemerkt dat in oktober 2014 is besloten het Caribbean Examinations Council (CXC) stelstel op de Gwendoline van Puttenschool op Sint Eustatius in te voeren, maar dat het vervolgens te lang duurt tot e.e.a. in wet en regelgeving daadwerkelijk is gerealiseerd. Hiervoor wordt door de heer Meijer aandacht gevraagd omdat hij van mening is dat het niet ordentelijk zijn ingebed van CXC-onderwijs in het Nederlandse onderwijsstelsel ten koste gaat van goed onderwijs en kansen voor de jeugd op Sint Eustatius.
De beantwoording van uw brief heeft (te) lang op zich laten wachten, hiervoor mijn excuses. De heer Meijer deelt met enige regelmaat zijn zorgen met mijn ministerie en andere instanties. Geprobeerd is om deze zorg weg te nemen met een inhoudelijk uitleg over hoe het CXC-stelsel op Sint Eustatius, zie hiervoor bijlage 1. Voor Sint Eustatius is het CXC stelsel weliswaar nieuw, maar op Saba was het CXC stelsel al een feit, zelfs toen Saba nog deel uitmaakte van de Nederlandse Antillen. Met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen en het feit dat Saba onderdeel uitmaakt van Nederland, maakt het CXC stelsel vanaf 10 oktober 2010 dan ook onderdeel uit (toen nog alleen voor Saba) van het Nederlandse onderwijsbestel.
Bij de invoering van de Wet voortgezet onderwijs BES, Stb. 2011, 33 (WVO BES), is voor de Saba Comprehensive School (SCS) in bepaald dat: “Het onderwijs op de enige school voor voortgezet onderwijs op Saba, de Saba Comprehensive School, waar Engels de instructie- en examentaal is en waar het Engelstalige examen van de Caribbean Examinations Council wordt afgenomen, zal vooralsnog worden gerekend tot de andere vormen van voortgezet onderwijs. (…)Op die manier kan de huidige situatie op Saba voorlopig gehandhaafd blijven, maar wordt ook uitdrukkelijk de mogelijkheid opengehouden om op termijn over te stappen op het onderwijs zoals dat in de WVO BES wordt geregeld.” en ”Zolang op Saba het onderwijs in de Saba Comprehensive School voorbereidt op het CXC-examen, wordt de inhoud van het onderwijsprogramma op Saba bepaald door de eisen van het CXC “. Dit is nader uitgewerkt in het Tijdelijk Besluit Saba Comprehensive School, Stb.2013, 323 (Tijdelijk Besluit).
Na de introductie van het CXC stelsel op Sint Eustatius is het Tijdelijk Besluit aangepast (Stb. 2015, 274), in die zin dat het Tijdelijk Besluit Saba Comprehensive School ook van toepassing werd op de Gwendoline van Puttenschool (GvP).
In de Tweede Onderwijsagenda Caribisch Nederland 2017–2020; Samen werken aan de volgende stap hebben de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de schoolbesturen en aanverwante organisaties, afspraken gemaakt over onderwijsontwikkelingen in de periode 2017-2020. Eén van die afspraken is dat op de GvP en op de SCS de onderwijsinrichting en de examens van de CXC in 2020 volledig ingevoerd zijn, zodat een betere aansluiting ontstaat op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt in de regio. Dat betekent dat ook het Caribbean Vocational Qualification (CVQ) op de niveaus 1 en 2, het beroepsgerichte onderwijs van het CXC stelsel, op de scholen wordt verzorgd.
Met deze definitieve keuze voor het CXC stelsel voor de GvP en de SCS is besloten om nadere inrichtingsvoorwaarden aan het onderwijs op de voorgenoemde scholen in een nieuw besluit vast te leggen waardoor het een meer permanent karakter krijgt. De ontwikkeling van het nieuwe besluit heeft inderdaad veel tijd gevergd. Echter, de scholen kunnen het CXC onderwijs implementeren op grond van het Tijdelijk Besluit. Het traject naar een nieuw Besluit heeft geen impact op de uitvoeringspraktijk van het onderwijs en dus ook niet op de kwaliteit van het onderwijs, waar de heer Meijer bezorgd over is. Er is immers regelgeving op grond waarvan dit onderwijs kan worden aangeboden.
Het concept Besluit is, conform de daartoe geijkte procedures, inmiddels onderworpen aan uitvoerings- en wetgevingstoetsen en de Raad van State heeft onlangs een advies uitgebracht. Beide scholen zijn over deze procedures geïnformeerd en over de implementatie van het onderwijs is regelmatig contact met de scholen