D66: Zorgen om terugtrekken Nederlandse banken uit Caribisch Nederland

Den Haag – D66 maakt zich zorgen over het voornemen van ABN AMRO Bank om rekeningen van particulieren en bedrijven op Bonaire, Sint Eustatius en Saba stop te zetten. Tweede Kamerlid Antje Diertens heeft hierover vandaag schriftelijke vragen gesteld aan minister van Financiën Hoekstra en staatssecretaris van BZK Knops. De Nederlandse Staat is met 57% meerderheidsaandeelhouder in ABN AMRO.

De drie eilanden maken als openbare lichamen deel uit van het land Nederland, maar worden door Nederlandse banken behandeld als ‘buitenland’. Betalingsverkeer tussen Caribisch Nederland en het vasteland wordt dan ook gehinderd door hoge tarieven. Eerdere pogingen om hier een oplossing voor te vinden – er is zelfs gedacht over de oprichting van een BES-Bank door de Nederlandse staat – zijn voortijdig gestaakt.

Hieronder de schriftelijke vragen van D66-Kamerlid Diertens:

  1. Bent u bekend met het bericht dat de ABN AMRO voornemens is om bestaande rekeningen van particulieren en bedrijven op de BES-eilanden stop te zetten?
  2. Kan u aangeven wat dit betekent voor de beschikbaarheid van bancaire diensten van Nederlandse banken voor de inwoners van de BES-eilanden?
     
  3. In hoeverre vindt u het van belang dat de inwoners van de BES-eilanden toegang tot bancaire dienstverlening van een bank die betaalverkeer met Europees Nederland laagdrempelig maakt, bijvoorbeeld door een rekening in euro’s aan te bieden?
     
  4. In hoeverre maken inwoners van de BES-eilanden aanspraak op het recht op een basisbetaalrekening, zoals voorzien in de Wet Financieel Toezicht en de Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties?
     
  5. In hoeverre vallen inwoners van de BES-eilanden onder de definitie van “legaal in de Unie verblijvende consumenten”, dat wil zeggen: een natuurlijke persoon die op grond van handelingen van de Unie of nationale wetten het recht heeft in een lidstaat te verblijven?
     
  6. Hoe interpreteert u, in het licht van de bovenstaande definitie, het recht van de inwoners van de BES-eilanden zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven, voortvloeiend uit het Europees Burgerschap?
     
  7. Welke conclusies trekt u uit het antwoord op de vragen 5 en 6 voor het recht op een basisbetaalrekening voor de inwoners van de BES-eilanden?
     
  8. Kan u aangeven hoe het ministerie van Financiën in samenwerking met De Nederlandsche Bank in gesprek is getreden met de betaalvereniging Nederland en de vier grote banken en wat de uitkomsten van deze gesprekken waren?
error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.